Vorige week lazen we met verbazing in de media dat de Provincie en vervoerder Keolis van plan zijn te gaan snijden in bus- en treindiensten. Zo zouden, als de plannen doorgang vinden, bepaalde lijnen minder vaak moeten gaan rijden, ’s avonds helemaal niet meer, en zou er ook nog eens worden geschrapt in lijnen tijdens de spits of op zaterdag. Ook Hof van Twente zou hiermee te maken krijgen. Het schrappen en versoberen van buslijnen is niet acceptabel. Deze plannen gaan lijnrecht in tegen al het streven om het openbaar vervoer een aanlokkelijk alternatief te laten zijn voor de auto en om dorpen, kernen en buurtschappen leefbaar en bereikbaar te houden.
Natuurlijk hebben ook wij kunnen constateren dat het aantal reizigers fors onderuit is gegaan vanwege de coronamaatregelen en erkennen wij de weerslag die dit heeft op openbaar vervoerbedrijven, ook al worden zij daarvoor in hun exploitatie gecompenseerd. De redenatie die echter nu wordt gebruikt, vinden wij onnavolgbaar. Er wordt aangenomen dat veel mensen definitief niet meer zullen terugkeren in het OV. Hoe deze aanname is onderbouwd, is voor ons onduidelijk. Bovendien creëert een besluit op een dergelijke aanname ook haar eigen gelijk, omdat mensen juist als gevolg van dit toekomstbeeld en bijbehorende maatregelen weg zullen blijven uit het OV.
In plaats van inzetten op een cynische versobering en verschraling, is het veel beter om een goed en uitgebreid netwerk te bieden, met comfortabele, betrouwbare en frequente lijnen en een hoog serviceniveau. Op deze manier zullen meer mensen de weg naar het openbaar vervoer terug weten te vinden, blijft de auto vaker staan en blijven dorpen, kernen en buurtschappen goed bereikbaar. Een college van 1 van de grootste plattelandsgemeenten zou zich hier keihard voor willen c.q. moeten maken.
Wij hebben daarom de volgende vragen aan het college:
1. Is het college op de hoogte van de geplande maatregelen (‘transitieplannen’) in het openbaar vervoer, zoals het schrappen of versoberen van lijnen? En de consequenties daarvan voor Hof van Twente?
Antwoord: Het college is op de hoogte van de lastige situatie die door corona is ontstaan voor openbaarvervoerbedrijven in het algemeen en voor Keolis specifiek. Sinds de uitbraak van de coronapandemie heeft het Rijk gevraagd om het OV-aanbod zoveel mogelijk in stand te houden, maar is het aantal reizigers in het openbaar vervoer lager dan daarvoor. Lagere reizigersaantallen leiden tot minder reizigersopbrengsten, waardoor er geen sprake meer is van een gezonde financiële situatie in het openbaar vervoer.
De coronapandemie en de daarbij behorende maatregelen hebben het reisgedrag zodanig veranderd, dat het lastig is in te schatten hoe het reisgedrag er in 2022 en verder uit zal gaan zien. In de afgelopen periode zijn veel reizigers noodgedwongen overgestapt op e-bikes en auto’s. Daarnaast lijkt het erop dat mensen steeds meer thuis gaan werken. Het geleden reizigersverlies zal dan ook tot minimaal 2025 voelbaar blijven. Een mix van maatregelen moet ertoe leiden dat het openbaar vervoer in Nederland, en daarmee ook in de regio Twente, overeind kan blijven.
2. Is het college het met ons een dat een dergelijke verschraling onacceptabel is en juist in gaat tegen onze doelen op het gebied van duurzaamheid, bereikbaarheid en leefbaarheid?
Antwoord: Het transitieplan is geen keuze uit luxe, maar puur noodzakelijk. De uitzonderlijke situatie van de door het Rijk opgelegde beperkende maatregelen vanwege de coronapandemie,
hebben geleid tot een drastische vermindering van het aantal reizigers. Gedurende lange tijd lagere reizigersaantallen leiden tot minder reizigersopbrengsten, waardoor er geen sprake meer is van een gezonde financiële situatie in het openbaar vervoer. Tot en met eind 2021 compenseert het Ministerie van I&W het grootste deel van de opbrengstenderving met een beschikbaarheidsvergoeding openbaar vervoer (BVOV). Een van de voorwaarden voor het ontvangen van een BVOV is dat concessieverleners en vervoerders per OV-concessie een transitieplan opstellen. In het transitieplan wordt beschreven hoe een nieuw economisch evenwicht voor het jaar 2022 en verder wordt bereikt. Een onderdeel van dit plan is ‘passend vervoer’ na Corona, dit zijn de vervoerkundige maatregelen die zijn uitgewerkt in een vervoerplan. Als de reizigers sneller terugkeren dan nu wordt verwacht, kan er weer worden opgeschaald.
3. Welke mogelijkheden heeft Hof van Twente met andere gemeenten om hierin hun invloed uit te oefenen en vervoerder Keolis te houden aan de afspraken in de concessiecontracten? En wat is de macht van gemeenten en de provincie in deze?
Antwoord: De Provincie Overijssel besluit als concessieverlener voor openbaar vervoer over het transitieplan. De 14 Twentse gemeenten hebben daarbij een adviesrol en ten aanzien van dit voorstel hebben ze positief geadviseerd. Besluitvorming vindt plaats door Provinciale Staten, waarvan overigens ook de fracties van SP en D66 deel uitmaken.
4. Wat gaat het college c.q. de wethouder doen om deze ‘transitieplannen’ van tafel te krijgen en op welke manier wordt er binnen de regio Twente samengewerkt om een hoogwaardig en goed verbonden OV-netwerk veilig te stellen?
Antwoord: Keolis heeft als concessiehouder i.o.m. met de Provincie als concessieverlener dit transitieplan opgesteld om ervoor te zorgen dat deze financieel lastige periode kan worden overbrugt terwijl het aanbod van openbaar vervoer in Twente zo min mogelijk wordt versoberd. Alle 14 Twentse gemeenten, dus ook Hof van Twente, ondersteunen dit plan als noodzakelijke maatregelen na een door overmacht ontstane situatie.