Tijdens de Poëzieweek van 30 januari tot en met 5 februari 2020 presenteert elke dag een van de fractieleden een favoriet gedicht. Gedicht nummer zes is uitgekozen door steunraadslid Bryan Verkade.

Derek Otte was twee jaar stadsdichter van Rotterdam. Een van zijn laatste gedichten in die functie was een aangrijpend gedicht om aandacht te vragen voor kindermishandeling. Otte schreef bij zijn gedicht: “Let op je dochtertje, zoontje, nichtje, neefje, buurmeisje, buurjongetje, leerlingen en andere kinderen. Ook op kinderen die allang volwassen zijn. Alleen zijn is soms het rotste wat er is.”

Bryan: “Het gedicht ontroert, maar ik lees er ook een onderliggende boodschap in: laten we wat minder gehaast leven en neem eens echt de tijd om te kijken hoe het met de mensen om je heen gaat.”

Wie

wie heeft er wat tijd raadt dat ik vecht kent de monsters onder mijn bed

hoort mijn stilte geeft me wat hoop weet van de wolk boven mijn hoofd

wie kijkt naar me om zegt me gedag ziet het verdriet achter mijn lach

stelt me in staat biedt vaste grond vraagt hoe het gaat en… hoe dat komt

Uit: Stadskrant Rotterdam, 14 november 2018