De gemeenteraadsfractie van de Partij voor de Dieren in Rotterdam heeft schriftelijke vragen gesteld aan het college van burgemeester en wethouders over de hitte en droogte in de stad van de laatste weken. In steden ligt de temperatuur door de enorme oppervlakten aan beton, steen en asfalt altijd stukken hoger dan in het landelijk gebied, met een verschil van soms tot wel tien graden Celsius. Mens, dier en flora en fauna in Rotterdam hebben het de afgelopen weken dan ook niet makkelijk gehad. Toch valt er iets tegen dit grote verschil in temperatuur te doen. Uiteraard kan het stadsbestuur het weer niet regelen of beïnvloeden, maar zij kan wél maatregelen nemen om de impact van weersextremen als hitte en droogte maar ook heftige regenval te doen verminderen. Het allerbelangrijkste wapen in de strijd tegen weersextremen is vergroening. Een groene leefomgeving vermindert de invloed die de bebouwde omgeving heeft op de temperatuur. Het groen weerkaatst het felle zonlicht niet, maar slaat het juist op. Daarnaast is een onverharde bodem een natuurlijke waterberging die goed van pas komt als het regent dat het giet. Dit is niet alleen belangrijk voor het tegengaan van ondergelopen kelders, maar zorgt er ook voor dat de houten fundering van huizen niet gaat rotten. Vooral bomen zijn van cruciaal belang tegen weersextremen: ze geven schaduw, houden het grondwater vast en gaan bodemerosie te lijf. Wij kunnen het weer niet regelen, maar wel de oorzaak van weersextremen aanpakken. Steeds vaker voorkomende langdurige hitte en droogte zijn namelijk het gevolg van klimaatverandering. Het weer raakt in de war van een veranderend klimaat. Momenteel is het klimaatbeleid van het college van burgemeester en wethouders in hoofdzaak gericht op de weerbaarheid van de stad tegen klimaatverandering. Dat valt natuurlijk te prijzen, maar doet helaas niets aan de onderliggende oorzaak. Die is ons allen bekend: de uitstoot van broeikasgassen. Wij zien daarom graag dat het college duidelijke doelen ten aanzien van de uitstoot van broeikasgassen toevoegt aan het stedelijke klimaatbeleid.