Ondanks een aangenomen motie op initiatief van D66 meldt de burgemeester de gemeente ’s-Hertogenbosch niet aan voor het experiment gesloten coffeeshopketen (wietexperiment) vanuit het Rijk. Draagvlak onder de Bossche coffeeshophouders voor het wietexperiment, een belangrijke voorwaarde uit de motie, bleek te ontbreken.

“Een gemiste kans! Teleurstellend dat het draagvlak onder de Bossche coffeeshophouders ontbreekt. We hadden gehoopt dat de coffeeshophouders, net als hun collega’s in Tilburg, het experiment het voordeel van de twijfel hadden gegeven. Juist ook omdat zij in het verleden altijd gepleit hebben voor de legalisatie van de wietteelt. Met deelname aan het wietexperiment was er ook in ‘s-Hertogenbosch nu de kans geweest om het failliete gedoogbeleid te doorbreken. Door het experiment hadden we de aanvoer (de ‘achterdeur’) van coffeeshops uit het criminele circuit kunnen halen en de wiet beter kunnen controleren op gevaarlijke stoffen. Daarmee zou het product in onze stad minder ongezond zijn geworden.”, aldus fractievoorzitter René van den Kerkhof.

De burgemeester had al eerder laten weten dat hij de gemeente niet aan ging melden voor het wietexperiment vanuit het Rijk. Daarbij noemde hij het ingezetenencriterium (waarbij buitenlanders niet in de coffeeshop mogen komen) als belangrijk argument en het draagvlak onder coffeeshophouders voor deelname aan het experiment. Uit antwoorden van het kabinet op vragen uit de Tweede Kamer blijkt echter dat het ingezetenencriterium enkel geldt voor grensgemeenten. De burgemeester van ‘s-Hertogenbosch had dan ook tijdens het experiment zijn eigen toegangsregels voor het al dan niet toelaten van buitenlanders mogen bepalen. Reden voor D66 om afgelopen woensdag 5 juni 2019 samen met zes andere partijen een motie in te dienen die de burgemeester verzocht om de gemeente alsnog, onder voorwaarden, aan te melden voor het wietexperiment

Extra voorwaarden Eerder melden de gemeenten Breda en Tilburg zich, onder voorwaarden, aan voor het wietexperiment. De extra voorwaarden die deze Brabantse gemeenten stellen hebben betrekking op het inperken van financiële en juridische risico’s voor de deelnemende gemeenten aan het experiment. In de motie werd de burgemeester opgeroepen om bij de aanmelding dezelfde voorwaarden te hanteren als de gemeente Breda. Daarnaast was als extra voorwaarde bij de aanmelding opgenomen dat er voldoende draagvlak is voor deelname aan het vierjarig experiment onder een meerderheid van de coffeeshophouders in de stad.

Ontbreken draagvlak coffeeshophouders Van den Kerkhof: “Bij de motie van afgelopen woensdag werd door raad als extra voorwaarde gesteld dat er voldoende draagvlak voor het experiment moest zijn onder een meerderheid van de coffeeshophouders. Juist omdat zij het experiment mee uit moeten gaan voeren, is het draagvlak van belang. Zij geven nu aan dat de voorwaarden van het Rijk voor hen niet werkbaar zijn en daarmee het draagvlak ontbreekt. Ondanks dat het een gemiste kans is, is het positief dat er een grote betrokkenheid onder de coffeeshophouders is om in de toekomst werk te maken van de legalisatie en hun pleidooi voor een tussenevaluatie van het wietexperiment. Dat biedt hoop voor de toekomst.”