Tijdens de Poëzieweek van 30 januari tot en met 5 februari 2020 presenteert elke dag een van de fractieleden een favoriet gedicht. Het achtste en laatste gedicht is uitgekozen door steunraadslid Mark Hendrix.

Jules Deelder debuteerde met de dichtbundel Gloria satoria (1969), een jaar later gevolgd door Dag en nacht geopend. In zijn poëzie, die nauw verbonden is met de jazzmuziek en het levensgevoel van de ‘beat generation’, zijn allerlei gewone taalverschijnselen verwerkt (krantenberichten, gebruiksaanwijzingen, reclameteksten).

Deelders werk kenmerkt zich door korte zakelijke zinnetjes, doorspekt met Engelse woorden en uitdrukkingen afkomstig uit de wereld van de pop en de underground. Zijn interesse in de Beatnik-generatie van William Burroughs, Alan Ginsberg en Jack Kerouac is groot. De Tweede Wereldoorlog, het gebruik van geestverruimende middelen, de stad Rotterdam, de voetbalclub Sparta en de jaren dertig en veertig, de glorietijd van de jazz, zijn andere thema’s die regelmatig terugkeren.

Mark: “Ik heb ook een gedicht van Deelder gekozen, omdat ik hem graag deze gedichtenweek wil herdenken. Hij is een van mijn favoriete dichters. Niet alleen vanwege de eenvoud van zijn gedichten en de humor die erin zit, maar ook vanwege het vaak rake filosofische karakter.”

Repeteergedicht

Sommige gedichten dienen elke dag herschreven. Gewoon hetzelfde gedicht elke dag opnieuw. Andere gedichten niet.

Wéér andere bleven beter ongeschreven. Dat zijn verreweg de meeste.

Maar sommige gedichten dienen elke dag herschreven. Gewoon hetzelfde gedicht elke dag opnieuw. Tot het onlosmakelijk

met ons is verweven en met de werkelijkheid tot waarheid is verdicht.

uit: ‘Ruisch’, 2011.

Bron: gedichten.nl/gedicht/212827