Poliflw

 

De CDA-fractie in Groesbeek blijft tegen elke vorm van reactivering van de spoorlijn. Groesbeek zit niet te wachten op een lightrail- of treinverbinding met Kleef. De bestaande infrastructuur en verkeersverbindingen laten stagnatie niet toe. Het Sintropheronderzoek (haalbaarheidsstudie) is gedateerd en reactivering van de spoorlijn gaat ruim 20 miljoen euro kosten. Als je al voorstander van een railverbinding zou zijn, moet je al snel de vraag stellen of een dergelijke voorziening rendabel zou zijn. Zelfs de busverbinding tussen Kleef en Groesbeek is recent opgeheven. Wat het CDA betreft komt Groesbeek massaal in verzet tegen de plannen of beter gezegd, deze luchtkastelen.  

 

Tijdens de politieke markt van afgelopen 1 maart heeft de gemeenteraad met steun van het CDA besloten de weg vrij te maken voor een forse investering in het Groesbeeks agrarisch gebied.

Groesbeek is geselecteerd voor een tweetal projecten in het kader van het landschapsontwikkelingsplan (LOP), dat een aantal jaren geleden in het leven is geroepen om de landschappelijk negatieve gevolgen van de ruilverkaveling te compenseren.

Voor deze projecten komt nu een bedrag van bijna € 1,3 miljoen beschikbaar in de vorm van subsidies voor grondeigenaren in het agrarisch gebied van Groesbeek. De provincie Gelderland heeft inmiddels al € 950.000,- ter beschikking gesteld. Stichting Landschapskapitaal levert een bijdrage van bijna € 250.000,-. De bijdrage van de gemeente zelf blijft beperkt tot € 59.000,-.

Met het geld kunnen landschapselementen als bosschages, hagen en sloten worden hersteld dan wel worden aangelegd ter verfraaiing van het landschap. De subsidies zijn ook bedoeld om het agrarisch gebied door middel van de aanleg van wandelpaden toegankelijker te maken voor recreanten.

De investering in deze zogeheten ‘groenblauwe diensten’ vindt in eerste instantie plaats in twee gebieden, één ten noorden van Groesbeek en één ten zuidoosten van het dorp (zie kaartje). De investering is niet alleen goed nieuws voor Groesbeekse boeren en burgers, het maakt het Groesbeekse landschap ook aantrekkelijker voor toeristen.

Tijdens de behandeling in de gemeenteraad sprak CDA-raadslid Dave van Loon van een “ongekende luxe in deze tijd waarin in de breedte wordt bezuinigd.” Hij noemde de mogelijkheid in het landschap te investeren een economische impuls voor het agrarisch gebied en op termijn een verhoging van de toeristische waarde van dat gebied tegelijk.

Het CDA wil dat er op het stuk tussen de Clarenbeekseweg en Zevenheuvelenweg in Berg en Dal op snelheid wordt gecontroleerd. Dit zei CDA-raadslid Rob Verheijen donderdagavond tijdens de raadsvergadering.

 

Het stuk tussen de Clarenbeekseweg en de Zevenheuvelenweg in het verleden. 60km/uur was toen een adviessnelheid, sinds kort de maximumsnelheid. Foto: Google Maps.

Berg en Dallers klagen over de gereden snelheid van de gemiddelde automobilist op dit stuk. Op de Clarenbeekseweg mag men 50km/uur rijden en daarna volgt er een maximumsnelheid van 60km/uur op een gedeelte van de Zevenheuvelenweg.

Deze maximumsnelheid wordt door de automobilist regelmatig overschreden, weet Verheijen. “Afgelopen week heeft daar nog een aanrijding plaatsgevonden. Mensen voelen zich er niet veilig. Er wordt harder dan 50 danwel 60 gereden”, aldus Verheijen donderdag tijdens het spreekrecht voor raadsleden.

Burgemeester Prick reageerde positief op de vraag van het CDA. Hij gaf aan met de politie te bespreken of er binnenkort snelheidscontroles kunnen plaatsvinden.

De Groesbeekse raad heeft donderdagavond het raadsvoorstel aangaande de herindeling met Millingen goedgekeurd. Het voorstel (B11) kreeg in aangepaste vorm volledige steun van de raad. Door dit unanieme besluit wordt er vóór 1 juli 2012 een herindelingadvies opgesteld. Daarna volgt de definitieve besluitvorming.

Aftrap - Het aangaan van deze zogeheten intentieverklaring is de eerste stap naar een fusie met als einddoel één grote plattelandsgemeente, gelegen aan de oostflank van Nijmegen. De inzet is naar schatting een gemeente van ongeveer 50.000 inwoners. De fusie is nodig omdat Groesbeek in de toekomst niet meer zelfstandig verder kan gaan. “Het is slikken of stikken”, zo verwoordde Frits Ankringa (GroenLinks) het.

Betrokkenheid inwoners - Vanuit de raad was er kritiek over het feit dat de burgers op dit moment nog niet betrokken zijn bij de fusie met Millingen. Dit was voor veel partijen ook de reden om in eerste instantie de intentieverklaring niet aan te gaan. De inhoud van de verklaring werd door burgemeester Prick echter nog eens duidelijk uitgelegd. Prick, bezig met zijn laatste maand als burgemeester van Groesbeek, vroeg zich af of raadsleden het voorstel wel begrepen. Hij gaf aan dat de inwoners wel degelijk bij de fusie worden betrokken, vanaf het moment dat het raadsvoorstel wordt aangenomen. Het voorstel is namelijk een aanzet tot onderzoek, waarbij ook het maatschappelijk draagvlak onderzocht wordt. Dit is overigens ook verplicht bij een herindeling.

 Initiatiefvoorstel GVP - De Groesbeekse Volkspartij (GVP) kwam met een initiatiefvoorstel. Daarin wordt het college opgedragen om de financiële, de maatschappelijke en de lange termijn (ongeveer 15 jaar) strategische effecten te onderzoeken en te rapporteren voor zowel de individuele burger als de gemeenten. Dit alles met betrekking tot de onderstaande drie scenario’s: 1) Millingen aan de Rijn en Groesbeek worden samengevoegd tot één gemeente. 2) Millingen aan de Rijn en Groesbeek blijven zelfstandig maar de ambtelijke werkzaamheden blijven door Groesbeek worden uitgevoerd. 3) Millingen aan de Rijn of Groesbeek zoekt aansluiting bij een andere gemeente en de organisatie wordt ontvlochten.

Prick kon zich hier in vinden en vulde het originele raadsvoorstel aan met bovenstaande tekst. De aangepaste variant van het voorstel, met nog wat bijgeschaafde tekst, werd uiteindelijk unaniem door de raad gesteund.

Aandacht voor herindeling - Deze week werd er door DeGroesbeek.nl al wat aandacht aan de raadsvergadering van donderdag besteed. Sociaal Groesbeek diende namelijk een motie in, waarin de partij aangaf een raadgevend referendum te willen houden. Deze werd ontraden. Het initiatiefvoorstel van de GVP werd beter ontvangen. Elementen uit dat voorstel zijn in het aangepaste B11-voorstel opgenomen.

Definitief samengaan - Mocht het tot een fusie met Millingen komen zal deze aangegaan worden per 1 januari 2014. Ubbergen zal zich dan ook kunnen samenvoegen met Millingen en Groesbeek, maar dan moet het wel binnen twee maanden beslissen. Dit was op verzoek van het CDA. De fusie is dan, in overleg met de minister, ook per 1 januari 2015 mogelijk volgens Prick. Een tweede herindeling met andere gemeenten, zodat een grote plattelandsgemeente mogelijk wordt, volgt mogelijk in 2018.

 

Als het aan het college van Burgemeester en Wethouders (B&W) in Groesbeek ligt, krijgt het heuveldorp volgend jaar een leerplichtambtenaar met opsporingsbevoegdheid. Dit blijkt uit een raadsvoorstel van de gemeente Groesbeek.

In oktober 2010 diende CDA-raadslid Rob Verheijen, gezamenlijk met de VVD, GVP en Sociaal Groesbeek, een motie in voor het beschikbaar stellen van een leerplichtambtenaar met deze bevoegdheid. De motie werd aangenomen en de gemeente onderzocht de mogelijkheden. Nu is besloten dat een ambtenaar van Bureau Leerplicht Nijmegen ingehuurd kan worden. Hij of zij houdt toezicht op de naleving van de Leerplichtwet door scholen, instellingen, ouders, verzorgers en jongeren en kan indien nodig verbalen uitschrijven. Dit alles is in samenwerking met de gemeente Millingen aan de Rijn. Die gemeente werkt al een tijdje met een leerplichtambtenaar en is daar uiterst tevreden over.

Het doel is een effectieve aanpak van meldingen van incidenteel schoolverzuim (spijbelen) en absoluut verzuim (thuiszitters). Schoolverzuim is vaak een voorbode van voortijdig schoolverlaten. De leerplichtambtenaar voor Groesbeek en Millingen aan de Rijn heeft de bevoegdheid van een Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) en kan dus ook de repressieve taak uitvoeren.

Hij of zij moet de kwaliteiten hebben om aanspraak op zwaardere dure jeugdzorg te voorkomen. Scholieren die vaak spijbelen hebben meestal ook andere problemen. Dit moet vroeg worden aangepakt voordat zaken uit de hand lopen. In deze situaties is professionele hulpverlening dan onvermijdelijk. De leerplichtambtenaar kan door zijn bevoegdheden problemen in een vroeg stadium signaleren en hulpverlening in een eerdere fase afdwingen, waardoor de leerling (en het gezin) sneller geholpen wordt.

De directeur van het Montessori College is verheugd over de inzet van een leerplichtambtenaar voor de Groesbeekse leerlingen. Groesbeek wil een contract van twee jaar aangaan met Bureau Leerplicht Nijmegen. Na anderhalf jaar volgt een evaluatie op diverse aspecten. De raad besluit op 22 december of het aantrekken van de ambtenaar voor 16 uur per week door gaat. De totale kosten bedragen zo`n € 40.000,- terwijl het budget slechts € 17.000 is. De raad moet daarom toestemming geven voor het dekken van de aanvullende kosten.

GROESBEEK – Na het vertrek van burgemeester Prick in april 2012 krijgt Groesbeek niet direct een nieuwe ‘vaste’ eerste burger. De Gelderse commissaris der konin­gin Clemens Cornielje stelt na Pricks vertrek een waarnemer aan. Dat heeft hij in samenspraak met de fractievoorzitters van de Groes­beekse gemeenteraad besloten. Het is overigens niet ongebruike­lijk dat gemeenten het een tijdje met een waarnemer moeten doen. Aan de benoeming van een perma­nente burgemeester gaat een stevi­ge procedure vooraf. Zo moet de gemeenteraad eerst een profiel­schets opstellen van het type be­stuurder dat, in dit geval, bij Groes­beek past. Gerd Prick doet op 1 april 2012 de bestuursketting af. Hij heeft er dan 21 Groesbeekse jaren opzitten. Prick bereikt volgend jaar de pen­sioengerechtigde leeftijd.De Gelderse gedeputeerde Jan Mar­kink spreekt op 22 december met de gemeenteraad van Groesbeek over het verzoek van de gemeente Millingen aan de Rijn om te ko­men tot een gemeentelijke herin­deling. Markink maakt momenteel een tournee door de gemeenten rond Nijmegen om de belangstel­ling voor herindeling te peilen.

Op maandag 21 november om 20.15 uur wordt door de ouderverenigingen van de basisscholen De sieppe, 't Vossenhol, Adelbrecht-Windekind en De Carolusschool een informatieavond over de verkeersmaatregelen Oostelijke randweg Groesbeek in CC de Mallemolen georganiseerd.

In de raadsvergadering van de gemeente Groesbeek, is op 13 oktober jl. een besluit genomen om de snelheidsremmende maatregelen (slingers, drempels en betonranden) te verwijderen op de Nieuwe Drulseweg (per direct) en de Cranenburgsestraat (voorjaar 2012). De gemeente wilt deze route voor de automobilist aantrekkelijker maken en men wilt dit bereiken door snel rijden makkelijker te maken.

++++++++++++

Deze maatregelen gaan echter ten koste van de veiligheid van onze kinderen! In een groot aantal studies is aangetoond: naarmate de snelheid toeneemt, neemt de kans op ernstig ongeval steeds meer toe. In het raadsvoorstel (B66) van de gemeente wordt dit meerder malen bevestigt.

(de snelheid zal toenemen de consequentie daarvan is dat er verminderde oversteekbaarheid is door hogere snelheden en toename intensiteiten.)

++++++++++++

De raad is zich ervan bewust dat de maatregelen die genomen gaan worden, de veiligheid niet kunnen waarborgen. Toch zijn zij akkoord gegaan met het voorstel. Wij moeten de raadsleden ervan overtuigen dat ze in hun afweging het belang van de zwakke weggebruiker zwaarder moeten wegen dan dat van de geïrriteerde automobilist.

Dat lukt alleen met jullie steun!

U komt toch ook ?

Tijdens deze informatie avond, krijgt u de gelegenheid vragen te stellen aan de raadsleden die achter dit besluit staan.

GRIJP UW KANS!

                            

De Groesbeekse CDA-fractie is benaderd door een aantal mensen met een  vraag over de werkzaamheden die op dit moment op het kermisterrein uitgevoerd worden. Een aannemer is namelijk bezig om in het pas aangelegde asfalt  grote gaten (1,8 X 1,8 meter) te zagen en het vulzand weer te verwijderen. Het is kennelijk de bedoeling dat daar bomen in geplant worden.

Het lijkt een bijzonder kostbare aangelegenheid en bovendien gaan er door dit plan 7 parkeerplaatsen verloren. Op de oorspronkelijke bestektekening staan wel bomen ingetekend, maar deze zouden tussen de parkeerplaatsen aangelegd worden. Het is de vraag waarom het gemeentebestuur  niet direct bij de aanleg van het plein deze voorziening heeft getroffen en waarom er nu van de tekening afgeweken wordt.  Het CDA heeft het college van B&W en de verantwoordelijk wethouder om opheldering gevraagd en wil vooral weten wat deze operatie moet gaan kosten. Mocht het plaatsen van de bomen tijdens het project vergeten zijn, zou het beter zijn geweest dat de bomen 1 ½ meter verder in de grasberm werden geplaatst. Het onnodig geld uitgeven aan de infrastructuur lijkt in Groesbeek aan de orde van de dag te zijn. Dit is al jaren een doorn in het oog van het Groesbeekse CDA.

De Gelderlander – woensdag 16 november 2011 Verbazing in Groesbeek: nieuwe parkeervakken wijken voor bomen

GROESBEEK – Het leidde vorige week al tot verbaasde blikken en bozige reacties in het centrum van Groesbeek: frees- en graafmachi­nes begonnen met het maken van grote gaten in het asfalt van het ‘ kermisterrein’ aan de Houtlaan, pal bij het gemeentehuis en het nieuwe woon- en winkelcentrum DeWeem. Dat asfalt ligt er pas sinds het voor­jaar en is de vloer van een netjes opgeknapte parkeerplaats. Dus: waren ze nou helemaal gek gewor­den? Zeven grote gaten verschenen er, en die zijn nodig voor het plaatsen van even zoveel bomen op het ter­rein. De gaten nemen de plaats in van een handvol net aangelegde parkeervakken. Raadslid Rob Verheijen weet niet waar hij nu onthutster van raakt: het verlies van die parkeerruimte in het drukke dorpscentrum, of het dubbele en ongetwijfeld dure werk (‘duizenden euro’s’, zegt hij) dat op het kermisterrein wordt ver­zet. „Het was bekend dat die bomen er zouden komen, maar ik heb altijd begrepen dat de parkeerplaatsen ongemoeid gelaten zouden wor­den”, zegt Verheijen. „ Ik vind groen heel mooi, hoor, maar kijk eerst eens even of die bomen niet in de berm geplaatst kunnen wor­den.” Verheijen wil nu weten waarom er dubbel werk wordt gedaan en wat dat kost. Ook wil hij van bur­gemeester en wethouders van Groesbeek weten waar er weer nieuwe parkeerplaatsen terugko­men. Volgens een woordvoerder van de gemeente klopt het echter precies wat er is gebeurd. „Die bomen staan gewoon op de bestektekenin­gen”, zegt hij. „ En er wordt geen overbodig werk verricht. Het is ge­woon het handigst de zaak hele­maal te asfalteren en er vervolgens gaten in te frezen.”

Meneer de voorzitter,

Allereerst wil ik via u mijn excuses aanbieden aan het ambtelijk apparaat dat ik door een onverwachte ziekenhuisopname geen gebruik heb kunnen maken van het aanbod om vragen te stellen tijdens de inloopmiddag. Ook de afgelopen twee weken hebben in het teken van herstel gestaan. Mogelijk dat daardoor een paar vragen, op- of aanmerkingen onzerzijds over de begroting die nu voor ligt voorkomen hadden kunnen worden. Ik verzoek dus om enige clementie. Ook wil ik ieder bedanken die de afgelopen weken via telefoontjes, mails, gesprekken en kaart, hun belangstelling hebben getoond. Hartverwarmend.

In de voorliggende conceptbegroting houden we, terecht, een slag om de arm over de bezuinigen die ongetwijfeld op ons afkomen. Aangezien de ingediende rijksbegroting door het vorige kabinet aangevuld gaat worden met de plannen door het nieuwe kabinet, is nog veel onzeker. Dat wil niet zeggen dat we geen algemene en specifieke zaken uit de begroting willen aansnijden. Allereerst willen wij over specifieke onderdelen van een enkel programma wat kanttekeningen plaatsen gevolgd door een mededeling over hoe wij daar tijdens de begrotingsbehandeling volgende week mee om zullen gaan, afhankelijk van de reactie van college en andere fracties. In het tweede deel zullen wij een paar voor ons wezenlijke zaken behandelen, zaken van algemeen en van financieel belang voor de toekomst van Ubbergen.

Het zijn per slot van rekening Algemene en Financile Beschouwingen bij het vaststellen van het beleid voor 2011 en de doorkijk in de meerjarenbegroting en de daarbij behorende middelen. De situatie van de gemeente Ubbergen mag op de korte termijn er gezond uit lijken te zien, maar over de langere termijn hebben wij nog steeds zorgen. De Algemene Beschouwingen bij het behandelen van een begroting is tot nu toe het enige tijdstip in een raadsjaar om daarover te kunnen spreken. Temeer geldt onze behoefte omdat vandaag de eerste begroting na de verkiezingen aan het begin van een nieuwe zittingsperiode van 4 jaar wordt behandeld. Van alle fracties kan dus verwacht worden dat zij behoefte voelen over deze toekomst een beeld te hebben en te ontvouwen. Wij, als niet-coalitieondersteunende fractie, voelen die behoefte in ieder geval.

Raadsinformatiesysteem

Wij steunen van harte de plannen om de raadsleden via een Raadsinformatiesysteem toegang te geven tot alle relevante stukken, ook onderliggende notas. Hoe eerder hoe liever. De plaatsing van de openbare vergaderstukken op de website is een start, maar niet voldoende. Via een RIS kunnen raadsleden ook met elkaar, met het college en met het ambtelijk apparaat communiceren. Bij andere gemeenten, volgens mij ook in Groesbeek en Millingen aan de Rijn, wordt hier al gebruik van gemaakt. Het is dus een zaak van aansluiten via MUG ICT.

Scholenbouw

Het hele financile beleid van de afgelopen jaren heeft in het teken gestaan van een reserve maken voor investeren, o.a. in scholenbouw. Over Leuth en de Havo een paar vragen en een opmerking. De bouw van de school in Leuth is sterk afhankelijk van de plannen met Leuth Zuid. Een plan waarin alles aan alles gekoppeld is, waarin elk puzzelstukje een key project is.

De puzzel kan pas gelegd worden als alles maar dan ook alles tot op het kleinste detail geregeld is en er geen kink en wat voor kabel dan ook nog kan komen. Denk daarbij aan de boerderijverplaatsing, verplaatsing van de sportvelden, zelfs het plan voor het welness centrum, waar de gemeente geen enkele invloed op heeft qua start en exploitatie, is een key project. Dit totale plan dreigt nu bovendien ernstige vertraging op te lopen door de sterk gedaalde vraag naar woningen door economische crisis en misschien ook wel door de concurrentie van de Waalsprong. Wordt het misschien tijd om het oude plan van herbouw op de oorspronkelijke plaats te overwegen, knopen door te hakken ten aanzien van elk van de andere sleutelprojecten, de consequenties daarvan onder ogen te zien, de rest van de plannen met Leuth Zuid daarop aan te passen en te wachten op betere tijden?

Dan de Havo. Bij de besluitvorming over het krediet voor de herbouw op 2 juli vorig jaar heeft het college de raad verzekerd dat alle benodigde bedragen in de kredietaanvraag vermeld stonden. Maar vorig jaar kwam ineens nog een bedrag in de meerjarenbegroting voor afschrijving. Dat bedrag staat nu in de begroting van 2011. Waarom is dat bedrag niet meegenomen in de lijst bij het vaststellen van de totaal kosten? Bovendien staat er een bedrag als uitbreiding eerste inrichting, leer- en hulpmiddelen en meubilair. Wij vinden dat zeer bevreemdend, los van het feit dat de beslissing niet anders geweest zou zijn. De lijst, nodig voor het inzicht in de totale gemeentelijke kosten was niet volledig. Wij willen graag een verklaring hiervoor.

Tijdens de bespreking van de jaarrekening 2009 in de voorronde van 24 en de raad van 31 juli 2010 hebben wij vragen gesteld over de afschrijvingen van de investeringen in de onderwijshuisvesting van de afgelopen en toekomstige jaren met als doel het vormen van een reserve ter voorkoming van een situatie waarin wij gekomen zijn. Een situatie die ontstaan is in 1997 toen de raad unaniem besloot een dergelijke reserve niet in te richten.

Zijn er inmiddels antwoorden te geven op de vragen die wij toen gesteld hebben?

Het project Groene leefruimte Beek.

Hierin wordt aangekondigd om een aantal activiteiten te ontplooien. Wij horen over het deel aan de Gelderhorstlaan dat gereed is zeer verschillende geluiden. Het ziet er vaak niet uit, het is een modderbende, tot aan de waarneming dat er nauwelijks gebruik van gemaakt wordt. Verder wordt er nogal veel gevraagd van de omwonenden om het te onderhouden. In eerste instantie leuk, maar je mag daar niet per definitie van blijven uitgaan. Wij willen dan ook voorstellen om eerst minimaal een vol jaar met alle daarbij behorende seizoenswisselingen af te wachten om daarna te evalueren en eventuele lessen te leren alvorens verder te gaan.

Toerisme

In onze gemeente functioneert de SPTU, Stichting Platform Toerisme Ubbergen. Die stichting ontvangt een subsidie voor het ontwikkelen en faciliteren van toeristische attracties en activiteiten in de brede zin van het woord. De subsidie komt uit de opbrengst van de toeristenbelasting, verminderd met de perceptiekosten en verminderd met de meeropbrengst boven de 65 eurocent per overnachting. In de praktijk komt dat neer op een bedrag van ongeveer  25.000 per jaar. Volgens de begroting die voor ons ligt wordt daar nu met ingang van 2011 met een pennenstreek  13.000 afgehaald. Onze fractie heeft grote bezwaren. Ten eerste wordt het geld dat gekort wordt besteed aan een niet-toeristische bestemming, namelijk het maaien van bermen en onderhoud van kunst. Met de stichting is alleen een keer in zeer bedekte termen gesproken over het kunstonderhoud als een mogelijk oneigenlijke taak van de stichting, zonder daarbij het bedrag te melden dat er dientengevolge gekort wordt op de subsidie en na een inventarisatie. De stichting heeft bij mijn weten ooit op verzoek van de gemeente het onderhoud ter hand genomen omdat de gemeente er geen geld voor had, en nu wordt het wel van de stichting afgenomen. Ten derde wordt de stichting zonder ook maar n enkele motivering gekort in de middelen waar zij al jarenlang op kon rekenen. Het is dus ook maar de vraag of dit voorgenomen besluit een juridische toets ten aanzien van rechtmatigheid kan doorstaan. Om inhoudelijke en procedurele redenen zijn wij dus tegen. Wij vinden dit ook geen manier van doen van een college dat steeds tamboereert op het feit dat zij zo open met belangengroepen communiceert. De tekst voor de begroting is echt niet pas de laatste week voor het verschijnen ontstaan. In de boezem van het college is hier vast al een keer over gesproken, maar niet met de stichting.

Deze gang van zaken brengt ons ook op de vraag of we via deze weg nog niet een aantal andere beleidswijzigingen impliciet maar vooral onopgemerkt gaan nemen. Dat kan toch niet de bedoeling zijn. Het is dat deze ons opgevallen is. Graag een antwoord op deze vraag.

Minimabeleid

Wij ondersteunen van harte de maatregelen zoals die vermeld staan bij dit onderwerp. Vooral omdat door maatregelen van de nieuwe regering het er naar uit ziet dat vooral de lagere inkomens door de aard van die maatregelen extra lasten te dragen krijgen. Te denken valt aan eigen of verhoogde eigen bijdragen in noodzakelijke voorzieningen en zelfs schrappen van overheidsbijdragen in sommige voorzieningen, verhogen van premies, e.d.

Voor lage inkomens werkt dat relatief zwaarder door dan voor hogere inkomens en blijft er minder over van hun inkomen voor andere zaken. Tegelijk wordt aan gemeente steeds meer opgedragen in het kader van WMO, betrokkenheid bij het maatschappelijk gebeuren, leefbaarheid, enz. Wij willen met een voorstel komen om, zoals in buurgemeenten al gebruikelijk is, aan gezinnen met een minimuminkomen of net daarboven, een bijdrage te geven in contributies voor het lidmaatschap van een vereniging. Vooral verenigingen spelen een rol het betrokken blijven van leden en burgers in het maatschappelijk gebeuren.

Bouwbeleid

De druk van Nijmegen om de bouwplannen van de omliggende gemeente te beperken en de concurrentie van de Waalsprong kunnen voor krimp zorgen in die gemeenten en blijven die betere tijden waar we eerder over spraken voor ons een droom, terwijl voor de totale stadsregio dit niet zal gelden. Een krimp met consequenties voor de voorzieningen, terwijl ons beleid er de laatste jaren juist op gericht is geweest om door middel van een noodzakelijke maar matige groei de voorzieningen in stand te kunnen houden. Een groei die juist weer via en door de stadsregio mogelijk is geworden. Wij moeten dus heel alert blijven op de ontwikkelingen om tijdig en samen met de buurgemeenten in te kunnen spelen op de gevolgen.

Investeringsreserve

De opbrengsten van de grondverkopen voor diverse bouwplannen zijn nodig voor de investeringsreserve. De opbrengsten hadden we vastgesteld. Het innen van die opbrengsten worden door omstandigheden steeds verder in de tijd weggeschoven. Wij hebben daar de volgende vragen over. Door het steeds verder uitlopen van de realisering van die opbrengsten daalt de waarde van die opbrengst. De enige instantie die daar financieel nadeel van ondervindt is de gemeente, anderen hebben daar voordeel bij. Is er in de convenanten die met diverse partijen gesloten zijn indexaties opgenomen voor de te realiseren opbrengst om voor- en nadelen te compenseren? Lopen door het uitstel van de opbrengst de geplande en soms zelfs door overheideisen noodzakelijke investeringen voor ICT en voor scholen hierdoor gevaar? Als de vereiste investeringen toch gedaan moeten worden, moeten we lenen op de kapitaalmarkt. Hoe gaan we dan de kapitaallasten voor de eventuele leningen structureel dekken?

 Investeringssubsidies

Onze gemeente is volgens ons en anderen buiten onze gemeente d kampioen van de afgelopen jaren in het binnenhalen van subsidies. Alle lof want zo kunnen er zaken gerealiseerd worden die anders niet gekund hadden. Toch kan dit beleid voor de toekomst zorgpunten opleveren waar aandacht voor moet zijn. Wat zijn de consequenties in het kader van afschrijvingen, onderhoud, vervanging, exploitatie, enz. van de gesubsidieerde delen van de investeringen. Een voorbeeld is de  1,9 miljoen extra subsidie voor de Havo. Een ander voorbeeld is de investeringssubsidie voor het project Groene Leefruimte Beek. Is er in het algemeen in de meerjarenbegrotingen aandacht voor, zijn of worden daar reserves voor ingericht, lopen we niet in een financile fuik omdat het nu zonnig lijkt, maar de toekomst donker bewolkt is? Heeft het college maatregen in gedachte om deze fuik te ontwijken?

OZB

In de aanbiedingsbrief staat aangekondigd dat de OZB niet extra zal worden verhoogd. Dat is ook via de pers meegedeeld. Nadere bestudering leert echter dat het toch veel minder mooi is dan het lijkt. Vorig jaar werd al in diverse media en door diverse instanties gemeld dat door de waardedaling van het onroerend goed de WOZ verlaagd zou worden. Door de keuze van peildata kon dat niet eerder maar met ingang van het fiscale jaar 2011 zou de burger een lastenverlichting merken. De WO is namelijk bepalend voor het huurwaardeforfait bij de inkomstenbelasting, de waterschaps- en polderlasten en het berekenen van de OZB.

Iedereen blij met dit bijeffect van de op zich vervelende vermogensdaling van woningeigenaren. Maar de burger heeft volgens de toelichting bij de OZB in paragraaf lokale heffingen helemaal geen voordeel. Het OZB-tarief wordt namelijk verhoogd met het percentage van de waardedaling en daarna komt het inflatiepercentage van 0.75% op het tarief. De burger betaalt dus wel een extra verhoging namelijk de verhoging die gerelateerd wordt aan de waardedaling, geen voordeel dus van de waardedaling. De gemeente wentelt de inkomstendaling gewoon af op de burger, zonder eerst te kijken of er geen andere mogelijkheden zijn ter compensatie. Zonder afdoende antwoord op de vraag of er naar een andere oplossing gezocht en blijkbaar niet gevonden is, zullen wij dus een tariefsverhoging van meer dan 0,75% afwijzen.

Ook ten aanzien van de steeds verdergaande scheefgroei in de OZB-tariefdifferentiatie tussen woningen en niet-woningen zullen wij met een voorstel komen.

Financieel beleid

In de aanbiedingsbrief wordt ook gesproken over een daling van de Algemene uitkering voor Ubbergen. De redenen zijn ons bekend en in voordrachten aan de raad in 2003 en 2004 heeft ondergetekende daar al op gewezen.

Om aan de financile situatie van de gemeente het hoofd te kunnen bieden hebben daarom achtereenvolgende colleges diverse maatregelen genomen. Allereerst is de OZB opgehoogd in twee stappen naar, zoals dat heet, het art. 12 niveau. Daarna is een groot aantal reserves herbestemd tot n investeringsreserve. Overigens levert een herbestemming geen extra geld op. Nieuw beleid kon alleen als er oud voor zou worden ingeleverd en een strakke begrotingsdiscipline onder het motto de hand op de knip is ingevoerd. Verder is afgesproken dat mogelijke rekeningoverschotten en positieve berapresultaten in diezelfde reserve gedaan zouden worden. De begrotingen die daarop volgde, tot en met de huidige, waren steeds sluitend zonder vooruitzicht dus op een overschot ten behoeve van de investeringsreserve, sterker bij elke begroting werd vermeld dat het met krabben en bijten weer net gelukt was de begroting sluitend te krijgen. Wel hadden we gelukkig daarna steeds een rekeningoverschot. In de loop der jaren werd dat rekeningoverschot steeds groter, terwijl een begroting toch ook taakstellend hoort te zijn. De verklaring dat een groot deel van het rekeningoverschot gehaald is door zuinig te zijn kan wel plausibel klinken, maar die zuinigheid hoort in een taakstellende begroting opgenomen te zijn zodat de raad ook kan vaststellen dat er eigenlijk een begrotingsoverschot, al of niet incidentaal, ontstaat ten behoeve van de reserve. Dat is transparant beleid.

Bij elke behandeling van de jaarrekening hebben we op diverse manieren op het fenomeen van een meer dan substantieel rekeningoverschot gewezen. Dit jaar hebben we een betoog gehouden om tot een onderzoek te komen van de uitgangspunten. Misschien zou daar de oorzaak van de rekeningoverschotten kunnen liggen. De motie die we ingediend hebben waarin we het college verzochten om een dergelijk onderzoek uit te voeren werd door de coalitiepartijen niet gesteund. Wij vonden dat toen een gemiste kans om meer inzicht te krijgen. Gelukkig heeft het college besloten hun verantwoordelijkheid te nemen om toch die verworpen motie naar de geest uit te voeren en ik wil daar het college mee complimenteren.

In de aanbiedingsbrief kondigt het college namelijk aan dat: ik citeer: Binnenkort zullen we met een plan van aanpak komen ter voorbereiding op de heroverweging van het gemeentelijk uitgaven- en inkomstenpatroon. Tevens zal een traject worden gestart voor een herziening van de begrotingssystematiek. Mogelijk dat dit standpunt van het college ook gekomen is na een gesprek van mij met de fractievoorzitter van de fractie PvdA/GL. Een open en verhelderend gesprek, waarvoor dank. In dat gesprek heb ik hem er van kunnen overtuigen dat onze motieven voor de motie integer zijn en niet, zoals hij eerst dacht, dat het een zoveelste aanval van een gefrustreerde oppositie was op het college. Wel willen wij weten hoe, door wie en in welke vorm dit allemaal gaat gebeuren. Onze suggestie is om de accountant en de raad er ook bij te betrekken. Per slot van rekening is de begroting een raadsinstrument en kan het meedoen van de raad in het vaststellen van de systematiek zeer goed helpen om inzicht te krijgen in dit instrument.

En mogelijke oorzaak van de groeiende overschotten willen wij getoetst hebben. Een oorzaak die gelegen kan zijn in een bepaalde zin in de aanbiedingsbrief. Bij de Algemene uitgangspunten staan namelijk alle punten vermeld die vastgesteld zijn als uitgangspunt in de vergadering van 27 mei. Bij de financile uitwerking is echter de intrigerende zin toegevoegd dat de uitgangspunten leidend zijn, maar dat in eerste instantie de begroting van 2010 als uitgangspunt dient en dat daar de index van de inflatie op toegepast gaat worden. Dit uitgangspunt is echter niet besproken en dus zeker ook niet afgesproken in de raad van 27 mei. Dit uitgangspunt ontkracht mogelijk de wel vastgestelde uitgangspunten.

Ons vermoeden is nu dat dit al jaren gangbare praktijk is, mogelijk met de beste bedoelingen, maar wel onjuist en met een heel bijzonder effect. Gevolg is namelijk dat je dus steeds de nog niet bekende rekeningoverschotten meeneemt en die dus ook daardoor blijven groeien. Als het verleden al gextrapoleerd moet worden dien je niet van de laatste begroting uit te gaan, maar van de laatste rekening en daar dan de bekende inflatie van het lopende jaar toe te passen, daarna de verwacht inflatie van het komende jaar en de vastgestelde uitgangspunten. Ik denk dus, en ik wil er best weer een weddenschap aangaan met de wethouder, dat ook in de huidige begroting weer een rekeningoverschot meegebakken is. Alleen zal, naar mij gezegd is, de rest van het college die weddenschap niet goedkeuren want drie keer verliezen is een niet te riskeren scheepsrecht. Gaarne een antwoord op de vraag waarom de methodiek gekozen is zoals beschreven in de aanbiedingsbrief die bovendien niet afgesproken is bij het vaststellen van de uitgangspunten.

Ondanks alle maatregelen staan we nu inmiddels 7 jaar onder preventief toezicht. Dat preventief toezicht kan niet lang meer duren. Echter er zijn naar verwachting, ook van de provincie, geen saneringen meer mogelijk. Incidentele meevallers zoals winsten op bouwprojecten zullen in de toekomst steeds minder voorkomen zodat het ook moeilijker zal worden reserves te vormen. Bovendien zal het door bezuinigingen vanaf 2011 steeds moeilijker worden om structureel sluitende begrotingen te krijgen, terwijl er ook nog een soort onderwijshuisvestingsfonds gemaakt moet worden dat gevuld zal moeten worden door afschrijvingen en/of dotaties ten laste van de begrotingen. Dit fonds is nodig om te voorkomen dat we over een aantal jaren voor dezelfde investeringsproblemen komen te staan als afgelopen jaren zoals wij al eerder in de beschouwingen betoogd hebben. Onze vraag is nu hoe lang de toestand van preventief toezicht nog getolereerd wordt door de provincie, m.a.w. wanneer is het moment aangebroken dat de provinciaal toezichthouder de raad dwingt om een artikel 12 aanvraag in te dienen. 

Samenwerken

Zoals bekend heeft onze fractie grote zorgen over het behoud en verbeteren van de kwaliteit van het gemeentelijk handelen in het algemeen. Steeds meer wordt op het bordje van een gemeente gelegd. Het nieuwe kabinet is daar ook zeer duidelijk over: Je gaat erover of niet, en maximaal twee bestuurslagen per beleidsgebied. Gemeenten krijgen steeds meer bevoegdheden in de richting maatschappelijke organisaties, hebben steeds meer handelingsruimte nodig bij de uitvoering van beleid. Bij meer bevoegdheden horen ook meer verantwoordelijkheden. Daarbij horen dan weer meer bestuurskracht in de vorm van kennis, kunde, capaciteit en financile middelen. Aan de eerste voorwaarde kan voldaan worden door de eigen kennis, kunde en capaciteit op te hogen, maar de financile polsstok die we daarbij nodig hebben wordt niet langer gemaakt, dus hebben we anderen middelen nodig.

Samenwerking is zon middel en is, zoals we al eerder bij diverse gelegenheden duidelijk maken, voor ons geen doel op zich maar is echt en alleen bedoeld als een middel om de vereiste hogere kwaliteitseisen te behalen.

In programma 1 wordt gesproken over bestuurskracht en kwetsbaarheid. Om die te verbeteren wordt bij het kopje bestuursorganen, ik citeer, samenwerking verwogen. Minder ambitieus kan bijna niet. Verder bij bestuurlijke samenwerking staat dat de gemeente, ik citeer: terughoudend is op het gebied van samenwerking bij de ontwikkeling van beleid. Weer verder bij kwaliteitszorg staat: ik citeer de gemeente Nijmegen geen mogelijkheid meer ziet om te komen tot samenwerking op P&O terrein. Er is besloten zelf een onderzoek te starten naar de formatiebehoefte binnen de cluster P&O. Tenzij ik iets gemist heb, horen we nu pas voor het eerst over dit besluit van Nijmegen. Hoe lang is dit bekend? In programma 6 wordt op een tweetal plaatsen gesproken over het Centrum voor Jeugd en Gezin die door gemeentes moeten worden ingericht en gefaciliteerd. De gemeenten Millingen aan de Rijn en Groesbeek hebben besloten een dergelijk centrum gezamenlijk in te richten om op die manier efficint, maar vooral ook effectief en kwalitatief goed te kunnen presteren. Waarom doet Ubbergen niet mee? In de paragraaf bedrijfsvoering staat onder het kopje Juridische Zaken beschreven dat dit beleidsterrein steeds complexer wordt, dat er steeds meer kennis vereist wordt, dat er steeds meer externe adviezen ingehuurd moeten worden.

Uit de aangehaalde voorbeelden, en er zijn er vast meer, blijkt dat de gemeente Ubbergen volhardt in het intern oplossen terwijl er geen extra middelen ingezet kunnen worden en er dus geen enkele garantie gegeven kan worden op het gebied van kwaliteitsbehoud of kwaliteitsverbetering. Ik hoop dat er niemand kwaad gaat worden over wat ik nu ga zeggen. Het is ook geen mening maar een constatering. Uit geluiden binnen het MUG verband, maar ook daarbuiten, horen wij dat Ubbergen steeds meer de naam heeft als een gemeente die samenwerking slechts van n kant wil aangaan, namelijk als er iets te halen valt. Dat is ook niet zo verwonderlijk want naast de eerder vermelde citaten, staat het zelfs als beleid geformuleerd op pagina 14 van de begroting. Ik citeer: Indien de voordelen voor een partij wegvallen (lees in ons geval Ubbergen) moet de samenwerking makkelijk te ontbinden zijn.

Er wordt niets gezegd over enig begrip voor de mogelijke consequenties voor de achterblijvende partijen. Dan gaat het niet over bovengemeentelijke beleidsterreinen zoals politie, GGD, mobiliteit, afvalverwerking, e.d., maar vooral over gewone gemeentelijke beleids- en uitvoeringszaken.

Ook tijdens de enige gezamenlijke raadsvergadering van de MUG gemeenten kon men deze houding bespeuren. Dit beleid valt dus niet goed en kan op termijn wel eens heel vervelend gaan worden. Ubbergen kan het zich niet permitteren aan de zijlijn te blijven afwachten.

Voor een vruchtbare samenwerking moet genvesteerd worden in een goede verhouding en dat wil o.a. zeggen dat je elkaar helpt, dat het een kwestie is van geven en nemen. Wij willen graag meewerken aan voorstellen om te werken aan een goede verstandhouding.

Ik hoor van college en raadsfracties als er gesproken wordt over beleidsterreinen dat we de regie in eigen hand moeten houden en dat we niet het risico moeten willen lopen dat ons zaken overkomen. Waarom dan niet de regie nemen op het terrein van samenwerking voor ons een samenwerkingsverband wordt opgelegd en dan ruw wakker worden geschud. Uit de burgers komen steeds meer geluiden om tot vergaande samenwerking te komen; een ambtelijke fusie of een bestuurlijke fusie.

Zo zijn er dus signalen vanuit de samenleving en vertegenwoordigende organen waaruit afgeleid kan worden dat een intensieve samenwerking steeds meer om kwaliteitsredenen dringend gewenst, zo niet zelfs noodzakelijk geacht wordt. Om alle genoemde reden roepen wij het college n de raad op om actief in te zetten op samenwerking op eigen gemeentelijk terrein met soortgelijke gemeenten in ons gebied ten oosten en zuidoosten van Nijmegen.

Samenwerking in de raad

Meneer de voorzitter, bij de paragraaf bedrijfsvoering wordt het kopje politieke ambities, schrijft het college over het coalitieakkoord. Dat akkoord beperkt zich bewust tot hoofdlijnen. Ik citeer de twee zinnen daaropvolgend: Verder invulling vindt plaats tijdens de raadsperiode. Daarbij wordt uitgegaan van een constructieve samenwerking met de andere politieke partijen de gemeente Ubbergen. Ik veronderstel dat door het college onder de andere partijen de niet-coalitie ondersteunende partijen verstaan worden, anders had er wel alle politieke partijen gestaan. Wij willen best de voorstellen van het college ondersteunen als daar goede argumenten voor zijn. Maar dan verwachten wij van de coalitie ook die open opstelling als er onzerzijds voorstellen gedaan worden. Tot nu toe werden de voorstellen vaak van de hand gedaan met argumenten als jullie willen altijd iets anders omdat je nou eenmaal oppositie bent, of we zijn tegen jullie voorstel omdat we nu eenmaal andere afspraken gemaakt hebben, daarmee suggererend dat wij geen integere bedoelingen zouden hebben of dat afspraken nooit eens gevalueerd kunnen worden of dat de tijd en sommige ontwikkelingen andere prioriteiten noodzakelijk maken. Wij verwachten dat alle partijen op basis van dualisme en op basis van het primaat van de raad zelfstandig op eigen en andermans argumenten een oordeel kunnen vormen, ook als dat niet helemaal welgevallig zou kunnen zijn voor het college. De raad is leidend, de raad moet zelfstandig tot een oordeel kunnen komen, de raad hoeft niet per definitie achter het college aan te lopen alsof die alleen de wijsheid in pacht heeft. Onze voorstellen over samenwerking kunnen een toetssteen zijn voor die open opstelling. Per slot van rekening staat er in het nieuwe coalitieakkoord niets over samenwerken, zelfs geen hoofdlijn. Wij gaan er dus van uit dat ook de coalitiefracties volledig vrij zijn om een mening en standpunt te bepalen.

Meneer de voorzitter, bijna aan het eind van deze beschouwingen hebben nog een tip over het verder verbeteren van de leesbaarheid. Wees bedacht op het gebruik van afkortingen.

Veel afkortingen zijn jargon, jargon waar niet iedereen zomaar de betekenis van kan oplepelen. Een voorbeeld is de afkorting NUP. Ik had geen idee wat hiermee bedoeld wordt.

Ik heb dus maar een gegoogeld en leerde dat het twee betekenissen heeft namelijk Nieuw Uitvoeringsprogramma en Nationaal Urgentie Programma. Beide hebben te maken met elektronische dienstverlening door gemeenten, maar welke is het nu of is het misschien wel hetzelfde.

Meneer de voorzitter, wij willen eindigen met het ambtelijk apparaat van harte te bedanken voor de ongetwijfeld steeds weer moeilijke exercitie om raad en college tijdig de conceptbegroting aan te bieden.

Inwoners van Groesbeek, leden van de bibliotheek en organisatie waren op 29 september jl. op uitnodiging van de gemeente Groesbeek in de Mallemolen bijeen voor een werkbijeenkomst over de toekomst van de bibliotheek. In de uitnodiging waren 2 onderwerpen geagendeerd, te weten;

 

1.    Digitaliseren

2.    Bezuinigingsopgave ( College wil bezuiniging van 25% doorvoeren, de ombuiging gaat in overleg met de leden en het maatschappelijk middenveld. Belangstellenden worden uitgenodigd om deel te nemen aan de discussie en de wensen kenbaar te maken)

Er werden inleidingen verzorgd door een medewerker van de gemeente Groesbeek, vertegenwoordigers van de OBGZ (met 6 aangesloten gemeenten) en de bibliotheek Groesbeek.

De opening werd verzorgd door wethouder Spaan. Tot grote verbazing van vele van de ca 50 aanwezigen gaf de wethouder aan dat het die avond alleen zou gaan over het gewenste inhoudelijke werk van de bibliotheek en niet over geld of bezuinigingen!!

Raadslid Mechteld ten Doesschate werd de mond gesnoerd met de opmerking van de wethouder dat het die avond ook “niet over politiek zou gaan!!!”

Aanwezige raadsleden en anderen gaven aan zeer teleurgesteld te zijn in dit standpunt van de wethouder.

Na de inleidingen en de pauze zou de avond verder gaan met discussie in groepjes. Gezien de beperkingen en de agenda die niet overeen kwam met het gestelde in de uitnodiging heb ik niet verder deelgenomen aan het tweede deel van de avond. Ook ten Doesschate verliet de vergadering.

Ik heb al vaker discussie met Spaan gehad over zijn manier van werken. Hij geeft er de voorkeur aan om bij voorbereiding van raadsbesluiten de inhoud en de financiële kant van geheel los van elkaar te zien. Eerder was dat het geval bij het vaststellen van het  WMO-programma zonder dat de kosten bekend waren. Het besluit over het beheerscontract van de Mallemolen is ook genomen zonder dat de financiële gevolgen bekend waren.

Ook bij de voorbereiding van het voorzieningenhart Stekkenberg is er eerst 1,5 jaar gewerkt aan de inhoud van het plan en pas in de laatste maanden zijn de financiële gevolgen zichtbaar gemaakt. Het gevolg is dat als het uiteindelijke plan veel te duur wordt er dan geen mogelijkheid meer is om bij te stellen. Deze manier van werken kost de gemeente Groesbeek onnodig veel geld. Het CDA kiest voor een integrale aanpak waarbij de planinhoud en de kosten gelijktijdig aan de orde komen.

Jan Poelen, fractievoorzitter CDA Groesbeek