Mijn meest favoriete plek in Zuid-Holland is Noordwijk en wel specifiek het strand. Het strand waar ik als kind al speelde en dat ik heb zien ontwikkelen tot wat het nu is: een van de meest populaire stranden in Nederland met schitterende strandpaviljoens.

 

Noordwijk is door zijn ligging gezegend met veel natuur (zee, strand, duinen, landgoederen) en recreatiemogelijkheden. Door de aanwezigheid van hotels, horeca, winkels en (culturele) evenementen direct aansluitend aan strand is er de kans om van de badplaats een uniek verblijfsgebied te maken. Dit vraagt echter een visie op ruimtelijke kwaliteit, badplaatsarchitectuur en hoogwaardig ingericht verblijfsgebied. Dit is een opgave die vergelijkbaar is met de opgave van grote en middelgrote steden bij de transformatie van hun centrum tot een aantrekkelijk en levendig verblijfsgebied.

Vanuit mijn ambtelijke ervaring in Den Haag en Amsterdam en bestuurlijke ervaring als wethouder in Noordwijk, Hillegom en Bloemendaal durf ik te stellen dat deze opgave een flinke maat te groot is voor kleinere gemeenten. Hier zijn de kwaliteiten gericht op sectoraal beheer en niet op dergelijke integrale gebiedsontwikkeling. Zo heeft Zandvoort grote ambities als het gaat om het upgraden van de badplaats, maar onderkent dat een kleinere gemeente deze competenties mist. Daarom is – om de ambities te kunnen omzetten in resultaat – besloten de gemeentelijke organisatie op te heffen en onder te brengen bij de gemeente Haarlem.

Voor Noordwijk is zo’n oplossing niet voorhanden. De kans om een middelgrote gemeente met 125.000 inwoners te worden door het fuseren van de vijf bollenstreekgemeenten is niet gegrepen. Dat is jammer, want een dergelijke nieuwe gemeente had met een visie op de ontwikkeling van de badplaats en de bollenstreek ook ambities kunnen omzetten in resultaat.

Mogelijk biedt de nieuwe Omgevingswet kansen. Als in de nationale en provinciale omgevingsvisies de ambitie ‘Noordwijk wil een aantrekkelijke verblijfplaats zijn, zowel voor bewoners als voor bezoekers, die zich qua uitstraling en beleving onderscheidt van andere plaatsen aan de Noordzeekust’ wordt onderschreven, dan kan de provincie met het beschikbaar stellen van ambtelijke ontwikkelkennis de gemeente helpen de ambitie om te zetten in resultaat.

Tja, ik blijf hopen dat de kansen die voor het oprapen liggen worden benut. Dit vraagt moed van zowel de provincie als de gemeente door elkaars mogelijkheden én elkaars beperkingen te erkennen.