De gemeente Zutphen heeft een groot financieel probleem. Vier jaar na de decentralisaties in het sociaal domein zijn de reservepotten leeg. Elk jaar wordt ruim 10 miljoen teveel uitgegeven. Dit is de nalatenschap van het vorige college. Het nieuwe college is hard aan de slag gegaan om de zaken binnen het sociaal domein op de rit te krijgen en financieel gezond te maken.

Leidraad is rapport Berenschot met diverse besparingsvoorstellen. Berenschot roept het College op een visie Sociaal Domein op papier te zetten, waarin staat wat Zutphen de komende jaren wel en niet meer gaat doen. Ook wij als raadsfractie dringen hierop aan.

Maar dit is niet gedaan. De gehele bezuinigingsoperatie wordt ingezet zonder een brede toekomstvisie op goede zorg. Het bezuinigingsplan is een boekhoudkundige bezuiniging met als doel om de zware en dure zorgvraag terug te dringen.

D66 is ervan overtuigd dat er goede voorliggende voorzieningen beschikbaar moeten zijn. Deze algemene voorzieningen zijn vele malen goedkoper. Uit onderzoek blijkt dat met de uitgave van één euro er minimaal tien euro bespaard wordt. De gemeente heeft wettelijke zorgtaken en een zorgplicht voor haar inwoners. Maar, op deze voorzieningen wordt per medio 2019 eveneens fors bezuinigd. Dit gaat er hard inhakken: 21% hierop bezuinigen staat gelijk aan de keuze in welke wijk van de 5 wijken in Zutphen-Warnsveld, kunnen deze voorzieningen geheel geschrapt worden?

Algemene en voorliggende voorzieningen zijn laagdrempelige en wijkgerichte activiteiten zoals ontmoetingsactiviteiten, inloopactiviteiten, taalhuisactiviteiten, bezoek- en buddy projecten etc.. Herijking van het beleid voor algemene voorzieningen is een doorlopend proces doordat het altijd om de verdeling van schaarse financiële middelen gaat en veranderende maatschappelijke behoeften. Vanzelfsprekend moeten dubbelingen eruit gehaald worden en moet men zoeken naar de meest efficiënte aanpak. Als deze voorzieningen echter moeten krimpen in plaats van dat ze door toename van de vraag kunnen groeien, zal de dure en zwaardere zorg niet kunnen afnemen. Bijvoorbeeld: de dure geïndiceerde dagbesteding voor ouderen kan niet teruggedrongen worden als er onvoldoende ontmoetingsactiviteiten en samen eetactiviteiten in de wijk zijn.

D66 pleit juist voor het financieel investeren in deze laagdrempelige wijkgerichte activiteiten. Hierbij is een analyse van de wijk en een prognose van de zorgvraag, de basis van de inrichting van de sociale infrastructuur in de wijk. De belangrijkste voorwaarden om dit goed in te kunnen richten zijn al beschikbaar en operationeel zoals de wijkregisseur, sociaal wijkteam, wijkcentrum, wijkagent, wijkverpleging.

Een ander groot probleem is dat de bezuinigingen samengaan met een groeiende vraag naar zorg en een geheel nieuwe gemeentelijke uitvoeringsorganisatie voor het sociaal domein. Hierdoor is de kans groot dat van alles weinig terecht komen.

WAT NU? Als we het noodzakelijke resultaat: toegankelijke, betaalbare, organiseerbare  goede zorg willen behalen, zal er volgens D66 een gedegen plan van aanpak met tijdsplanning opgesteld moeten worden.

Eerst een visie en daarna pas kunnen college en raad samen de volgende puzzel gaan leggen:

Wat zijn onze wettelijke taken en kosten? Welke bovenwettelijke voorzieningen vinden wij daar bovenop noodzakelijk? Hoe ziet de zorg vraag eruit in de komende jaren? Wat zijn de kritische succesfactoren?

Eén daarvan is wat D66 betreft een verankering van de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor dit plan van aanpak, bijvoorbeeld in een raadsakkoord. Alleen dan is er een kans, om met de door ons genoemde metafoor voor de sociaal, economische en financiële problematiek van onze gemeente te spreken: de mammoettanker 180 graden te draaien.

En dat …….. is niet alleen een kwestie van boekhouden.

Yvonne ten Holder  D66 raadslid