GroenLinks-Kamerlid Lisa Westerveld vindt dat het kabinet veel meer moet doen om het chronische lerarentekort te bestrijden. ‘Na een aardig begin mis ik bij minister Slob en de coalitiepartijen een gevoel van urgentie. Wil je snel meer doen aan het lerarentekort, dan moet je lef tonen en ideeën omarmen, niet vasthouden aan een ontoereikende afspraak uit het regeerakkoord.’

Vandaag debatteert de Tweede Kamer opnieuw met minister Slob over het lerarenbeleid. En Westerveld is klaar met de mitsen en maren die ze het afgelopen jaar hoorde. ‘Als de extra middelen niet toereikend zijn, heb je nog steeds een probleem. Onderken dat, maak je sterk voor een gezonde sector. Put uit de ideeën van anderen. Voor GroenLinks deed ik de afgelopen jaren tal van voorstellen en die vroegen lang niet altijd om miljardeninvesteringen. Ze vragen wel om lef. Het wordt tijd dat Slob een keer indruk maakt. En daarvoor mag hij mijn voorstellen benutten.’

Voor 16 miljard euro reserves

Zo wil GroenLinks dat de minister onderwijsbestuurders aanspreekt op hun oppotgedrag. ‘Het onderwijs heeft de afgelopen jaren 16 miljard aan reserves bij elkaar gespaard. Tijdens de crisis waarmee Rutte-II schermde, werd 2,3 miljard euro aan geld dat was bedoeld voor onderwijs niet uitgegeven. Ik snap best dat een school zich moet wapenen voor tegenslagen en soms moet sparen voor een nieuw ICT-systeem of een extra gebouw. Maar dit soort bedragen is niet te verkopen als het personeel in alle onderwijssectoren structureel wordt overvraagd, waardoor ze uitvallen door ziekte of er gewoon de brui aan geven.’

83.000 leraren werken niet in het onderwijs

Er zijn namelijk nogal wat ex-docenten in Nederland: meer dan 83 duizend mensen hebben een lesbevoegdheid maar staan niet voor de klas. ‘Een groot deel wil best voor de klas, maar niet onder de huidige omstandigheden. Waarom zetten schoolbesturen hun miljarden niet in om deze mensen te werven. En waarom zegt Slob dat hij niets kan doen om ze daartoe te dwingen? Op het moment dat onderwijsgeld op de plank blijft liggen is toch echt het ministerie aan zet. Ingrijpen moet, want het wordt niet beter: schoolbesturen die samenwerken om passend onderwijs te organiseren, leggen reserves aan voor hun samenwerkingsverband, terwijl te veel leerlingen thuiszitten zonder onderwijs.’

Westerveld wordt ongeduldig: De minister zegt dat hij geen toverstokje heeft en de coalitie reageert gelaten. Terwijl we weten wat de oplossingen zijn: minder werkdruk en meer salaris. Als aan die voorwaarden wordt voldaan, wil een deel van de ex-docenten weer terug het onderwijs in.

Loden deur

Westerveld verwacht dus meer fanatisme van Slob. ‘Een crisis bedwing je niet door je als redelijke winkelmanager op te stellen. Ik wil een getergde bewindsman die iedere mogelijkheid onderzoekt om de problemen te beteugelen. Eén die durft gelegenheidsallianties te sluiten. En eentje die tegen de coalitiepartijen durft uit te varen als die zich weer op de borst kloppen over de anderhalf miljard euro die ze aan het begin van deze samenwerking afspraken: als er vervolgens niet eens een toezegging kan komen op ons verzoek met opleidingen af te spreken dat 8000 euro voor een lerarenopleiding echt te veel is, of als commerciële uitzendbureaus niet worden aangesproken op hun gedrag als ze leraren wegtrekken uit het onderwijs om vervolgens van scholen de hoofdprijs te vragen wordt zo’n ontoereikende investering een loden deur waarmee ieder goed idee wordt buitengehouden. De crisis woekert voort, leraren branden op en kinderen zijn de dupe. Dat kan van niemand de bedoeling zijn.’