Goed onderwijs, wie kan daar tegen zijn. Onderwijs wordt gezien als verbinder in de samenleving, als vliegwiel voor vele maatschappelijke pretenties. In de vorige blog hebben we gefocust op de Integrale Kindcentra, IKC in het jargon. Daar kan een natuurlijke verbinding worden gelegd waardoor onderwijs, kinderopvang, welzijnsinstellingen en jeugdhulpinstanties op een natuurlijke manier samen optrekken. Dit is maatschappelijke en politieke opdracht die de gemeente Weert zich heeft gesteld. Hierover kunnen we lezen in het beleidsstuk Regionale Ontwikkelingsagenda Jeugd (ROJ).

Dit beleidsdocument is de opvolger van de wettelijk verplichte Lokale Educatieve Agenda met dit verschil, dat de ROJ nu leidraad is voor zowel Weert als Nederweert. Zelfs de buurgemeente Cranendonck doet mee. We lezen in deze nota over samenwerking, verbinding, een gezamenlijke visie en een ambitie. Alle jeugdigen doen mee, alle jeugdigen ontwikkelen hun talenten en samen de schouders eronder. Er is een regiegroep die waakt over de voortgang van de uitwerking van de ontwikkelingsagenda. En voorwaar, de opzet is zo gek nog niet.

Drie hoofdlijnen kent de ROJ. Er is een basis die ervoor moet zorgen dat de werkcultuur, houding en vaardigheden van betrokkenen (professionals, ouders en jeugd) worden versterkt. Er is een preventielijn die die gericht is op het voorkomen van problemen en er is een passende ondersteuningslijn, die zich richt op de ondersteuning bij opgroeien en opvoeden. Tot zover ok. Dit is het stramien van denken en samenwerken. Maar dan de concrete plannen. Ineens lijkt het of we in een supermarkt van activiteiten en diensten terecht komen. Voor elk wat wils.

We nemen er een belangrijke “verbinder” uit waarover we in de vorige blog hebben gesproken: het IKC. Dit kindcentrum wordt genoemd onder het kopje Preventie. Er staat als doel “ontwikkeling IKC-methodiek en dagarrangementen. Implementatie preventie-arrangementen”. Maar in de concrete plannen zien we helaas niets meer terug, of het moet gelabeld worden aan de omschrijving “lopende projecten”. Er is daarbij sprake van inspanningsverplichting door de partners en niet van een resultaatverplichting waardoor niet echt duidelijk wordt welke activiteit waarvoor wordt ingezet. Een gemiste kans omdat het IKC in de visie van D66 een prachtig voertuig is om de onderwijsambities waar te maken. Het gekke is dat ook de schoolbesturen het IKC helemaal zien zitten. Waarom krijgt het dan niet een prominentere plek in de ontwikkelingsagenda jeugd?

Ik kan maar een ding bedenken. De gemeente geeft een eigen inkleuring aan de regierol.

De gemeente heeft in het onderwijs grofweg een drietal wettelijke opdrachten: zorgen voor goede huisvesting, zorgen voor een adequate financiering (afgeleide taak van de landelijke overheid) en regievoering . Dat laatste is nodig omdat er samengewerkt moeten worden met allerlei instellingen die al genoemd zijn. Regievoeren door de gemeente Weert is tot nu toe niet meer dan het bij elkaar brengen van die instellingen en het bundelen van hun aanbod. Het is voor elk wat wils en we zorgen ervoor dat het aanbod enigszins op elkaar aansluit. In de Regionale Ontwikkelingsagenda Jeugd is een regiegroep voorzien, die de voortgang bewaakt. Dat betekent de voortgang in de inspanningsverplichting, niet de regie op het realiseren van een gewenst resultaat. D66 wil hier meer. Regie is vanuit een duidelijke visie op de gewenste ontwikkeling van de Weerter samenleving sturen. Een integrale benadering van onderwijs, jeugdhulp en kinderopvang vraagt om een krachtige impuls vanuit de politiek. Met geld en met een inhoudelijk gedreven wethouder kun je veel realiseren. Het IKC als vliegwiel waar de instellingen hun bijdragen leveren onder het motto dat het geheel meer dient te zijn dan de som der delen.

In Boshoven ligt een volgend project, zo stelde wethouder Geert Gabriëls. Laten we daar dan eens naar gaan kijken. Een IKC-ontwikkeling in Boshoven? Er zijn in ieder geval initiatieven in die richting. In de volgende blog ga ik daarop in: Driehoven, een IKC in de dop.

Rob Gerits