Poliflw

Donderdag 11 juni wordt een extra raadsvergadering gehouden om te spreken over de bestuurlijke situatie van de gemeente. Aan de orde komt o.m. een verklaring van CDA fractievoorzitter Richard op 't Veld over het besluit geen deel meer uit te maken van de coalitie CDA-VVD-DSV en het verzoek aan de CDA wethouders hun portefeuilles ter beschikking te stellen zodat de raadsfracties 30 dagen de tijd hebben voor de vorming van een nieuwe coalitie.Vanwege de coronamaatregelen kunt u de vergadering niet bijwonen; wel is het mogelijk deze live te volgen of terug te luisteren via www.gemeenteraadopmeer.nlAanvang 20.00 uur.

De CDA-fractie in Opmeer beëindigd per direct de samenwerking met coalitiepartijen DSV en VVD. Reden van de breuk is een gebrek aan vertrouwen in een vruchtbare samenwerking. Fractievoorzitter Richard op ’t Veld: “De coalitie tussen CDA, DSV en VVD is in 2018 gestart met ambitie en enthousiasme. Gaandeweg de raadsperiode werd echter steeds duidelijker dat tijdens discussies over belangrijke onderwerpen voor de inwoners van Opmeer, niet voldoende ruimte was voor alternatieve denkrichtingen.” Als cruciale voorbeelden noemt Op ’t Veld discussies over het waarborgen van de zelfstandigheid van de gemeente en de taakverdeling en rolopvatting van college en gemeenteraad. “Een goed inhoudelijk gesprek over politieke stokpaardjes bleek erg lastig te voeren. Het ontbrak daarbij aan de bereidheid tot het sluiten van compromissen. Alles bij elkaar opgeteld zijn we tot de conclusie gekomen dat de huidige situatie onwerkbaar is geworden.”

De CDA-fractie in Opmeer beëindigd per direct de samenwerking met coalitiepartijen DSV en VVD. Reden van de breuk is een gebrek aan vertrouwen in een vruchtbare samenwerking. Fractievoorzitter Richard op ’t Veld: “De coalitie tussen CDA, DSV en VVD is in 2018 gestart met ambitie en enthousiasme. Gaandeweg de raadsperiode werd echter steeds duidelijker dat tijdens discussies over belangrijke onderwerpen voor de inwoners van Opmeer, niet voldoende ruimte was voor alternatieve denkrichtingen.” Als cruciale voorbeelden noemt Op ’t Veld discussies over het waarborgen van de zelfstandigheid van de gemeente en de taakverdeling en rolopvatting van college en gemeenteraad. “Een goed inhoudelijk gesprek over politieke stokpaardjes bleek erg lastig te voeren. Het ontbrak daarbij aan de bereidheid tot het sluiten van compromissen. Alles bij elkaar opgeteld zijn we tot de conclusie gekomen dat de huidige situatie onwerkbaar is geworden.”