Voorzitter,
Zelf kreeg ik ongeveer 2,5 jaar geleden met uw plannen rondom wijkgericht werken te maken. Ik werd gepeild om deel te nemen aan de initiatiefgroep, die uiteindelijk moest komen tot een nieuw op te richten dorpsplatform in mijn woonplaats Dorst.
Dat platform werd vorig jaar opgericht, burgemeester Buijs heeft Dorst bij de oprichting toegesproken en ik nam zelf zitting in het bestuur. Toen ik een klein jaar geleden als raadslid werd geïnstalleerd ben ik uit het platformbestuur gegaan. Dit om in het kort mijn persoonlijke betrokkenheid bij dit onderwerp te schetsen.
Er is veel werk verzet. Er was groot enthousiasme onder een groep mensen in onze gemeente, zo bleek bijvoorbeeld vorig jaar in oktober tijdens het congres Buurtgestuurd Werken. Maar inmiddels zijn er her en der scheuren ontstaan, zo blijkt uit boze reacties uit het veld. En ook wij zijn niet blij met het voorstel zoals het er nu ligt.
We hebben te maken met grofweg twee problemen, een communicatief probleem en een organisatorisch probleem. Waar vorig jaar met enthousiasme twee pilotprojecten, Dorst en Oosterheide, werden aangekondigd, is er uiteindelijk weinig van de grond gekomen. Waar de buurtorganisaties stonden te popelen om hun contacten met de gemeente aan te gaan en te komen tot wijkgericht werken, hebben zij vaak moeten duwen en trekken om aandacht.
Er zijn dingen beloofd, of op zijn minst suggesties gewekt, die niet zijn nagekomen. Dat doet afbreuk aan het, soms toch al broze, vertrouwen. En juist wijkgericht werken moet op vertrouwen kunnen bouwen. Voorzitter, wellicht kunt u toelichten hoe u het proces van afgelopen jaar heeft ervaren en waar het precies is misgegaan met de voorgenomen pilots? En kunt u iets zeggen over hoe u het vertrouwen weer terug wilt winnen: wat kan er beter? Een goede evaluatie is nodig om überhaupt een nieuwe start te maken.
Dan de organisatorische kant. Het lijkt D66 goed om alsnog te starten met pilots. Het is nodig om goed te focussen, om goed uit te vinden hoe wijkgericht werken precies werkt en wat ervoor nodig is om het te optimaliseren. Het is nodig om vertrouwen te winnen en de organisatie er goed aan te laten wennen. Door klein te beginnen kunnen eventuele weeffouten makkelijk worden opgespoord en verholpen worden.
In die pilot zou op een gedegen manier een project centraal moeten staan. Dat geeft ruimte om van tevoren doelstellingen en mogelijke successen te formuleren en te benoemen hoe deze te behalen zijn. U kunt dan bijvoorbeeld op een concreet onderwerp uw nek uitsteken en laten zien hoe het kan. Door klein te beginnen is het mogelijk om te focussen en vertrouwen te winnen. Maar bijvoorbeeld ook om af te tasten hoe er goed kan worden omgegaan met een begrip als draagvlak. Als de pilot succesvol is, is er alle ruimte om wijkgericht werken verder vorm te geven in de rest van onze gemeente.
In de huidige nota missen we tweerichtingsverkeer, van de gemeente naar de wijk en van de wijk naar de gemeente. Hoewel je her en der leest dat er ruimte is voor de buurt om eigen input te leveren, lijkt de nota vooral geschreven om vanuit het Slotjesveld onderwerpen onder de aandacht te brengen in de buurt. Dat moet gelijkwaardig zijn.
Graag zien wij dat de buurt ruimhartig wordt uitgenodigd om ook zelf met plannen te komen of collectieve wensen uit te spreken. Plannen waar draagvlak voor is. Want wie kent de buurt beter? U, of de mensen die er wonen en leven? En wie heeft er dagelijks te maken met het reilen en zeilen in een buurt? U, of de mensen die er wonen en leven?
We zien wel dat draagvlak bij bewoners een ingewikkeld en moeilijk algemeen te omkaderen onderwerp is. Het is goed om met bewonersorganisaties af te spreken wanneer er ergens voldoende draagvlak voor is. Bewoners kunnen daar wellicht het best zelf over nadenken en er vooral een minimum aan vasthangen.
Om wijkgericht werken tot een succes te maken, is een goede verbinding met en binnen de organisatie belangrijk. Hoe ziet de portefeuillehouder dit voor zich? Kunnen we toe naar een systeem waarbij bewoners op bepaalde onderwerpen een vast aanspreekpunt binnen de organisatie krijgen?
Zoals in Dorst bijvoorbeeld ook is afgesproken op onderwerpen? En zorgt u er ook voor dat ook deze ambtenaren ingericht zijn op deze verantwoordelijkheid en voldoende mandaat krijgen?
Ook zijn een goede wijkmakelaars van belang, ter ondersteuning van de buurt. Daarbij past inspraak van de bewoners bij de aanstelling. De bewoners hebben op dit moment contact met de wijkwerker, een onafhankelijk persoon. Kunt u uitleggen hoe die onafhankelijkheid er concreet uitziet? En hoe die wijkwerker zich precies in rol en mandaat verhoudt tot de wijkmakelaars, welke wel in dienst zijn van de gemeente?
Een sterk mandaat van de wijkmakelaars is van groot belang. Wij steunen hierin de motie van GroenLinks over het mandaat van de wijkmakelaar. Het is voor ons belangrijk dat de wijken kunnen bouwen op een goede ondersteuning als brug richting de gemeente.
Tot slot. In het kort voorzitter. Wij zouden graag:
Willen evalueren wat er afgelopen jaar precies is misgegaan, voor 1 januari a.s. lijkt ons een redelijke termijn.
Wij willen opnieuw starten met kleine projecten, waarin mijlpalen, doelstellingen en de rollen goed zijn verwoord.
We zien graag geborgd hoe wijkgericht werken echt tweerichtingsverkeer kan worden.
We willen toe naar een onafhankelijke wijkmakelaar.
In de organisatie zouden we graag een aanspreekpunt hebben die bewoners op onderwerpen verder kan helpen, met een bijbehorend mandaat.
STEMVERKLARING
Wij vinden het belangrijk dat er stappen gezet worden in dit lastige dossier en daarom steunen wij het voorstel. We hadden de nodige op- en aanmerkingen, die hebben we nog steeds en daar zullen we scherp op blijven. Wel heeft de wethouder er een aantal weg kunnen nemen, waarvoor dank. Hoewel het mooi is dat er vaart gemaakt wordt, vinden we het onjuist dat er al wijkmakelaars zijn benoemd voordat het voorstel is ingestemd. Steun dus ook voor die motie in het bijzonder.