Na 10 jaar onrust gaat er nu duidelijkheid komen voor de huishoudelijke hulpen en cliënten in Zutphen. Tijdens de raadsvergadering op 29 januari jl. is vlak voor middernacht eindelijk een besluit genomen.

Helaas niet het besluit voor de stichting waar wij voor gingen (lees hier en hier), maar een tussenstap met marktpartijen (die aan onze kaders moeten voldoen) en de start van een werknemerscoöperatie waar hulpen zelf eigenaar van kunnen worden.

Samen hebben we er alles aan gedaan, maar de meerderheid heeft anders besloten. Belangrijk is dat er na 10 jaar onrust nu écht duidelijkheid moet komen voor hulpen en cliënten.

Fractievoorzitter Liza Luesink: "Ruimte voor maatwerk en vertrouwen in mensen, dat zijn voor GroenLinks belangrijke punten. Wij blijven ons ervoor inzetten dat van uitstel geen afstel komt, met goede voorwaarden en mét de hulpen samen!”

Wethouder

Onze wethouder Patricia Withagen heeft haar nek uitgestoken om het écht anders te doen. Lef tonen en de grenzen opzoeken, dat is wat past bij een speerpunt innovatie in de zorg. Dit was niet gemakkelijk met een raad die om meer onderzoek bleef vragen en collega wethouders die terugkrabbelden en (op Facebook) hun steun voor het voorstel introkken. Toch bleef ze open communiceren en bleef geduldig uitleg geven. Hier verdient zij een groot compliment voor!

Wethouder Patricia Withagen: “Het belangrijkst is dat we nu vooruit kunnen. Ik ga mij inzetten om het vertrouwen van hulpen en cliënten te herwinnen. Eerst zo goed mogelijk rust en stabiliteit bieden. En er dan samen voor zorgen dat hulpen meer zeggenschap krijgen over het werk dat zij met hart en ziel doen voor onze inwoners.”

Fractie

Ook als fractie hebben we er hard aan gewerkt een brede meerderheid voor dit besluit te vinden. Met de huidige én nieuwe fractie (onze top 10 van de lijst) hebben we oprecht geluisterd en bekeken welke ruimte we zagen om andere fracties te bewegen en wat er eventueel beter kon aan het voorstel. Als eerste fractie sloegen we een brug met het amendement ‘doorontwikkeling naar een werknemerscoöperatie’.

Hiermee stelden we voor om de oprichting van een stichting voor huishoudelijke hulp als een periode van herstel te zien, waarbij de doorontwikkeling naar een werknemerscoöperatie (of een andere organisatievorm met maximale zeggenschap voor huishoudelijke hulpen en cliënten) het gewenste toekomstbeeld is.

Twee jaar na de start van de stichting wordt deze geëvalueerd en wordt nadrukkelijk samen met hulpen en cliënten onderzocht hoe deze door kan ontwikkelen tot een werknemerscoöperatie. Het amendement is niet in stemming gebracht doordat het meest vergaande amendement van tegenstanders van de stichting aangenomen werd.