Bodem- en waterprogramma

Doel van dit statenvoorstel is het vaststellen van het Bodem- en waterprogramma voor de provincie Utrecht. In dit beleidsprogramma worden per thema de doelen vastgelegd en wordt aangegeven wat de rol van de provincie hierin is. Hierbij kan gedacht worden aan schoon grond- en oppervlaktewater, hergebruik van water, waterveiligheid en energie uit water en bodem. Ook vragen hoe om te gaan met water bij extreme droogte of wateroverlast komen hierin aan de orde.

D66 Statenlid Marianne de Widt is blij met het goed voorbereide programma maar benadrukt ook dat we er hiermee nog lang niet zijn: “Fijn dat er voor Utrecht weer een actueel beleidskader is voor de basis onder ons dagelijks bestaan. Dat klinkt groots, maar zonder gezond water en een gezonde bodem wordt leven erg moeilijk. De provincie stelt een nieuw beleidsprogramma vast; dat is nuttig, maar beleid en mooie doelen doen op zichzelf natuurlijk nog niets. D66 maakt zich vooral zorgen om de kwaliteit van het grondwater; die staat onder druk door menselijke activiteiten zoals landbouw, industrie en verkeer. Gelukkig is er in het programma ook veel houvast opgenomen hoe de provincie kan sturen en ingrijpen, en monitoring is onverminderd belangrijk.” D66 pleit voor een grotere rol van de provincie onder meer om ervoor te zorgen dat we zuiniger omgaan met water.

Het voorstel kon op brede steun rekenen in de Staten en is dan ook aanvaard.

Veenweiden

Ongeveer een derde van onze provincie bestaat uit veengrond waar overwegend landbouw (vooral melkveehouderij) plaatsvindt. Veen dat in aanraking komt met zuurstof verbrandt langzaam. Dit proces van oxidatie heeft twee ongewenste effecten: er komen schadelijke broeikasgassen bij vrij en de bodem daalt. Vernatting van de bodem en het verhogen van het grondwaterpeil gaan bodemdaling tegen. Dit heeft echter gevolgen voor het gebruik van de grond: veeteelt is niet overal meer mogelijk. Dit vereist een andere manier van boeren. Maatregelen om bodemdaling tegen te gaan, kunnen dan ook niet altijd op steun van alle betrokken partijen rekenen. Bovendien zijn de maatregelen vrij kostbaar.

Marianne de Widt wijst erop dat dit ons niet mag weerhouden in actie te komen. Er is een behoorlijk budget beschikbaar, deels van de provincie en deels van het Rijk. Met betrekking tot steun voor het beleid doet D66 een oproep aan alle partijen om te kijken welke rol zij bij hun achterban kunnen spelen om draagvlak te creëren voor de aanpak van de problemen.

Daarnaast houdt Marianne een warm pleidooi voor veenmos: “Duizend jaar geleden groeide er veen in Nederland. Groeiend veen legt grote hoeveelheden CO₂ vast. Dat zou ons dus enorm kunnen helpen bij de klimaatopgave. Een project in Noord-Holland heeft al aangetoond dat we de degradatie naar eentonige graslanden kunnen keren wat dus helpt bij de natuuropgave. In Nederland geproduceerd veenmos zorgt er bovendien voor dat onze plantenteeltsector kan stoppen met importeren uit onder meer Scandinavië en Duitsland waar nu gebieden verwoest worden. D66 vraagt om inpassing in Utrecht van een locatie met veenvorming.” De gedeputeerde heeft hierop de toezegging gedaan dat er een pilot ingepast zal worden in het programma van de drie gezamenlijke veenweidenprovincies Groene Hart (Utrecht, Noord- en Zuid-Holland).

Ook het statenvoorstel Regionale Veenweide Strategie is met een ruime meerderheid van de stemmen aangenomen.

Recreatieschappen

In de jaren ‘50 zijn er diverse recreatieschappen opgericht om – in samenwerking met gemeenten en provincie – de diverse vormen van recreatie goed te organiseren. Inmiddels is gebleken dat de organisatievormen ingewikkeld zijn en veel geld kosten. Dit heeft geleid tot het opheffen van een aantal recreatieschappen. Het statenvoorstel behelst de opheffing van de organisatie Recreatie Midden-Nederland. D66 Statenlid Erwin Kamp legt uit dat hiermee wordt bereikt dat de organisatiestructuur vereenvoudigd kan worden. Hoe de samenwerking tussen gemeenten, provincie en andere belanghebbenden op het gebied van recreatie nu gestalte moet krijgen, ligt nog open. In de zomer vinden gesprekken plaats met de verschillende gemeenten en zal het College met een plan komen.

De Staten waren het er over eens dat dit statenvoorstel een goede stap in de richting is en hebben het voorstel dan ook unaniem gesteund.

Rijnbrug

Om bereikbaarheids- en leefbaarheidsproblemen rond de Rijnbrug in Rhenen aan te pakken, hebben de provincies Gelderland en Utrecht in 2018 besloten de capaciteit op de brug uit te breiden en geld ter beschikking te stellen voor verbreding van de Rijnbrug. Inmiddels is gebleken dat de brug duurder uitvalt en er een aanvullend budget nodig is van ongeveer 60 miljoen, evenredig te verdelen over Utrecht en Gelderland. In dit statenvoorstel wordt gevraagd in te stemmen met het aanvullend investeringskrediet.

Probleem is echter dat de provincie Gelderland te kennen heeft gegeven niet met het benodigde budget over de brug te komen. Erwin Kamp benadrukt dat het van groot belang is voor Utrecht én Gelderland dat de brug er komt. Een alternatief is niet voorhanden en verder uitstel leidt tot nóg hogere kosten. Erwin pleit er dan ook voor dat behalve D66 ook andere partijen een krachtig signaal afgeven richting hun partijgenoten in Gelderland: “ Normaliter richten Statenleden het woord tot de voorzitter van de Staten maar nu hebben we ook een duidelijke boodschap voor Gelderland: Provinciale Staten Utrecht komen hun bestuurlijke afspraken na; de bal ligt na aanname van dit voorstel bij Provinciale Staten Gelderland. Uitstel zal weer tot hogere kosten leiden. D66 vindt dit onwenselijk. Nu dit Statenvoorstel aannemen is het meest krachtige signaal dat Provinciale Staten Utrecht op dit moment kunnen afgeven.”

Een ruime meerderheid van de Staten deelt deze mening en stemt in met het aanvullende investeringskrediet dat in het Statenvoorstel gevraagd wordt.

Omgevingsvisie

Voordat de Omgevingsvisie in werking kan treden, moet er een aantal besluiten genomen worden over de werkwijze van programma’s en projecten. D66 Statenlid Lyke Veen is blij met het voorliggende stuk en stelt tevreden vast dat er constructief is samengewerkt door ambtenaren, Statenleden en gedeputeerden. De provincie Utrecht is goed op weg met de Omgevingsvisie en dat verdient een compliment. Wel vraagt D66 aandacht voor het moment waarop zienswijzen ingediend kunnen worden: het is van belang dat de inbreng van inwoners nog meegenomen kan worden in de besluitvorming. Daarom is D66 mede-indiener van een amendement die hiertoe oproept. (amendement). Lyke: “De huidige werkwijze leidt ertoe dat inwoners hun mening niet meer mondeling kenbaar kunnen maken aan PS vóór de vaststelling van een programma maar pas aan bod komen na het zienswijzetraject en de vaststelling door GS van het programma. Daarmee is inspraak mosterd na de maaltijd en dat mag en kan volgens D66 niet de bedoeling zijn. Het communiceren van de datum van agendering in de commissievergadering bij de ter inzage legging zorgt ervoor dat eventuele insprekers in staat worden gesteld om nog voor de vaststelling hun input te kunnen leveren.”

Het amendement is met algemene stemmen aanvaard en het Statenvoorstel is door de Staten aangenomen.

Actualiteitenmoties

Er worden drie actualiteitenmoties ingediend. De eerste motie roept op alle ontwikkelingen met betrekking tot windturbines te staken in afwachting van vaststelling van nieuwe afstandsnormen. De D66 Statenfractie Utrecht is benieuwd naar de normen maar heeft de indruk dat dit opnieuw aangegrepen wordt om het proces van windenergie te vertragen. D66 ziet dan ook geen noodzaak de plannen te staken. De motie wordt door de Staten verworpen. De tweede motie gaat over de exploitatie van het Henschotermeer. In afwachting van de plannen van de ondernemer wordt in de motie opgeroepen duidelijke grenzen te stellen aan de exploitatie. D66 is van mening dat de motie overbodig is omdat er reeds een stuur- en projectgroep belast is met het vaststellen van de kaders. De communicatie hierover kan wel verbeterd worden. Ook deze motie haalt het niet in de Staten. De laatste motie heeft betrekking op het voornemen van Rijkswaterstaat het pondje tussen Nieuwer ter Aa en Breukelen op te heffen. In de motie wordt opgeroepen de verbinding tussen beide plaatsen in stand te houden, hetzij door een pondje, hetzij door een alternatief te ontwikkelen. Alle partijen waaronder de D66 Statenfractie hebben de motie omarmd.

Vooruitblik

De volgende vergadering van Provinciale Staten staat gepland op woensdag 23 maart om 10.30 uur. De agenda voor deze vergadering is nog niet bekend. Via deze link kun je t.z.t. de agenda bekijken en de vergadering live volgen:

https://www.stateninformatie.provincie-utrecht.nl/Vergaderingen/Provinciale-Staten/2022/23-maart/10:30

The post Provinciale Staten Utrecht 9 februari: een gevarieerde agenda appeared first on Provincie Utrecht.