Zaterdagochtend. De zon begint door te komen op deze aangenaam warme dag in september wanneer ik de voordeur achter me dicht trek en richting het Spoorpark wandel. Onderweg hoor ik de geluiden van insecten en vogels die de vergroening van de stad met zich mee brengt. De zaterdagochtend is het wekelijkse moment om met vrienden door het park te wandelen en de ‘minds’ te verzetten. En daarna het genot van een kop vers gezette koffie in het T-Huis.

Het is een terugkerend moment geworden. Sinds de opening van het Spoorpark is het er altijd druk. Tilburg en de Tilburgers hebben het park in hun hart gesloten. Een terrein, dat vroeger voor de stad was gesloten, is een groene verademing geworden met ruimte voor sport, spel en kunst. Een openbare stadstuin die toegankelijk is voor iedereen en daarmee bijdraagt aan de inclusiviteit van onze stad.

Kijkend over het park zie ik al heel wat mensen: Een aantal toeristen ontwaakt op hun plekje op de stadscamping. Kinderen spelen in de speelvijver, hun ouders kijken toe. Bezoekers kijken vanaf de uitkijktoren over het park en de aangrenzende wijken. Een groep studenten speelt een potje beachvolleybal. Actie, ontspanning, wandelen, chillen, verblijven. Zo hoort het te zijn. Een park dat als een groene long in onze stad ligt en een toevluchtsoord biedt om de drukte van de stad even achter je te laten.

Het maakt trots. Het Spoorpark is een van de ontwikkelingen in een stad die al jaren hard toewerkt naar een nieuw verhaal. Een park dat iedereen uitnodigt. In een stad die vernieuwend en experimenteel is en lef durft te tonen. Het Spoorpark kwam er met inzet van Tilburgers uit de hele stad. Het resultaat mag er zeker zijn, het Central Park van NYC heeft er een Tilburgse concurrent bij!