Als je de peilingen van EenVandaag en het Reformatorisch Dagblad mag geloven, voelt het overgrote deel van de Nederlanders niet voor afschaffing van het koningshuis. Op die bevindingen echter is behoorlijk wat aan te merken; in de jaarlijkse enquêtes wordt namelijk gevraagd naar de populariteit van de leden van de Oranjefamilie en niet zozeer naar de wenselijkheid van het instituut ofschoon de uitslagen wel als zodanig gepresenteerd worden. Dat Willem-Alexander en Maxima het goed doen voor de camera wil nog niet zeggen dat we ook en masse voorstander zijn van een monarchie en dat we daarmee de republiek als moderne democratische staatsvorm verwerpen.

Onderzoek waarin de vraagstelling wel duidelijk is, zoals die van de NOS deze maand, levert niet alleen eerlijkere cijfers op maar laat bovenal zien dat de steun voor de koning als staatshoofd lang niet zo constant is als tot op heden beweerd.

Marktonderzoeksbureau Ipsos berekende voor de omroep dat 68 procent van de Nederlanders de monarchie wil behouden – tien jaar terug was dat ruim 10 procent meer. Vooral onder jongeren blijkt het instituut niet populair; bijna de helft van de jongeren (45%) zegt géén koning te willen, dat was in 2007 nog maar een kwart.

Dat laatste is interessant en goed te verklaren. Allereerst slaat de Oranjefranje, de berichtgeving in de roddelbladen en de dweperij van Blauw Bloed, niet aan. Jonge mensen lopen niet uit voor de geboorte van een nieuw prinsje of prinsesje of de rondgang van de Koning en zijn echtgenote tijdens Prinsjesdag. Ook op het stadsbezoek van het Oranjepaar op Koningsdag, zo heb ik afgelopen jaren gemerkt, komen opvallend weinig jonge mensen af.

Door dat jongeren meer reizen en bovengemiddeld veel online zijn, denken ze internationaler. Ik zie een toenemende betrokkenheid bij Amerikaanse en Europese politiek op sociale media; er wordt eindeloos gedebatteerd over de huidige president van de VS Donald Trump en zijn belangrijkste democratische uitdagers bij de verkiezingen in 2020, Bernie Sanders en Alexandria Ocasio-Cortez, maar bijvoorbeeld ook over het functioneren van Emmanuel Macron in Frankrijk. Die interesse zet jongeren aan het denken over ons eigen staatshoofd en staatsvorm; wij kunnen niet kiezen, wij kunnen het optreden van Willem-Alexander en zijn familie niet eens corrigeren. En dat past volgens veel jongeren niet in een modern land.

Wellicht de belangrijkste reden voor de tanende populariteit van de monarchie is het gebrek aan duidelijkheid, om niet te zeggen de schimmigheid rond het instituut. Jongeren groeien op met het idee dat informatie altijd vrijelijk toegankelijk is. Wikileaks en hebben geleerd dat overheden in de moderne tijd geen monopolie meer hebben op de waarheid. De invoering van de Wet Openbaarheid Bestuur (WOB) maakt het in Nederland sinds enkele jaren zelfs mogelijk om van ieder kopje koffie genoten door rijksambtenaren te vragen hoe het betaald is. Alles wordt transparant, en alles wordt transparant.

Het steekt dan ook bij jongeren dat de Oranjes maar weinig prijs geven over de kosten voor de instandhouding van de monarchie en de mogelijke baten. Bonnetjes van het Koningshuis worden zorgvuldig weggestopt bij alle mogelijke departementen of zelfs geheel verzwegen, zo heeft onderzoek van het Republikeins Genootschap in 2017 en 2018 naar de Kosten van het Koningshuis laten zien. Daarbij blijven argumenten vóór de monarchie hopeloos vaag, emotioneel en weinig onderbouwd. De Koning zou goede zaken doen in het buitenland; hoeveel brengt hij op dan? Hij zou als hoeder boven de politiek ons parlementaire stelsel conserveren; hoe dan? En bovenal voor saamhorigheid zorgen; wat is dat dan? En hoe meet je dat?

De jeugd heeft de toekomst, en daarmee een kritischere houding ten aanzien van de monarchie. Nu maar hopen dat de opiniepeilers zich daar naar bewegen.

Floris Müller,

Woordvoerder Republikeins Genootschap

Dit artikel is eerder aangeboden als ingezonden brief bij de Volkskrant maar door de redactie niet geplaatst.