De gemeenteraadsfractie van de Partij voor de Dieren in Rotterdam heeft schriftelijke vragen gesteld aan het college van burgemeester en wethouders over de nasleep van de olieramp met de Bow Jubail van afgelopen juni. De schade door de lek van zo'n 220 ton stookolie is al opgelopen tot tachtig miljoen euro en daarbovenop komen ook de kosten voor het schoonmaken van de oevers van de Nieuwe Waterweg en de Derde Petroleumhaven, waar het incident plaatsvond. Voorlopig heeft het Havenbedrijf Rotterdam - waar de gemeente Rotterdam en dus indirect alle Rotterdammers grootaandeelhouder van zijn - al dertig miljoen euro betaald aan reparatiekosten. De veroorzaker van de olieramp is het Noorse bedrijf Odfjell Management AS. Dit bedrijf heeft aangegeven niet voor alle schade te willen opdraaien maar zich te houden aan internationale afspraken die over dit soort zaken zijn gemaakt. Mocht Odfjell Management AS succesvol zijn in het verwijzen naar internationale afspraken, dan betekent dit dat zij niet volledig aansprakelijk kan worden gesteld voor de geleden schade en dat het Havenbedrijf Rotterdam deels financieel verantwoordelijk is voor afhandeling van de olieramp. Wij vinden dit een zeer slechte zaak. Immers, de vervuiler moet betalen.  In onze schriftelijke vragen roepen wij het college van burgemeester en wethouders op om nauwkeurig na te gaan wat de schade is van het incident met de Bow Jubail en of zij net als wij vindt dat de vervuiler moet betalen. Ook willen wij dat zij het Havenbedrijf Rotterdam bijstaat om alles op alles te zetten de volledige schade te verhalen op Odfjell Management AS. Elke euro aan gemeenschapsgeld die wordt besteed aan het opruimen van andermans vervuiling is er namelijk eentje te veel.   Foto: De Bow Jubail in de haven van Santos, Brazilië