PROTESTSONGS AFL.8: Woningnood

In 1966, toen ik 15 was, en dus volop bezig was om mezelf te ontdekken en te vormen verscheen het album 'Boudewijn de Groot', waarop samen met een aantal andere, veel bekendere protestsongs als 'Er komen andere tijden' en 'Welterusten mijnheer de president' ook het liedje 'Woningnood' stond. En ik besefte het toen nog niet, maar uiteindelijk werd dat mijn lijflied, mijn favoriete protestsong.

Heel veel jaren later, toen mijn studie nog niet eens helemaal was afgerond, rolde ik bij toeval zomaar pardoes de wereld van de volkshuisvesting binnen. En daar bleek ik mijn plekje gevonden te hebben: met alle middelen, die je ten dienste staan, mensen met een wat smallere beurs helpen aan goede huisvesting en daardoor een bijdrage te leveren aan hun welzijn en gezondheid. Dat paste bij mij!

Al vrij snel kwam ik er achter, dat er één liedje was, dat vrijwel altijd te horen was als er volkshuisvesters bij elkaar waren: 'Het dorp' van Wim Sonneveld. Maar hoewel dat zonder twijfel een prachtig, nostalgisch lied is vond ik het niet bij de volkshuisvesting passen; ondanks een zinnetje als: "…en wonen in betonnen dozen, met flink veel glas, dan kun je zien hoe of het bankstel staat bij Mien en d'r dressoir met plastic rozen."

Nee, ik kende al vanaf 1966 een ander liedje, waaruit heel duidelijk de sociale onrechtvaardigheid sprak en waaruit zonder moeite bleek welke opdracht je als sociale huisvester te vervullen had. Alleen de titel van het lied maakte feitelijk al, dat je de neiging kreeg om je mouwen op te stropen en aan de gang te gaan. Hoe moeilijk en soms zelfs onmogelijk de politiek en andere economische belangen dat ook voor je maakte!

Dank Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh voor deze prachtige, motiverende protestsong!

Woningnood (Boudewijn de Groot)

De wijk wordt gesaneerd en de huizen moeten plat en de mensen staan te kijken en ze zeggen: zie je dat? In die oude afbraakwoning woont toch nog een heel gezin, stel je voor, zo'n vochtig huis, nou ja, wat zien ze daar nou in? Kijk, dat stel is amper twintig en die hebben al een kind, nou, die denken zeker dat ze kunnen leven van de wind. En dan knikken ze tevreden en dan gaan ze gauw naar huis, naar hun baan en naar hun auto en de televisie thuis.

Het waren slechte huizen en ze woonden clandestien, ze hadden daar geen licht en ook geen water bovendien, maar ze waren daar gelukkig met vier muren en een dak, verder hadden ze aan luxe en aan dure meubels lak. Maar het huis moet afgebroken, want er komt een groot kantoor, het gezin staat nu op straat, maar ja, het geld gaat altijd voor. En dat kan je makkelijk zeggen in je eigen mooie huis, met je baan en met je auto, bij de televisie thuis.

Ook al waren ze nu dakloos, één ding hadden ze geleerd: om gewoon te kunnen leven, moet je eerst geregistreerd. Eerst een huis en dan pas trouwen, dus dan moet je een paar jaar enkel vriendelijk en gelaten zitten kijken naar elkaar. Als je dan het wachten moe bent en er komt dan toch een kind, moet je zien dat je dan zelf maar iets om in te wonen vindt. Want de mensen roepen schande en ze blijven veilig thuis en bespreken de problemen op de televisiebuis.

En 't gezin trekt dan weer verder naar een andere afbraakbuurt en ze worden na een tijdje dan ook daar weer uit gestuurd. En sta je met je meubels en je kind dan weer op straat, dan zal het niet veel helpen als je je beklagen gaat. Want als je dan die ambtenaren op de toestand wijst, dan zeggen ze: het spijt me, u staat achteraan de lijst. En dan denken ze tevreden aan hun eigen mooie huis, aan hun baan en aan hun auto, aan de televisie thuis.

stop de huurverhoging Zie ook: Afl. 1: Vrede (Door Alja Berck) Afl. 2: Stel een daad, toon je moed (Door Baukje Hiemstra) Afl. 3: Milieu en Klimaat (Door Toke van de Rovaart) Afl. 4: Klein Orkest (Door Tilmann van de Loo) Afl. 5: Nooit in het wit... (Door Yolande de Meer Afl. 6: Tijd dat dit verandert (heb je dat niet in de gaten?) (Door Jan Breur) Afl. 7: Hartverwarmend (Door Nico van Ginkel)
Zie ook: Ary Jan Breur Wonen