De Nederlandse Nashville verklaring heeft een hoop onrust teweeg gebracht. Tijdens de raadsvergadering van afgelopen donderdag las onze fractievoorzitter Koos de Vries de volgende verklaring voor.
"Onze fractie was net als u onaangenaam verrast door de Nashville-verklaring.
Seksualiteit en relatievorming is een teer en gevoelig onderwerp; altijd al geweest en zeker in deze tijd.
Het past ons inziens niet om hier rigide standpunten over in te nemen. De Nashville-verklaring heeft door haar standpunten – dat is wel heel duidelijk geworden – veel mensen gekwetst; sommigen voelen dat aan als “terug in de kast geduwd”. We betreuren dat heel erg.
Het is een knullig stuk, amateuristisch, niet doordacht, etc etc.
Wij leven in een land waar iedereen, binnen de wettelijke kaders, zelf zijn of haar keuze mag maken over relatievorming. Dat respecteren wij ten zeerste.
Het mag duidelijk zijn dat wij de constateringen en de overweging van de motie volledig onderschrijven.
Waar we moeite mee hebben, is dat het erop lijkt dat nu de polarisatie verder gaat; een deel van de burgers (waarbij met name gedacht kan worden aan orthodoxe christenen) zal moeite hebben met het hijsen van de regenboogvlag.
In de motie wordt de regenboogvlag een symbool van tolerantie en vrije keuze genoemd; op wikipedia staat dat het symbool is voor de homobeweging. De ontwerper Gilbert Baker wilde dat het een teken zou zijn van lesbische en homoseksuele trots en tegelijk voor de diversiteit van deze levenswijze. Verder staat er dat de vlag vooral tijdens Gay Prides en Gay Parades wordt gebruikt.
Hopelijk kunt u zich voorstellen dat hiermee mensen met andere ideeën rond seksualiteit en relatievorming hierdoor gekwetst worden.
Wij, en dan spreek ik namens mijn collega rechts van mij en ik, menen dat wij in de raad bekend staan om onze respectvolle wijze met u allen om te gaan, ook bijvoorbeeld met burgemeester Onno Hoes, waar ik gisteren een gesprek mee heb gehad, een goed gesprek.
Wij staan voor de volle honderd procent achter het voeren van een dialoog, maar dat kan alleen als er aan beide kanten de wil is om naar elkaar en elkaars argumenten te luisteren. Wij zijn bereid waar daar behoefte aan is een rol in te spelen."
