“Het is mij al langere tijd een doorn in het oog dat op zaterdag alle winkels in het centrum van Emmen open zijn, maar dat het gemeentehuis gesloten is.” Aan het woord is Kees Koopstra, de nummer 6 van de LEF!-kandidatenlijst. Hij is na de Hotelschool en HEAO in de bancaire sector terecht gekomen, en nu inmiddels al weer een aantal jaren zelfstandig business consultant. “Noem mij maar een bedrijvendokter”, lacht hij, om te vervolgen met: ”Maar wel een van het soort dat niet op voorhand begint te snijden, maar eerst onderzoekt wat er daadwerkelijk aan de hand is. Teveel wordt er direct naar de structuur van een bedrijf gekeken, terwijl de echte oplossing vaak in de hoek van gedragsverandering moet worden gezocht.”
Met zijn professionele inzicht, maar ook met zijn ervaring als inwoner van Emmen kijkt hij positief kritisch naar het gemeentelijk apparaat. “Natuurlijk werken er op het gemeentehuis fantastische en getalenteerde ambtenaren. Die elke dag fluitend naar het werk gaan, goede dingen willen doen en die met voldoening weer thuiskomen”, stelt Koopstra. “Maar er zijn afdelingen bij die onder de inwoners helaas niet altijd op applaus kunnen rekenen.”
Zijn laatste opmerking is niet uit de lucht gegrepen, maar is gebaseerd op een onderzoek in het LEF!-netwerk bestaande uit inwoners en ondernemers. Daarbij werd de vraag voorgelegd: Hoe ervaar jij de klantvriendelijkheid van de gemeente? Een tweetal afdelingen kwam daarbij nadrukkelijk naar voren als het gaat om het verbeteren van de klantgerichtheid, te weten Burgerzaken en Ruimtelijke Ordening.
Op basis van het onderzoek en discussie heeft LEF! een tweetal conclusies getrokken. Kandidaat-raadslid Koopstra daarover: “Ten eerste zou het gemeentehuis ook op zaterdag gewoon open moeten zijn. Burgerzaken als het aanvragen en ophalen van een paspoort, ID-card en of rijbewijs moeten dan ook gewoon geregeld kunnen worden. Je verleent service op de momenten dat burgers tijd hebben en niet alleen wanneer het de gemeente schikt. Een recente enquête van RTV Drenthe, weliswaar provincie-breed, sterkt ons in dit idee. Voor de ambtenaren van Ruimte Ordening is het belangrijk om nieuwe vaardigheden aan te leren. Een omslag maken van toetsen waarom het niet mag, naar samen onderzoeken hoe het wél kan! Zo worden ambtenaren mogelijkmakers.”
