Nieuws van politieke partijen in Lansingerland over CDA inzichtelijk

1152 documenten

Arnold Oosterlaan terug in de commissie Samenleving

CDA CDA Lansingerland 01-03-2024 13:46

Het CDA zal versterkt worden door een oudgediende. Arnold Oosterlaan zal toetreden tot de commissie samenleving als woordvoerder van het CDA. Zijn lange geschiedenis als gemeenteraadslid, betrokkenheid bij verschillende maatschappelijke organisaties en zijn inzet voor de lokale gemeenschap heeft Arnold veel bekendheid en respect bezorgd binnen Lansingerland. Zijn bijdragen aan de jeugdvoetbal, diaconie, en ouderenbelangen getuigen van een brede betrokkenheid bij diverse aspecten van de samenleving. Als woordvoerder voor de commissie samenleving voor het CDA, zal hij zijn rijke ervaring inzetten om het beleid op het gebied van het sociaal welzijn, sport en recreatie, jeugd- en ouderenzorg en andere maatschappelijke kwesties helpen vormgeven. Het is een eer om mensen met zo'n uitgebreide staat van dienst en lokale betrokkenheid te ontvangen in een politieke rol binnen onze partij. Arnold wij wensen je een fijn welkom (terug). We gaan opnieuw een mooie samenwerking tegemoet.

Bedrijvigheid achter de bewaakte deuren weer begonnen.

CDA CDA Lansingerland 28-02-2024 11:46

De gebruikelijke drukte bij het poortje naar het formatiegebied in Den Haag ontbrak afgelopen week, maar de bedrijvigheid achter de bewaakte deuren is weer begonnen. Informateur Kim Putters zwoegt op zijn opdracht, bijgestaan door in- en uitlopende deskundigen. De experts kwamen met hun politicologische-, historische- en bestuurskundige ervaring adviseren op een lastig vraagstuk: Welke kabinetsvorm wordt het? Een parlementair-, extraparlementair- of een zakenkabinet? Deze begrippen blijken keer op keer tot verwarring te leiden. Parlementair kabinet Bij parlementaire kabinetten onderhandelen de fractievoorzitters van de beoogde regeringspartijen over een programma onder leiding van een (in)formateur. Een conceptakkoord wordt voorgelegd aan hun fracties, waarna (meestal) een tweede ronde volgt en vervolgens eindconclusies worden getrokken. Bij een akkoord binden de fracties zich aan het programma. Er is dan voldoende parlementaire steun. Sommigen partijen kennen procedures om ook de leden via een partijraad of congres te laten oordelen. Slechts één keer keurde een fractie (het CDA) het onderhandelings­resultaat af. Dat was in 1981 tijdens de formatie vanVan Agt II. Er kwam toen een nieuwe ronde. Een misverstand is dat bij een parlementair kabinet de invloed van de Tweede Kamer beperkt is, omdat bijna alles vastligt in een regeerakkoord. Ten eerste kunnen juist bij een parlementair kabinet de onderhandelende fracties direct invloed uitoefenen op het te voeren regeringsbeleid. Ten tweede zijn er altijd zaken die uitgewerkt moeten worden en dan is er zeker ook voor oppositiefracties speelruimte. Ten slotte kan een regeerakkoord toekomstige beleidsdoelen deels vastleggen, maar niet de (externe) omstandigheden beïnvloeden, waaronder die gerealiseerd moeten worden. Zo ontstaat er gedurende de kabinetsperiode alsnog soevereiniteit. In de jaren 1946-1970 waren het als regel alleen de fractievoorzitters die zich bonden, al was er steeds meer afstemming met de eigen fractie. Het prestige van die politieke voormannen was zo groot, dat die binding volstond. De betrokkenheid van fracties werd nadien steeds groter. Vanaf 1971 traden vaak werkgroepen van fractiespecialisten op om mee te onderhandelen over de tekst van het programma. Programma's werden daarnaast gedetailleerder. Extraparlementair kabinet In ons land komt men tijdens formaties niet vaak tot de vorming van een extraparlementair kabinet. Een dergelijk kabinet kent geen dichtgetimmerd regeerakkoord, maar heeft een veel beknopter regeringsprogramma waarin het voorgenomen beleid van het kabinet slechts op hoofdlijnen wordt geschetst. De partijen die deelnemen aan een dit kabinet leggen, anders bij een regulier kabinet, dus niet exact vast wat er allemaal precies gaat gebeuren. Omdat niet alles op voorhand is vastgelegd, moet het kabinet in deze vorm in de Tweede Kamer op zoek gaan naar meerderheden, die per kwestie dus kunnen wisselen. Strakke afspraken zijn wenselijk als er grote problemen voorliggen en partijen samenwerken die (mogelijk) van mening verschillen over oplossingen. Voor een kleinere deelnemende partij is het bovendien aantrekkelijk een grotere partij vooraf te binden, zodat de eigen inbreng zichtbaar blijft. De ministers van een extraparlementair kabinet kunnen van veel verschillende partijen komen. Ook is het eventueel mogelijk om bewindspersonen te benoemen die helemaal niet gebonden zijn aan een politieke partij. Het verschil tussen een parlementair en een extraparlementair kabinet is, dat het eerste zijn steun zoekt bij een vaste meerderheid in de kamer, terwijl het laatste geen bezwaar heeft voor de verschillende onderwerpen telkens wisselende meerderheden te zoeken. Zakenkabinet Een zakenkabinet is een kabinet waarbij (vrijwel) alle ministers afkomstig zijn van buiten depolitiek. Er wordt dan gesproken van vakministers. Vandaag de dag zijn dergelijke kabinetten vrij bijzonder. Tot 1888 was dit in ons land echter de meest voorkomende regeringsvorm. Anders dan bij de reguliere meerderheidskabinetten wordt een zakenkabinet niet gevormd door een coalitie van samenwerkende partijen. Veel ministers zijn namelijk helemaal geen lid van een politieke partij. Door deze opzet is de binding met de Tweede Kamer een stuk losser dan bij normale kabinetten. Verwijzingen naar het verleden maken het er niet duidelijker op, vooral omdat vroegere omstandigheden volstrekt onvergelijkbaar zijn met die van deze tijd. Het is daarom nogal naïef te verwachten dat bepaalde soorten kabinetten die toen bestonden nu ook wel goed en effectief kunnen functioneren. Daarbij moet evenzeer de veranderde rol van de overheid worden betrokken, die inmiddels vraagt om een daadkrachtig kabinet, met voldoende stabiliteit en parlementaire steun.

Frans Ammerlaan vertrekt als raadslid

CDA CDA Lansingerland 12-02-2024 11:48

Frans Ammerlaan stopt na bijna 6 jaar als gemeenteraadslid in de gemeente Lansingerland. Hij wordt in de fractie van het CDA Lansingerland opgevolgd door Rita Leijendekker. De beëdiging heeft plaatsgevonden in de gemeenteraadsvergadering van 1 februari. Frans Ammerlaan verlaat de lokale politiek met gemengde gevoelens. “Als betrokken inwoner en ondernemer heb ik mij als raadslid altijd ingezet voor de samenleving van Lansingerland. Het geluid van bewoners vertalen naar de gemeenteraad en daarmee wat bereiken voor de Lansingerlandse samenleving is heel waardevol. Maar ik ervaar de laatste tijd dat fysieke beperkingen meer tijd van me vragen, waardoor het meer moeite vergt om je werk als raadslid goed te kunnen vervullen. Dan moet je afwegingen voor jezelf en de fractie maken en ben ik tot de moeilijke conclusie gekomen dat het beter is om te stoppen. Ik kijk met veel trots terug op onder meer het mede op gang brengen van de noodzakelijke woningbouw in Bleiswijk en mijn bijdrage als verbinder om tot realisatie te komen van het vernieuwde centrum van Bergschenhoek.” Met het vertrek van Frans Ammerlaan komt er een plekje vrij voor Rita Leijendekker. “Als duo-raadslid heb ik de afgelopen twee jaar in de commissie Samenleving aardig wat ervaring opgedaan. Dat ik dit nu mag doen als volwaardig raadslid is een mooie uitdaging. Als raadslid ga ik mij nu nog meer richten op de leefomgeving in de Commissie Ruimte. Het dorpse en groene karakter van Lansingerland is voor mij van groot belang. Ik wil mij graag vol blijven inzetten voor voldoende woningen, meer veiligheid in je omgeving en ook op de wegen in de resterende periode vanuit de fractie van het CDA Lansingerland.” Rita Leijendekker is als vrijwilliger onder meer actief in de katholieke kerk in Berkel en Rodenrijs en Laurens Huize Sint Petrus. Verder geeft zij in haar werkzame leven leiding aan een team juristen bij de rijksoverheid in Den Haag. Fractievoorzitter Jan Willem van den Beukel noemt het vertrek van Ammerlaan een gemis. “Frans is iemand die midden in de samenleving staat en als ondernemer als geen ander weet wat er speelt. Dat hij stopt is een besluit waar we alleen maar respect voor kunnen hebben. Zijn bijdrage de afgelopen jaren als raadslid en campagneleider waren ontzettend waardevol. Wij danken hem dan ook voor al zijn werkzaamheden.” De komst van Leijendekker zorgt ervoor dat de fractie weer compleet is. “Als duo-raadslid heeft zij regelmatig van zich laten horen. Of het nu ging om de groene omgeving of de scholen die in de knel dreigen te komen. Met Rita erbij gaan wij de komende tijd werken aan een nog mooier Lansingerland.”

Radiostilte

CDA CDA Lansingerland 12-02-2024 11:48

HetBinnenhof(historische naam:Hof van Holland) is al eeuwenlang het middelpunt van de Nederlandse politiek. Hier zetelen en vergaderen deEerste-enTweede Kamer, de twee colleges die samen de Nederlandse volksvertegenwoordiging vormen, hetparlementgenoemd. Het ontstaan van het Binnenhof gaat terug tot de bouw van een kasteel door degraven van Holland, die er sinds de dertiende eeuw hun residentie hielden. Later werden zij in deze keuze opgevolgd doorstadhouders, deStaten van Holland en West-Friesland, deStaten-Generaal van de Nederlandenen, sinds 1815, deStaten-Generaal van het Koninkrijk der Nederlanden. De afgelopen twee eeuwen is er een Binnenhof-jargon ontstaan, de politieke taal zoals die op het Haagse Binnenhof gesproken wordt. Het vocabulaire van het Binnenhof is veranderlijk: oude woorden verdwijnen, nieuwe uitdrukkingen ontstaan. Die dynamiek maakt het onderzoek naar het taalgebruik in ’s lands belangrijkste vergaderzaal buitengewoon interessant. De taal van de politiek is wollig, ambtelijk, clichématig en langdradig. Het Binnenhof-jargon is niet bevorderlijk voor de politieke overtuigingskracht en voor een helder politiek debat. Niet zelden bedienen politici zich, zodra ze achter het spreekgestoelte kruipen, van ingewikkelde zinnen, lange analyses en uitgebreide, wollige antwoorden – kortom, er wordt nogal wat gepraat, gerateld, gekeuveld en gesnaterd in de Tweede Kamer. De woorden zijn een prachtige spiegel van de Nederlandse politieke geschiedenis; soms zijn de woorden taai jargon, dan weer humoristisch, dan weer grappig, maar ze zijn altijd verrassend; en van sommige woorden is het goed dat ze uitgestorven zijn, terwijl andere uitdrukkingen nodig nieuw leven ingeblazen zouden moeten worden. Achter sommige woorden blijven je ogen onwillekeurig even haken. Dat gebeurt niet alleen bij abstracte ‘Haagse’ woorden als boreale samenleving en koopkrachtplaatjes. Maar ook bij een eenvoudig woord als radiostilte. Ra-dio-stil-te. Een gek woord, zeker in de context van een kabinetsformatie anno nu. Waarom noemen ze dat geen mediastilte? Dat is gezien het huidige aanbod communicatiemiddelen toch logischer? In deHandelingen van de Tweede Kamerkomt het woord radiostilte eerst alleen voor in de letterlijke betekenis, dus de afwezigheid van radiosignalen in de scheep-, lucht- en ruimtevaart. Pas in de jaren tachtig werd radiostilte een neologisme in de betekenis van een absoluut stilzwijgen tegenover de media. Het duurde tot 1994 voordat het begrip volledig ingeburgerd raakte in de politieke taal van kabinetsformaties de toenmalige informateur maakte bekend dat de onderhandelaars een ‘absolute radiostilte’ in acht namen over de inhoud en voortgang van de besprekingen. Volgens de informateur moest dit voorkomen dat iedereen ging meeformeren. Aan gejoel en gefluit langs de zijlijn hadden de onderhandelaars geen behoefte. Radiostilte als fenomeen in kabinetsformaties leidt tot ongeduld en geknarsetand bij de buitenstaanders, het botst immers met het belang dat wordt gehecht aan transparantie, een democratische kernwaarde. Om het onderhandelingsproces niet te bemoeilijken wordt verantwoording pas achteraf afgelegd. Het geduld van journalisten en niet-onderhandelende partijen wordt op de proef gesteld. Broeden op scherpe vragen aan de informateur en de onderhandelaars lijkt voor nu de enige optie. Tot dat moment daar is, moeten we het doen met een hoop nietszeggende onzin, die bij gebrek aan beter toch de kranten haalt. Want wie zit er nu te wachten op uitspraken als: ‘We zitten ergens tussen een doorbraak en een impasse, het zijn harde onderhandelingen’. Of ‘Ik hoop op snel resultaat, we zijn de zaken op een rij aan het zetten’ en ‘We hebben een constructief gesprek gehad’. Van dat laatste is de afgelopen week helaas niets gebleken. Pieter Omtzigt gooide een spreekwoordelijke granaat in de formatiekamer en vertrok, partijleiders verbijsterd en groggy van deze manoeuvre achterlatend. Venijnige berichten over en weer en lekkages van de formatietafel naar de media deden de stoppen bij hem doorslaan. De gevoelige econometrist kent het politieke spel, maar let meer op procedurele correctheid, ethiek en rechtsstatelijkheid. Politiek is taal – niet voor niets is ons woord in het parlement afgeleid van het Franse woord parler, spreken, maar tegelijkertijd is taal politiek. Op welke manier iets gezegd wordt, is vaak net zo belangrijk als wàt er gezegd wordt. Bepaald taalgebruik, zorgvuldig gekozen, het maakt de lezer bewust van door politici gebezigd taalgebruik en van de lading en het karakter van die woorden en uitdrukkingen. Politici gebruiken allerlei taaltechnieken met een specifiek effect op de toehoorder. Om hun boodschap beter over te brengen en ervoor te zorgen dat deze meer indruk maakt en beter bij de kiezer blijft hangen. Kortom: de politieke taal is zo divers als de gebruikers ervan. Woorden hebben hun betekenis, weet iedere politicus. Wie het woord beheerst, beheerst de kiezer en bij voldoende kiezers misschien wel de macht. Voorlopig is er na bijna drie maanden na de verkiezingen nog steeds radiostilte, wie draait straks aan de geluidsknop?

Verhuiskaart

CDA CDA Lansingerland 21-01-2024 13:31

Bij het opruimen van mijn bureau kwam ik een oude verhuiskaart tegen van Jan-Kees. Hij studeerde ook in Leiden en bewoonde een fraaie etage aan de Kloksteeg met uitzicht op het Rapenburg, één van de bekendste grachten van Leiden en zeer geliefd bij de koninklijke familie. Enkele leden van de Oranjefamilie hebben tijdens hun studie aan het Rapenburg gewoond.De eerste oranjetelg was kroonprins Willem, zoon van koning Willem III. Hij kwam in 1854 naar Leiden. Ik had Jan-Kees wel eens ontmoet in de mensa, een universitaire eetgelegenheid. Hij kon vanuit zijn politieke achtergrond niet alleen goed debatteren, maar vooral in de sociëteit veel drinken en ruzie maken. Na te zijn uitgefeest en het na vele jaren uiteindelijk behalen van zijn doctoraal rechtsgeleerdheid bood hij mij zijn woonruimte aan in de Kloksteeg. Een paar dagen later sleepte ik er opgewekt mijn bescheiden inboedel in. Toen ik op de avond van de verhuisdag doodmoe in de vreemde kamer zat en mijn schoenen uittrok omdat het tegen twaalven liep, vernam ik plotseling een merkwaardig gerucht op de gang. Ik dacht aan een actieve inbreker, stond op en liep in gespannen en afwachtende houding naar de deur. Bij de kapstok stond Jan-Kees. Hij had zijn regenjas opgehangen en keek nadenkend voor zich uit. Mijn verschijnen deed hem verbaasd opzien. ‘Zo’, sprak hij. ‘Wie ben jij?’ Dat klonk niet erg vriendelijk, maar ik bleef rustig en vroeg of ik iets voor hem kon doen. ‘Met te vertrekken, ’zei Jan-Kees korzelig. ‘Wat doe jij hier?’ ‘Vooruit Jan-Kees, ’zei ik. Geen grapjes, Je weet wel dat ik hier nu woon en …’ ‘Dat lieg je’, riep hij woest, Ik woon hier!’ Toen hij mij opzij duwde en de kamer binnenging rook ik het probleem; hij was gehuld in zware alcoholische nevelen. ‘Maar hoor nou eens …’riep ik, maar hij had zich al in mijn leunstoel bij de kachel genesteld waar hij luidkeels het populair studentendrinklied Io vivat Nostrorum sanitas! (Hoera, zij leve lang!) ging zingen. Het Io vivat is ten tijde van deBataafse Republiekin Leiden ontstaan en kan bijvoorbeeld worden ingezet bij begroetingen of ceremoniële gelegenheden. Ik probeerde hem er tevergeefs van te overtuigen dat hij hier niet langer thuis was, maar hij sloeg geen acht op mijn betoog, dronk mijn theekopje in één keer leeg en viel in een diepe slaap. Daaruit ontwaakte hij toen ik zat te ontbijten. Hij vroeg waar hij was, net als een patiënt na een narcose. Ik legde hem de zaak uit waarna hij verlegen overeind krabbelde en verzekerde dat het een misverstand was. Bij het weggaan was hij weer de sympathieke vent die mij zijn kamer aanbood; alleen wat bleker, want zoveel drank innemen is niet goed voor het menselijk organisme. Het incident zou hiermee gesloten zijn geweest als niet een week later om kwart over elf een grote vent, die ik niet kende en die eveneens een prooi van alcoholische verhitting was, bij mij had aangebeld met de mededeling dat hij door Jan-Kees was uitgenodigd. Ik verzekerde hem dat Jan-Kees hier niet meer woonde, maar hij liep mij voorbij en ging gezellig aan de tafel zitten. Tien minuten later kwam Jan-Kees in dezelfde toestand. Hij had een fles meegebracht die hij op tafel zette. Uit de kast haalde hij twee glazen en er werd gedronken onder het luid zingen van het Io vivat Nostrorum sanitas! Natuurlijk maakte ik allerlei tegenwerpingen, maar de mannen sloegen daar nauwelijks acht op en zongen luidkeels het vervolg: Nos iungit amicitia, et vinum praebet gaudia. (De vriendschap verbindt ons en de wijn geeft vreugde). De volgende morgen was het weer hetzelfde liedje. Beleefdheden en excuses. Ik wist de sleutel uit de zak van Jan-Kees te ontfutselen en had een volle maand rust. Als ik tenminste afzie van twee ongunstige mannen en twee bedenkelijke dames die in dat tijdvak ieder op hun beurt aanbelden om te vragen of Jan-Kees soms thuis was. Na die maand had Jan-Kees het weer op zijn heupen. Terwijl ik in bed lag hoorde ik hem buiten schreeuwen. Er werd aan mijn bel gerukt, maar ik bleef koppig onder de dekens. Nu begon hij tegen de deur te trappen. ‘Doe je open! Ik wil mijn huis in!’ schreeuwde hij. Het duurde een vol kwartier eer hij foeterend afdroop. Ik had inmiddels overwogen te verhuizen toen na drie dagen die verhuiskaart kwam waarop hij zijn verhuizing naar Maastricht meldde. Of hij in het jolige zuiden de drank zou laten staan betwijfelde ik ernstig, maar ik wist wel zeker dat hij aan het slot van zijn drankgelagen niet meer naar Leiden zou komen om tegen mijn deur te trappen.

Nieuwjaarswens: realisme voor Bleizo-West

CDA CDA Lansingerland 21-01-2024 13:31

Het was bij vlagen een surrealistisch debat, afgelopen woensdag in de commissie Algemeen Bestuur. Raadsleden stelden dat we worden ‘gegijzeld’ door het ‘dictaat’ van de provincie, die ‘monsters’ (windturbines) wil plaatsen op Bleizo: ‘welke andere belangen spelen hier eigenlijk’, was de suggestieve retorische vraag die werd gesteld. Als klap op de vuurpijl werd het wantrouwen verklaard, uit de ervaring van een collegelid met de Noord-Hollandse gedeputeerde [Hooijmaijers] die veroordeeld was wegens corruptie. Wat is er nu feitelijk aan de hand? Lansingerland wil een woonwijk bouwen op een plek die de provincie eerder al had bestemd als bedrijventerrein met plek voor windturbines: de ‘idyllisch’gelegen weilanden tussen HSL, snelweg, spoorlijn, provinciale weg, onder de hoogspanningskabels, naast kassen en tegenover distributiecentra van HelloFresh en Albert Heijn, ofwel: Bleizo-West. Zonder de provincie te consulteren besloot de Raad in 2021 daartoe. De provincie gaf ondanks zware pressie en lobby, ook vanuit Zoetermeer, geen krimp, want ruimte voor bedrijven is ook belangrijk. In 2023 nam het provinciebestuur in het nieuwe coalitieakkoord [BBB, VVD, GroenLinks, PvdA en het CDA] de zinsnede op: “De locatie Bleizo-West is aangewezen als windenergielocatie. De provincie zoekt een alternatieve locatie op het grondgebied van de gemeente Lansingerland en maakt met een projectbesluit windenergie op die locatie mogelijk. De gemeente Lansingerland wil op de locatie Bleizo-West graag woningen realiseren. Als een alternatieve locatie voor windenergie onherroepelijk vergund is, kunnen op Bleizo-West woningen en bedrijven worden gerealiseerd.” Het was dan ook geen verrassing dat de provincie eind december onderzoeksresultaten publiceerde en liet weten dat ze naast Bleizo twee alternatieve locaties gevonden heeft: de Berkelse Noordpolder en de polder tussen Kruisweg en de Rotte. Wat ons betreft volstrekt onacceptabele locaties, vanwege de overlast voor omwonenden en de schade aan het landschap die windturbines daar zouden geven. Maar goed, iedereen die logisch nadenkt had dit kunnen zien aankomen, en de conclusie is dan ook: wie wind op Bleizo taboe verklaart, is er mede verantwoordelijk voor wanneer straks windturbines in de Noordpolder of bij Kruisweg worden geplaatst. Want die windopgave, die verdwijnt niet zomaar. En de behoefte aan bedrijventerreinen ook niet. Goede ondernemers die willen doorgroeien wijken nu uit naar omliggende gemeenten, nu ook kavels op Oudeland uitverkocht zijn. Hoe nu verder? Mijn fractie pleitte in het debat voor het scenario Bleizo Business. Kort gezegd: geef op Bleizo ten zuiden van de A12 ruimte aan lokale ondernemers en aan uitbreiding van het Horti Science Park (rondom Delphy en de WUR), inclusief ruimte voor onderwijs en innovatie. Hoogwaardige tuinbouw is immersdeunieke bijdrage van Lansingerland aan de wereld. Ten noorden van de A12 ligt uitbreiding van het Zoetermeerse Dutch Innovation Park voor de hand. Tussen bedrijven kunnen prima wat windturbines komen, zoals je dat elders ook volop ziet. Bijkomend voordeel: we zadelen onze inwoners niet op met een wijk die zwaar milieubelast is (de GGD raadt wonen vlak langs een snelweg vooral voor kinderen en ouderen ernstig af), sociaal geïsoleerd ligt, en op financieel drijfzand is gebaseerd (overkapping van de A12 en geluidsschermen langs de HSL worden onbetaalbaar). Ondanks de woningnood, zijn onze inwoners ook geen voorstander van zo’n hoogbouwwijk, niet elke vierkante meter leent zich voor bebouwing, zo gaven meer dan 15.000 deelnemers aan Kieskompas in 2022 al aan. Onze oproep aan de andere raadsfracties is: beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Laten we deze zinloze strijd en ruzie staken, met alle energie en geld die dat kost (meer dan EUR 16 miljoen) en Bleizo-West ontwikkelen als moderne, duurzame bedrijfscampus. Richt gelijktijdig alle energie op het versneld bouwen van de geplande 5.500 woningen in Bleiswijk, Bergschenhoek en Berkel en Rodenrijs, zodat onze bestaande dorpen worden versterkt en verrijkt met duizenden betaalbare woningen, vooral voor jongeren en voor ouderen, en reserveer de maximaal toegestane 50% daarvan voor onze eigen inwoners. Daarmee blijven we een van de snelst groeiende gemeentes van Nederland. Nog belangrijker: we brengen wonen, werken en welzijn in balans.

Interview

CDA CDA Lansingerland 17-01-2024 10:05

Door de telefoon had de professor, een voormalig CDA-prominent, na enige lichte aarzeling toegestemd in het interview. Zo kwam het dat ik een stijlvol pak aan deed met een bijpassende CDA-das, want bij zo’n man van ernst en wetenschap kom je niet in een oude spijkerbroek die z’n beste dagen heeft gehad. De professor woont in een mooie wijk. Op zijn deur hangt een bordje over ongevraagd drukwerk. Ik belde en wachtte gedwee op de uitwerking. Dat duurde even, zodat ik ruimschoots de gelegenheid had nog wat te kijken naar een paar jongetjes die op de rijweg een partijtje voetbal speelden. Tijdens het spel rolde de bal op de stoep tot vlak bij die professorale deur. ‘Hé meneer, geef eens effe een voorzet!’, riep een spelertje enthousiast. Er kwam een nostalgisch gevoel in mijn rechter been, ik schopte hard en … de deur ging open. Zijn vrouw begroette mij hartelijk en ging mij voor naar de studeerkamer. De hooggeleerde man zat in een kamer met veel boeken. Mijn oog viel direct op een aantal politieke biografieën, onder meer van Ruud Lubbers, de minister-president die ons land door de jaren tachtig loodste. Hij was geruime tijd de langstzittende premier van Nederland. De CDA'er leidde tussen 1982 en 1994 drie kabinetten, waarvan twee met de VVD en één met de PvdA. Ik kreeg een hand van de professor en een stoel waarin ik volledig wegzonk. ‘Kijk eens’, begon ik het gesprek, maar hij wuifde met zijn hand omdat hij eerst zijn bril wou zoeken. Nadat hij deze na enige tijd had gevonden stak hij van wal. ‘Zo, zo, bent u daar’. Ik pakte het papier uit mijn tas waarop ik mijn vragen had geschreven. De eerste bracht hem tot een ernstig zwijgen. Na enkele ogenblikken hernam hij de conversatie en zei: Ja, ja, de christendemocratie zit in zwaar weer, u moet namelijk weten….’ Er werd geklopt. De professor riep licht geïrriteerd ‘jááá binnen! Het was het dienstmeisje. Zij schreed door de kamer, kwam naast de professor staan en fluisterde met enige gebaren iets in zijn oor. Op zijn gezicht viel geen enkele expressie te lezen. Hij wachtte tot ze klaar was, hief toen z’n hoofd op en vroeg: ‘Wát?’ De professor keek mij ernstig aan en vroeg: ‘Heppu gebáld?’ ‘Ge wát?’ vroeg ik. ‘Geschopt met zo’n ding!’ zei hij korzelig.’ ‘Ach ja’, zei ik, er waren een paar jongens voor de deur en toen ….’U hebt hem door een ruit geschopt,’ zei hij eenvoudig. ‘Ja meneer’, zei het dienstmeisje, door de ruit aan de overkant en nu staat een meneer in de gang en hij wil niet weg‘. Onder zulke omstandigheden kan men het best het vertrek heel snel verlaten, maar daar kwam ik niet op. Ik lachte maar eens verlegen, maar de professor werd kribbig en zei: ‘Wilt u het even gaan regelen’. Toen ik in de gang kwam zag ik een agent en een man die niet vriendelijk keek. De jonge aanvoerder van het voetbalelftal stond er ook en leunde met een triest gezicht tegen de muur, maar toen hij mij zag, kwam er leven in hem. ‘Dat is-ie!’ riep hij luid en hij wees mij aan. Ik trok het gezicht van iemand die van niets weet en vroeg: ‘Wat is er aan de hand?’ Maar die buurman was een kwaaie. ‘Wat er aan de hand is? Dat je me ruiten niet aan diggels moet schoppen’, schreeuwde hij en hij toonde het leer, als of ik daaraan behoefte had. ‘Gunst meneer, schreeuwt u niet zo,’ begon ik, maar dat was niet tactisch, want hij maakte aanstalten mij vast te grijpen. Nu kwam de agent tussenbeide en zei: ‘’Nee, nee, geen gekleun alsjeblieft.’ Hij wilde mijn naam weten, waar ik geboren was et cetera. Terwijl ik alles opgaf, het ventje nasnikte en de buurman kwaadaardig mompelde, ging de deur van de studeerkamer open en kwam de professor op zijn pantoffels de gang in drentelen. Het moment was niet gunstig want de buurman had er juist behoefte aan zijn opgekropt gemoed nog eens te luchten. Hij hief zijn gebalde vuist en schreeuwde tegen de professor: ‘En u geeft gastvrijheid aan een vernieler, meneer de prof!’ De professor kreeg opeens het uiterlijk van iemand die een visgraat in zijn keel heeft. Hij kwam sneller dan zijn jaren deden vermoeden naderbij, rukte de buitendeur open en schreeuwde: ‘D’r uit- me huis uit!’ Het jongetje was snel buiten, de buurman en de agent weken waardiger. Ik stond er zwijgend bij en was opgelucht dat de professor zo kordaat optrad en hen de deur wees, maar hij gaf me een lichtduwtje en sprak schor: ‘En jij ook-vooruit!’ Buiten heb ik die agent de rest van mijn personalia gegeven. Ik zal een ander moeten zoeken voor mijn interview.

Werkbezoek Houtbank Lansingerland

CDA CDA Lansingerland 13-01-2024 11:16

Op zaterdag 13 januari brachten wij als CDA Lansingerland een werkbezoek aan de Houtbank Lansingerland! Na anderhalf jaar toewijding, workshops en het creëren van prachtige producten met eigen middelen en vrijwilligers, staat de houtbank nu op een punt waar zij een sprong in het diepe willen wagen. Een duurzame toekomst voor circulair houtgebruik is het doel. Het geven van workshops waarin mensen zelf iets kunnen maken met gebruikt hout, is inspirerend en zorgt voor bewustwording. Nu komt het aan op het creëren van bekendheid van onder andere de gemaakte houten meubels van hoogwaardige kwaliteit. Dit kan op aanvraag of klaar in de showroom. Samen met partijen als Middin heeft de Houtbank Lansingerland ook een maatschappelijk karakter. Tijdens de dagbesteding maakt men geweldige, creatief verzonnen objecten met hout. De houtbank staat open voor restpartijen hout van bouw- en sloopbedrijven in de regio, evenals andere mogelijke leveranciers. Denk aan balken, planken, platen, oude deuren, of meubels die uit elkaar gehaald kunnen worden. Het verzamelde hout wordt met minimale bewerking opgeslagen. Om hun dromen te realiseren en op grotere schaal te produceren, hebben zij bekendheid nodig. Bij het kopen van allerlei soorten hout, al gemaakte meubelen of meubelen op aanvraag en workshops (zowel zakelijk als privé) kunt u bij hen terecht. De gemaakte producten worden direct verkocht aan particulieren via kringloopwinkels zoals Rataplan Berkel en via de webwinkel. Op naar een toekomst met meer circulair houtgebruik. Weetjes over de houtbank: - Een team van 5 toegewijde mensen die actief betrokken zijn bij de Houtbank. - Contracten met lokale bedrijven als leveranciers van resthout. - Actief contact met de gemeente over onze rol in een nieuwe circulaire milieu-straat. - Samenwerkingsverbanden met meerdere organisaties zijn opgezet. - Een locatie voor workshops, productieopdrachten en materiaalverkoop, met de wens voor een eigen winkellocatie. - Succesvolle workshops en productieopdrachten, waaronder 25 fotolijstjes van gebruikt hout. - Contact met een succesvolle houtkringloop in Rotterdam voor advies. - Een gereed en geoptimaliseerd businessmodel. - Samenwerking met het Melanchton voor houtinzameling en productieopdrachten. - Onderzoek naar financieringsmogelijkheden en contact met programma Circulair Zuid-Holland.

Tram

CDA CDA Lansingerland 05-01-2024 12:05

Deze week was ik in Den Haag, waar het nu politiek rustig is, want het is kerstreces tot 15 januari. Dat wil niet zeggen dat alle Kamerleden al die weken op vakantie zijn. Sommigen lopen tijdens het reces stage of brengen werkbezoeken, andere leden studeren of lezen vakliteratuur. Altijd is een aantal leden stand-by voor het geval er iets belangrijks gebeurt. Procedurele afspraak Het reces is een procedurele afspraak, die uit praktisch oogpunt is gemaakt. Vakanties van Tweede Kamerleden maken vergaderen weinig zinvol, al was het maar omdat daarvoor minimaal 76 leden aanwezig moeten zijn. Het meest praktische middel voor een Kamerlid om tijdens het reces zijn taak als controleur van de regering uit te oefenen is door middel van het vragenrecht. Ieder lid kan op elk moment een schriftelijke vraag stellen. Formeel moet zo'n vraag worden doorgeleid door de Kamervoorzitter (of diens vervanger) en verleent de ambtelijke dienst van de Kamer (de Griffie) daarbij assistentie. Daarom zijn die posten altijd bezet. Luidruchtige stoet Terwijl ik op weg was naar de Koninklijke bibliotheek begon het flink te regenen. Ik besloot in een cafeetje nabij het Binnenhof te schuilen en een kop koffie te drinken. Nadat ik het Haagse bakkie op had en m’n krantje had gelezen, regende het bijna niet meer en liep ik richting Binnenhof. Nabij een tramhalte stond een oude vrouw, een toonbeeld van hulpbehoevendheid waartoe wij allen vervallen als de nevel van de tijd de vonken in onze ogen komt doven. Krom en beverig, geleund op een stevige wandelstok stond zij aan de trottoirrand en durfde niet over te steken, want het verkeer gleed in een lange luidruchtige stoet voorbij. Mij is die drukte nog wel vertrouwd, maar het opnemingsvermogen van deze dame is gestold in haar jonge jaren dat het rijtuig met paard als vervoermiddel de meeste wegen nog overheerste. Zij stond daar zielig en keek om zich heen als iemand die hulp verwachtte, maar de mensen waren allen in haast en lieten haar staan. Op zulke ogenblikken komen altijd respectvolle- en sociale gedachten in mij op. Ik zie dan mijzelf in het jaar 2040 op stokken geleund aan de rand van een brede Franse boulevard aarzelen, bang voor de voorbijschietende snelle bolides. Zal er dan ook niemand een hand naar mij uitsteken? Fameuze dankbaarheid Ik stapte op de oude dame af en vatte haar kalm bij de arm. ‘Gauw maar,’ zei ik, want het was net even rustig in het verkeer en trok haar mee naar de andere kant. ‘Ach jongeman …’ stamelde ze. Die fameuze dankbaarheid van oude vrouwen! Ik knikte haar onder het voortgaan toe. ‘Rustig aan maar,’ zei ik, ’we zijn er zo’. Maar haar hart was overvol. ‘Ach jongeman,’ zei ze weer, en even later trok ik haar met haar vertrouwde stok op het trottoir. We waren er, ongedeerd! ‘t Was niets hoor,’ zei ik met een lachje, ‘we moeten elkaar een beetje helpen’ en ik sloeg haar vriendschappelijk op de broze schouder. Een beetje te hard misschien, want zij zakte bijna door. Ik draaide mij om en wandelde opgelucht verder, doch na een paar stappen zij riep mij. Toen ik omkeek, beduidde zij dat ik terugkeren moest. Ik deed het, glimlachend, want wat nu volgen gaat, heeft mijn grote ervaring in het overbrengen van oude vrouwen mij wel geleerd: zij zal mij een dankbare knuffel geven. ‘Het was geen moeite mevrouw,’ zei ik, toen ik weer voor haar stond. Maar zij keek mij nijdig aan en zei: ‘Jongeman, ik beveel je mij nu weer terug te brengen, want ik stond daar op de tram te wachten.’

Job Halkes over de stand van zaken van het Lansingerlands afvalbeleid

CDA CDA Lansingerland 27-12-2023 15:53

Job Halkes was in december te gast bij het tv-programma 'Goedenavond Lansingerland' om te spreken over het Lansingerlands afvalbeleid. Bekijk door te klikken op onderstaande links fragmenten uit het prorgramma. Het hele programma is te zien op de Youtubepagina van RTV Lansingerland. Video 1) https://www.facebook.com/CDALansingerland/videos/3221668441461725 Video 2) https://www.facebook.com/CDALansingerland/videos/1416835242564934

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.