Nieuws van D66 in Asten inzichtelijk

17 documenten

Geen bedrijventerrein ten koste van landschap in de Peel

D66 D66 Asten 28-05-2019 11:04

De zes Peelgemeenten willen nog voor de zomer tot gezamenlijke afspraken komen over ‘’Bedrijventerreinen in de sub-regio de Peel’.

De Astense raadsleden Tiny van den Eijnden (D66-Hart voor Asten) en Sandu Niessen (PGA) zijn beiden zeer betrokken bij dit onderwerp en hebben gezamelijk een duidelijke mening geformuleerd.

Hierbij hun opinie zoals gepubliceerd het Peelbelang van 23 mei, 2019.  Het stuk is ook gepubliceerd in het ED van 28 mei, 2019.

De bedrijventerreinen in de zes gemeenten zijn te verdelen in twee soorten: lokale terreinen waar doorgaans bedrijven met een grootte tot een halve hectare (ongeveer een voetbalveld) zijn gehuisvest en het regionaal terrein in Helmond waar bedrijven groter dan een halve hectare zich kunnen vestigen. Grote bedrijven kunnen doorstromen naar regionale terreinen om lokaal weer ruimte te creëren. Die afspraken gaan vooral over een nieuw regionaal bedrijventerrein.

Om te komen tot gezamenlijke afspraken “Bedrijventerreinen in de sub-regio de Peel” moeten we beginnen met het juiste uitgangspunt: ontwikkelen waar het kan en beschermen waar het moet.

Bodemarchief Zoeken naar nieuwe bedrijventerreinen is een ingewikkelde zaak: voor elke locatie zijn er bezwaren. Bedrijven en gemeenten hebben een sterke voorkeur voor locaties, die goed in het zicht liggen en goed bereikbaar zijn. Tot de favorieten behoren de locaties tussen Helmond en de A67 aan beide zijden van de Zuid-Willemsvaart. Locaties met beekdalen, oude wegen en bolle akkers. Locaties waar buurtschappen als Lungendonk, Stipdonk en Diesdonk liggen. Het achtervoegsel –donk verwijst naar een hoge zandrug langs een beekdal en verwijst daarmee ook naar de eerste bewoners van de gebieden. Stromend water was essentieel en de hoge zandruggen zorgden voor droge gronden waar boerderijen stonden en akkers lagen. In de bovengenoemde gebieden is die hele historie nog te zien: de beekdalen, de bolle akkers en de wegen naar de beken. Als op die plekken een industrieterrein wordt aangelegd, gaat dat kwalitatief hoogwaardig landschap voorgoed verloren.

Bedrijventerreinen Zoeken naar nieuwe industrieterreinen dient te gebeuren vanuit de vraag wat nodig is.

Staan we bedrijven toe met een groot ruimtebeslag en weinig arbeidsplaatsen? Welke bestaande bedrijventerreinen kunnen we nieuw leven inblazen? Ook het huidige arbeidstekort en de huisvestigingsproblemen van arbeidsmigranten zijn belangrijk om in de afweging mee te nemen. Het is goed om die opgaven gezamenlijk in Peelverband op te pakken.

De gemeente Helmond neemt als uitgangspunt infrastructuur. Wij zijn van mening dat het anders moet. Het landschap dient de basis te zijn voor keuzes voor nieuwe ontwikkelingen. Dit is ook vastgelegd in de “Ruimtelijke Agenda De Peel” die als ondertitel heeft “een gezamenlijke ruimtelijke agenda met het landschap als basis”. Het startpunt van de gemeente Helmond is dus tegenstrijdig met die Ruimtelijke agenda, die bijna unaniem is aangenomen in de verschillende gemeenteraden.

Ontwikkel vanuit het landschap Door een zorgvuldig ruimtegebruik, gebruik makend van wat er al is en bescherming van kwalitatief hoogwaardig landschap versterken wij niet alleen onze Peelidentiteit, maar voorkomen we ook dat we als regio ruimtelijk veranderen in een eenheidsworst.

Als wij met deze ruimtelijke bril op de kaart kijken naar de Peel dan zien wij dat er voldoende ruimte is tussen Deurne en Venray. Daar dient men eerst naar te kijken. Het feit dat dit gebied niet aan een snelweg ligt hoeft geen beperking te zijn. Voor Helmond zien wij nog twee interessante gebieden waar eventueel nog een bedrijventerrein ontwikkeld kan worden.

Het eerste gebied is Varenschut tussen de twee kanalen in aan de Rochadeweg. Het is een drassig gebied met veel rafelranden waardoor de ruimte daar erg onderbenut is. Een kans voor Helmond, om de rafelranden op te lossen en er een mooie voorkant van het bedrijventerrein (en de stad) van te maken. Ook is daar glastuinbouw, die naar onze mening logischer is op andere plekken in de regio. De vrijkomende ruimte kan meer hectaren opleveren voor dit gebied.

Mocht dit gebied te weinig voorzien in de behoefte, dan is er nog een mogelijkheid aan de andere kant van het kanaal. Wij zien de mogelijkheid tot het ontwikkelen van Lungendonk ten noorden van de Rochadeweg. Als men de Rochadeweg zou doortrekken naar Brandevoort (is een oud plan), dan komt er binnen die nieuwe ring een gebied beschikbaar dat stedenbouwkundig veel mogelijkheden biedt op het gebied van groen bij Het Goor (als groene hart) en voor regionale bedrijvigheid op Lungendonk.

Daarna is daar de beschikbare ruimte op. Maak je een keuze meer zuidelijk richting de A67 dan stuit je op een hoogwaardig kwalitatief landelijk gebied. Een gebied waarmee we ons juist als regio onderscheiden. Het groene oude landbouwgebied met bossen ten noorden van Lierop met de gehuchten Hersel, Eindje en Stipdonk en op Astens grondgebied Bussel, de Diesdonk, Oostappen, het Aadal en beekdal van de Astense Aa. De Diesdonk en de Oostappense bossen hebben de status van aardkundig waardevol en de Diesdonk en het beekdal van de Aa en Astense Aa hebben een waterbergingsfunctie.

Wat willen wij de automobilisten op de A67 in de toekomst laten zien: een industrieterrein zoals er dertien in een dozijn voorkomen óf een aantrekkelijk landschap, dat deel uitmaakt van onze collectieve regionale identiteit en dat een belangrijke bijdrage levert aan de recreatieve uitstraling van onze regio?

Tiny van den Eijnden, D66-Hart voor Asten en Sandu Niessen, PGA,  raadsleden van de gemeente Asten.

Geen bedrijventerrein ten koste van landschap in de Peel

D66 D66 Asten 28-05-2019 11:04

De zes Peelgemeenten willen nog voor de zomer tot gezamenlijke afspraken komen over ‘’Bedrijventerreinen in de sub-regio de Peel’.

De Astense raadsleden Tiny van den Eijnden (D66-Hart voor Asten) en Sandu Niessen (PGA) zijn beiden zeer betrokken bij dit onderwerp en hebben gezamelijk een duidelijke mening geformuleerd.

Hierbij hun opinie zoals gepubliceerd het Peelbelang van 23 mei, 2019.  Het stuk is ook gepubliceerd in het ED van 28 mei, 2019.

De bedrijventerreinen in de zes gemeenten zijn te verdelen in twee soorten: lokale terreinen waar doorgaans bedrijven met een grootte tot een halve hectare (ongeveer een voetbalveld) zijn gehuisvest en het regionaal terrein in Helmond waar bedrijven groter dan een halve hectare zich kunnen vestigen. Grote bedrijven kunnen doorstromen naar regionale terreinen om lokaal weer ruimte te creëren. Die afspraken gaan vooral over een nieuw regionaal bedrijventerrein.

Om te komen tot gezamenlijke afspraken “Bedrijventerreinen in de sub-regio de Peel” moeten we beginnen met het juiste uitgangspunt: ontwikkelen waar het kan en beschermen waar het moet.

Bodemarchief Zoeken naar nieuwe bedrijventerreinen is een ingewikkelde zaak: voor elke locatie zijn er bezwaren. Bedrijven en gemeenten hebben een sterke voorkeur voor locaties, die goed in het zicht liggen en goed bereikbaar zijn. Tot de favorieten behoren de locaties tussen Helmond en de A67 aan beide zijden van de Zuid-Willemsvaart. Locaties met beekdalen, oude wegen en bolle akkers. Locaties waar buurtschappen als Lungendonk, Stipdonk en Diesdonk liggen. Het achtervoegsel –donk verwijst naar een hoge zandrug langs een beekdal en verwijst daarmee ook naar de eerste bewoners van de gebieden. Stromend water was essentieel en de hoge zandruggen zorgden voor droge gronden waar boerderijen stonden en akkers lagen. In de bovengenoemde gebieden is die hele historie nog te zien: de beekdalen, de bolle akkers en de wegen naar de beken. Als op die plekken een industrieterrein wordt aangelegd, gaat dat kwalitatief hoogwaardig landschap voorgoed verloren.

Bedrijventerreinen Zoeken naar nieuwe industrieterreinen dient te gebeuren vanuit de vraag wat nodig is.

Staan we bedrijven toe met een groot ruimtebeslag en weinig arbeidsplaatsen? Welke bestaande bedrijventerreinen kunnen we nieuw leven inblazen? Ook het huidige arbeidstekort en de huisvestigingsproblemen van arbeidsmigranten zijn belangrijk om in de afweging mee te nemen. Het is goed om die opgaven gezamenlijk in Peelverband op te pakken.

De gemeente Helmond neemt als uitgangspunt infrastructuur. Wij zijn van mening dat het anders moet. Het landschap dient de basis te zijn voor keuzes voor nieuwe ontwikkelingen. Dit is ook vastgelegd in de “Ruimtelijke Agenda De Peel” die als ondertitel heeft “een gezamenlijke ruimtelijke agenda met het landschap als basis”. Het startpunt van de gemeente Helmond is dus tegenstrijdig met die Ruimtelijke agenda, die bijna unaniem is aangenomen in de verschillende gemeenteraden.

Ontwikkel vanuit het landschap Door een zorgvuldig ruimtegebruik, gebruik makend van wat er al is en bescherming van kwalitatief hoogwaardig landschap versterken wij niet alleen onze Peelidentiteit, maar voorkomen we ook dat we als regio ruimtelijk veranderen in een eenheidsworst.

Als wij met deze ruimtelijke bril op de kaart kijken naar de Peel dan zien wij dat er voldoende ruimte is tussen Deurne en Venray. Daar dient men eerst naar te kijken. Het feit dat dit gebied niet aan een snelweg ligt hoeft geen beperking te zijn. Voor Helmond zien wij nog twee interessante gebieden waar eventueel nog een bedrijventerrein ontwikkeld kan worden.

Het eerste gebied is Varenschut tussen de twee kanalen in aan de Rochadeweg. Het is een drassig gebied met veel rafelranden waardoor de ruimte daar erg onderbenut is. Een kans voor Helmond, om de rafelranden op te lossen en er een mooie voorkant van het bedrijventerrein (en de stad) van te maken. Ook is daar glastuinbouw, die naar onze mening logischer is op andere plekken in de regio. De vrijkomende ruimte kan meer hectaren opleveren voor dit gebied.

Mocht dit gebied te weinig voorzien in de behoefte, dan is er nog een mogelijkheid aan de andere kant van het kanaal. Wij zien de mogelijkheid tot het ontwikkelen van Lungendonk ten noorden van de Rochadeweg. Als men de Rochadeweg zou doortrekken naar Brandevoort (is een oud plan), dan komt er binnen die nieuwe ring een gebied beschikbaar dat stedenbouwkundig veel mogelijkheden biedt op het gebied van groen bij Het Goor (als groene hart) en voor regionale bedrijvigheid op Lungendonk.

Daarna is daar de beschikbare ruimte op. Maak je een keuze meer zuidelijk richting de A67 dan stuit je op een hoogwaardig kwalitatief landelijk gebied. Een gebied waarmee we ons juist als regio onderscheiden. Het groene oude landbouwgebied met bossen ten noorden van Lierop met de gehuchten Hersel, Eindje en Stipdonk en op Astens grondgebied Bussel, de Diesdonk, Oostappen, het Aadal en beekdal van de Astense Aa. De Diesdonk en de Oostappense bossen hebben de status van aardkundig waardevol en de Diesdonk en het beekdal van de Aa en Astense Aa hebben een waterbergingsfunctie.

Wat willen wij de automobilisten op de A67 in de toekomst laten zien: een industrieterrein zoals er dertien in een dozijn voorkomen óf een aantrekkelijk landschap, dat deel uitmaakt van onze collectieve regionale identiteit en dat een belangrijke bijdrage levert aan de recreatieve uitstraling van onze regio?

Tiny van den Eijnden, D66-Hart voor Asten en Sandu Niessen, PGA,  raadsleden van de gemeente Asten.

Begrotingsperikelen Samenwerkingsverband Peelgemeenten

D66 D66 Asten 13-12-2018 12:33

Hoe er omgegaan wordt met de begroting door samenwerkingsverband de Peelgemeenten en het gebrek aan grip op de bedrijfsvoering is een klucht.  Wel eentje die de rekening naar de deelnemende gemeenten doorstuurt.

De deelnemende gemeenten krijgen een constante stroom aan begrotingswijzigingen te verwerken en, met af en toe wat gepruttel, zijn alle begrotingswijzigingen tot nu toe gewoon geaccepteerd. Wij moeten dus constateren dat deze manier van reageren het bestuur van de Peelgemeenten niet prikkelt om ook daadwerkelijk veranderingen door te voeren.

De gemeenten zijn weer niet vooraf betrokken en hadden geen eerdere mogelijkheid tot inspraak.  Dit tast de controlerende en kaderstellende rol van de gemeenteraden aan en is zeer kwalijk.

Wij kijken zoals gebruikelijk naar twee aspecten: proces en inhoud. Met betrekking tot procesgang is er weer ontevredenheid. De gemeenten zijn weer niet vooraf betrokken en hadden geen eerdere mogelijkheid tot inspraak.  Dit tast de controlerende en kaderstellende rol van de gemeenteraden aan en is zeer kwalijk. Qua inhoud is de analyse mager en schiet de onderbouwing te kort. Bijvoorbeeld:

Als reden voor uitbereiding van enkele formaties wordt ‘voortschrijdend inzicht’ aangedragen. Maar het is volslagen onduidelijk wat dit voortschrijdend inzicht daadwerkelijk inhoudt. In de 1e begrotingswijziging heeft reeds een ophoging van formatie (4FTE) consulenten plaatsgevonden. De begrotingen van 2018 en 2019 van de Peelgemeenten en die van ons zijn hier op aangepast. Nu wordt er weer om een forse formatie verhoging gevraagd maar het is niet duidelijk hoe deze twee formatie-uitbreidingen zich tot elkaar verhouden.

Na drie begrotingsverhogingen in 2018, ligt de eerste begrotingsverhoging voor 2019 al weer op de mat. De gemeente Asten moet duidelijk zijn. Een goedbedoelde zienswijze en wat gepruttel heeft klaarblijkelijk geen enkele zin.  De besturen van de Peelgemeenten hebben nu nog tijd om met betere plannen te komen ten aanzien van zorg en uitvoering.

Asten moet niet in te stemmen met de 1e begrotingswijzing 2019 en de Peelgemeenten verzoeken te komen met een nieuw, financieel minder ingrijpend, voorstel waarbij verbeteren van inzicht en grip op zorgkosten voorop staan.

Begrotingsperikelen Samenwerkingsverband Peelgemeenten

D66 D66 Asten 13-12-2018 12:33

Hoe er omgegaan wordt met de begroting door samenwerkingsverband de Peelgemeenten en het gebrek aan grip op de bedrijfsvoering is een klucht.  Wel eentje die de rekening naar de deelnemende gemeenten doorstuurt.

De deelnemende gemeenten krijgen een constante stroom aan begrotingswijzigingen te verwerken en, met af en toe wat gepruttel, zijn alle begrotingswijzigingen tot nu toe gewoon geaccepteerd. Wij moeten dus constateren dat deze manier van reageren het bestuur van de Peelgemeenten niet prikkelt om ook daadwerkelijk veranderingen door te voeren.

De gemeenten zijn weer niet vooraf betrokken en hadden geen eerdere mogelijkheid tot inspraak.  Dit tast de controlerende en kaderstellende rol van de gemeenteraden aan en is zeer kwalijk.

Wij kijken zoals gebruikelijk naar twee aspecten: proces en inhoud. Met betrekking tot procesgang is er weer ontevredenheid. De gemeenten zijn weer niet vooraf betrokken en hadden geen eerdere mogelijkheid tot inspraak.  Dit tast de controlerende en kaderstellende rol van de gemeenteraden aan en is zeer kwalijk. Qua inhoud is de analyse mager en schiet de onderbouwing te kort. Bijvoorbeeld:

Als reden voor uitbereiding van enkele formaties wordt ‘voortschrijdend inzicht’ aangedragen. Maar het is volslagen onduidelijk wat dit voortschrijdend inzicht daadwerkelijk inhoudt. In de 1e begrotingswijziging heeft reeds een ophoging van formatie (4FTE) consulenten plaatsgevonden. De begrotingen van 2018 en 2019 van de Peelgemeenten en die van ons zijn hier op aangepast. Nu wordt er weer om een forse formatie verhoging gevraagd maar het is niet duidelijk hoe deze twee formatie-uitbreidingen zich tot elkaar verhouden.

Na drie begrotingsverhogingen in 2018, ligt de eerste begrotingsverhoging voor 2019 al weer op de mat. De gemeente Asten moet duidelijk zijn. Een goedbedoelde zienswijze en wat gepruttel heeft klaarblijkelijk geen enkele zin.  De besturen van de Peelgemeenten hebben nu nog tijd om met betere plannen te komen ten aanzien van zorg en uitvoering.

Asten moet niet in te stemmen met de 1e begrotingswijzing 2019 en de Peelgemeenten verzoeken te komen met een nieuw, financieel minder ingrijpend, voorstel waarbij verbeteren van inzicht en grip op zorgkosten voorop staan.

Geen industriegebied in het Beekdal Astense Aa

D66 D66 Asten 01-11-2018 09:48

Helmond gaat uitbreiding industrieterrein BZOB-Zuid onderzoeken. Dit keer wil men uitbreiden ten koste van een waardevol beekdallandschap met waterbergingsfunctie. Waterschap en buurgemeente Asten maken bezwaar en in het verleden zijn al veelvuldig onderzoeken naar deze uitbreiding gedaan.

Het BZOB-bos ofwel Brouwhuisse Heide was tot voor kort het aangewezen gebied dat klaar lag -als de behoefte daar was- om te worden ontwikkeld als onderdeel van het grootschalig industrieterrein BZOB.

Dit geplande gebied is door het Waterschap de Aa aangemerkt als waterberging voor de gehele regio en zorgt er dus ook voor dat de Helmondse en Astense burger geen natte voeten krijgt na een hoosbui. 

Het door Helmond beoogde nieuw te ontwikkelen gebied ten zuiden van het industrieterrein is een waardevol beekdallandschap met hoge natuur- en recreatiewaarde en waterbergingsfunctie. Dit geplande gebied is door het Waterschap de Aa aangemerkt als waterberging voor de gehele regio en zorgt er dus ook voor dat de Helmondse en Astense burger geen natte voeten krijgt na een hoosbui. Daarnaast ligt er dwars door dit gebied een hoofdgasleiding waar niet op gebouwd kan en mag worden.

Kortom, Helmond wil een waardevol voormalig heidelandschap, nu bos, inruilen voor dit waardevolle beekdallandschap.

De eerste vraag is: Kan dat zo maar?

Een korte terugblik. De beoogde ontwikkeling van het BZOB-bos tot industrieterrein was een compromis, gesloten na een lang en moeizaam proces. 35 jaar(!) lang soebatte men over de ontwikkeling van een grootschalig industrieterrein ten Zuiden van Helmond, vanaf de A67 tot aan Brouwhuis.

Deze claim op het BZOB-bos is een erfenis uit het verleden. De oorsprong hiervan ligt ver, ver achter ons. Vindt zijn oorsprong in een tijd waarin men handelde naar inzichten en visies op landschappelijke waarden van 35 jaar geleden.

Gaandeweg die 35 jaar is er veel veranderd op het gebied van inzicht, erkenning en bescherming van oude landbouwgebieden (Diesdonk), voormalige heide- en stuifgronden  (Oostappense bossen en Brouwhuisse Heide) en beekdallandschappen (Aa dal en Astense Aa). Deze landschappen hebben nu algemeen de erkenning als belangrijk(ste) onderdeel van de Brabantse identiteit en bezitten daarmee een hoge recreatiewaarde.

Anno 2018 is dit besef van erkenning en noodzaak tot bescherming van waardevolle landschappen alleen maar groter geworden. In de huidige ruimtelijke visies, beleidstukken en agenda’s zijn en worden deze waardes steeds sterker verankerd. Mede om deze reden sneuvelde ook de Ruit rond Eindhoven in 2014. Ook ruimtelijke visies opgesteld voor de nieuwe omgevingswet, waaronder o.a. de Ruimtelijke Agenda de Peel, gaan uit van ontwikkeling met het landschap als basis en niet andersom, economie boven landschap.

Erkenning van deze waarde was dan ook één van de voornaamste argumenten waarom in 2012 de uitbreiding van het BZOB-terrein richting Astens grondgebied niet doorging. Maar zie, er moest toch iets verzilverd worden en het BZOB-bos was de klos.

 Het antwoord op de eerste vraag is dus: Nee, dit kan niet zomaar!

Met deze actie plaatst Helmond zich terug in de tijd, duikt weer in die tunnelvisie van weleer. Kijk liever wat er werkelijk is: een waardevol landschap dat bescherming behoeft en dat toebehoort aan onze kinderen. De beschikbare ruimte ten zuiden van Helmond is simpelweg op. Dit probleem kan men regionaal oplossen. Regionaal zijn er nog voldoende industrieterreinen beschikbaar en de eerder genoemde Ruimtelijke Agenda de Peel geeft inzichten waar -als daar behoefte aan zou zijn- een evt. nieuw regionaal industrieterrein ontwikkeld zou kunnen worden.

Zie die spreekwoordelijke streep in het zand. Tot hier en niet verder.

Tiny van den Eijnden

Bewoner Diesdonk/ fractievoorzitter D66-Hart voor Asten

Geen industriegebied in het Beekdal Astense Aa

D66 D66 Asten 01-11-2018 09:48

Helmond gaat uitbreiding industrieterrein BZOB-Zuid onderzoeken. Dit keer wil men uitbreiden ten koste van een waardevol beekdallandschap met waterbergingsfunctie. Waterschap en buurgemeente Asten maken bezwaar en in het verleden zijn al veelvuldig onderzoeken naar deze uitbreiding gedaan.

Het BZOB-bos ofwel Brouwhuisse Heide was tot voor kort het aangewezen gebied dat klaar lag -als de behoefte daar was- om te worden ontwikkeld als onderdeel van het grootschalig industrieterrein BZOB.

Dit geplande gebied is door het Waterschap de Aa aangemerkt als waterberging voor de gehele regio en zorgt er dus ook voor dat de Helmondse en Astense burger geen natte voeten krijgt na een hoosbui. 

Het door Helmond beoogde nieuw te ontwikkelen gebied ten zuiden van het industrieterrein is een waardevol beekdallandschap met hoge natuur- en recreatiewaarde en waterbergingsfunctie. Dit geplande gebied is door het Waterschap de Aa aangemerkt als waterberging voor de gehele regio en zorgt er dus ook voor dat de Helmondse en Astense burger geen natte voeten krijgt na een hoosbui. Daarnaast ligt er dwars door dit gebied een hoofdgasleiding waar niet op gebouwd kan en mag worden.

Kortom, Helmond wil een waardevol voormalig heidelandschap, nu bos, inruilen voor dit waardevolle beekdallandschap.

De eerste vraag is: Kan dat zo maar?

Een korte terugblik. De beoogde ontwikkeling van het BZOB-bos tot industrieterrein was een compromis, gesloten na een lang en moeizaam proces. 35 jaar(!) lang soebatte men over de ontwikkeling van een grootschalig industrieterrein ten Zuiden van Helmond, vanaf de A67 tot aan Brouwhuis.

Deze claim op het BZOB-bos is een erfenis uit het verleden. De oorsprong hiervan ligt ver, ver achter ons. Vindt zijn oorsprong in een tijd waarin men handelde naar inzichten en visies op landschappelijke waarden van 35 jaar geleden.

Gaandeweg die 35 jaar is er veel veranderd op het gebied van inzicht, erkenning en bescherming van oude landbouwgebieden (Diesdonk), voormalige heide- en stuifgronden  (Oostappense bossen en Brouwhuisse Heide) en beekdallandschappen (Aa dal en Astense Aa). Deze landschappen hebben nu algemeen de erkenning als belangrijk(ste) onderdeel van de Brabantse identiteit en bezitten daarmee een hoge recreatiewaarde.

Anno 2018 is dit besef van erkenning en noodzaak tot bescherming van waardevolle landschappen alleen maar groter geworden. In de huidige ruimtelijke visies, beleidstukken en agenda’s zijn en worden deze waardes steeds sterker verankerd. Mede om deze reden sneuvelde ook de Ruit rond Eindhoven in 2014. Ook ruimtelijke visies opgesteld voor de nieuwe omgevingswet, waaronder o.a. de Ruimtelijke Agenda de Peel, gaan uit van ontwikkeling met het landschap als basis en niet andersom, economie boven landschap.

Erkenning van deze waarde was dan ook één van de voornaamste argumenten waarom in 2012 de uitbreiding van het BZOB-terrein richting Astens grondgebied niet doorging. Maar zie, er moest toch iets verzilverd worden en het BZOB-bos was de klos.

 Het antwoord op de eerste vraag is dus: Nee, dit kan niet zomaar!

Met deze actie plaatst Helmond zich terug in de tijd, duikt weer in die tunnelvisie van weleer. Kijk liever wat er werkelijk is: een waardevol landschap dat bescherming behoeft en dat toebehoort aan onze kinderen. De beschikbare ruimte ten zuiden van Helmond is simpelweg op. Dit probleem kan men regionaal oplossen. Regionaal zijn er nog voldoende industrieterreinen beschikbaar en de eerder genoemde Ruimtelijke Agenda de Peel geeft inzichten waar -als daar behoefte aan zou zijn- een evt. nieuw regionaal industrieterrein ontwikkeld zou kunnen worden.

Zie die spreekwoordelijke streep in het zand. Tot hier en niet verder.

Tiny van den Eijnden

Bewoner Diesdonk/ fractievoorzitter D66-Hart voor Asten

Huisvesting Arbeidsmigranten op Prinsenmeer

D66 D66 Asten 28-05-2018 16:23

In het vraagstuk over huisvesting arbeidsmigranten Prinsenmeer spelen veel belangen. Economische belangen van het bedrijf zelf, belangen van bedrijven die hun personeel gehuisvest wil hebben, regionale belangen, Belangen van de gemeente, van de omgeving, vertegenwoordigd door de dorpsraad, Belangen van de directe buren en ga zo maar door.

Bij belangen horen emoties, argument en soms verwijten. Dus die komen er ook nog bij. Daar is niets mis mee en discussie moet je niet ontlopen.

Zaak voor ons als politieke partij een keuze te maken welke belangen wij belangrijk vinden.  Voor ons gaat ons hoofdzakelijk om 2 zaken.

Het aantal

Het gaat hier over short stay. Long stay, permanente bewoning is verboden op Prinsenmeer. Long stay is een andere groep met andere aanpak. Bovendien gaat het hier om manier van huisvesten die gericht is op short stay. Short Stay geeft overlast: mensen/ arbeiders zijn hier tijdelijk. 3 tot 6 maanden. Dat wil zeggen dat zij niet integreren en dat zij dus geen binding hebben met hun omgeving. Dat geeft effecten/overlast op die omgeving. O.a. een gevoel van onveiligheid, verkeersonveilige situaties, zwerfvuil ect.

Het college stelt voor om de Ooststappen groep toestemming te verlenen om 500 arbeidsmigranten te huisvesten.  Wij vinden dat niet in verhouding met de omgeving en het karakter van de camping. Voor ons is 250 a 300 een redelijk aantal, maar gaan mee met de mening van de dorpsraad van Ommel. Zij zijn een belangrijke vertegenwoordiger van de omgeving en hebben hier een belangrijke medebepalende stem in. Wij gaan dus mee met een aantal van max. 384.

Handhaving

“Volgens het college is het toestaan van een lager aantal niet wenselijk, omdat dit de kans op illegale en gevaarlijke huisvesting elders vergroot”. Daarmee slaat het college wat ons betreft de plank behoorlijk mis. Illegale en gevaarlijke huisvestiging hier en elders is afhankelijk hoe handhaving is geregeld en hoe strak wij als gemeente, als regio, als gemeenschap de kaders neerleggen en dus niet andersom. De illusie dat als wij door meer arbeidsmigranten te huisvesten het probleem oplossen klopt niet. Sterker nog hoe meer wij in Asten en de regio gaan huisvesten hoe groter het aanzuigende effect en hoe minder ondernemers worden geprikkeld om op zoek te gaan naar alternatieven.

De omgeving moet het aantal arbeidsmigranten bepalen en niet de bedrijven

Het bedrijf heeft zich de afgelopen jaren niet aan de aantallen in de vergunning gehouden (216) en de gemeente heeft niet gehandhaafd. De gemeente wil de huidige situatie legaliseren en kiest daarom voor 500. Wij zijn voor een duidelijke overeenkomst maar 500 Arbeidsmigranten op Prinsenmeer huisvesten is voor nu te veel. Niet nagekomen afspraken mogen we niet belonen!

Strategisch Huisvestingsplan primair onderwijs Asten 2018-2028 (SHP) – II

D66 D66 Asten 28-05-2018 08:31

Gedurende de AZC commissie vergadering van 24 mei, 2018  werd de behandeling van een eerdere motie over het ‘SHP primair onderwijs gemeente Asten 2018-2028’ besproken.

De Motie M1 van 30 januari 2018 vraagt nadrukkelijk om twee dingen:

Een onderzoek naar een beter en veiliger alternatief voor de locatie Asten Zuid (het zgn. Varendonck terrein); en Dat het college en de schoolbesturen de communicatie naar de ouders en MR-en intensiveren en verbeteren.

“De uitwerking van deze motie is één grote teleurstelling en doet de bezorgde ouders en inwoners, die willen zien dat de besturen en de gemeente hun ongerustheid serieus nemen, tekort. ” – Remco Wever 

Uitwerking onderzoek naar een beter en veiliger alternatief voor de beoogde Varendonck locatie.

Wat lezen we in de uitwerking van deze motie over de vooruitgang aangaande een beter en veiliger alternatief voor de Varendonck locatie?

Alternatieven die zijn aangedragen blijken niet geschikt: De tuin van het Patersklooster is niet mogelijk en ook de Bonafatius school kan niet zo maar worden uitgebreid.  Dat zijn twee alternatieven die een minimale behandeling hebben gekregen. Uit niets blijkt dat er uitgebreid naar alternatieven is gekeken of dat er serieus wordt mee gedacht met de ouders. De dure experts en de gemeente zelf hebben blijkbaar geen ideeën of suggesties voor alternatieve locaties. Bijvoorbeeld nieuwbouw op locatie Bonifatius? Uitbereiding op de locatie St. Lambertus, waar over het originele Sygma rapport zegt dat het ruimte en potentie heeft. Een van de belangrijkste reden waarom deze motie tot stand kwam is vanwege vragen over de verkeersveiligheid maar er wordt met geen woord gerept over de verkeersveiligheid.  Een inspreker stelde ook vragen over de veiligheid en wenselijkheid van dit voorstel vanuit een pedagogisch en didactisch oogpunt. Is het wenselijk dat kinderen vanaf hun 5e tot hun 18e jaar op de zelfde locatie zitten?  Is het wenselijk dat al deze leeftijden tegelijkertijd op één locatie zitten? Verbetering en intensivering communicatie naar de ouders en MR-en. De schoolbesturen hebben twee nieuwsbrieven gestuurd en de wethouder verteld dat de communicatie verbeterd is. Communicatie is niet alleen zenden. Het is informatie uitwisselen, van elkaars expertise en inzichten gebruik maken en elkaar proberen te begrijpen om zo tot een oplossing te komen. De insprekers en andere betrokkenen laten ons weten dat er nog steeds veel vragen niet beantwoord zijn. Ook in deze uitwerking van de motie komen we dit weer tegen; wel een reactie maar geen echt antwoord. Conclusie

D66-HvA vindt dat deze motie niet voldoende is behandeld en verwacht z.s.m. een beter onderbouwd antwoord van het college.

Er is geen blijk van een gedegen onderzoek naar een beter en veiliger alternatief voor de locatie Varendonck; Er is geen verder onderzoek gedaan naar verkeersveiligheid naar en rond de locatie Varendonck; De communicatie bestaat nu nog vnl. uit ‘zenden’ vanuit de richting van schoolbesturen en het geven van minimale reacties vanuit het college waardoor ongeruste ouders zich nog steeds niet begrepen voelen. Hier moet verandering in komen. Het verwachte leerlingenaantal dat als basis lag voor het originele plan is flink verhoogd en dat geeft ruimte om een 5e school te overwegen.

Onze reactie op het Coalitie Akkoord 2018-2022

D66 D66 Asten 18-04-2018 08:34

‘Maak samen werk van innovatie en duurzaam in een vitaal Asten’. Dat zou voor ons een betere titel zijn voor dit coalitieakkoord. D66-Hart voor Asten staat voor ambitie en durf.

Het nieuwe college geeft in dit akkoord haar ambities weer voor de komende 4 jaar en verder. Het is een akkoord op hoofdlijnen, de concrete invulling volgt later.

Dit college is een voorzetting van een samenstelling die al 8 jaar bestaat met nu gedeeltelijk nieuwe wethouders. Voor ons de ham vraag, is dit een nieuwe lente met een nieuw geluid of gaan we op de oude voet verder met een nieuwe laklaag? We zullen het zien.

Met de hoofdlijnen zijn wij het op een aantal punten eens. Dat kan ook niet anders omdat dit akkoord mede gebaseerd is op de toekomstvisie 2030 en daar hebben wij, zo is bekend, mee ingestemd. Iedereen vindt van zijn of haar eigen ijkpunt wel iets terug. Dat maakt het een veilig document.

Het zal dus wat ons betreft vooral gaan om de uitvoering van dit akkoord en de manier van samenwerking. Voor ons is het duidelijk. Bij de punten die wij belangrijk vinden, waar wij ons best voor doen, kunt u ons als partner vinden. Punten zoals: duurzaamheid, transitie buitengebied, woningbouw, zorg, onderwijs, jongeren en ouderen. Over die punten willen wij meepraten en meedenken. Samen met onze inwoners.

Het woord ‘samen’ is vaak te lezen in het akkoord. Wij zien erop toe dat het woord ‘samen’ ook werkelijk ten goede zal komen aan de onderlinge samenwerking, uitvoering en transparantie.

Over de punten waar wij verder uit elkaar liggen zult u ons (uiteraard) gaan horen. We zullen onze stekels weer recht zetten als nodig, onze piketpaaltjes slaan en dat wat onbesproken dreigt te blijven, blijven benoemen.

Dus bij deze toch één kritische noot… en dat is de bestuurlijke formatie. In 2014 gaf de toenmalige coalitie aan het nodig te vinden de formatie tijdelijk te verhogen i.v.m. de opkomende decentralisaties. Tijdelijk werd 4 jaar, maar bij de volgende formatie zou het weer teruggaan naar de 2.5 FTE van weleer. Nu bij de nieuwe coalitie, niet toevallig dezelfde coalitie, wordt subiet weer ingezet op extra uren (0.3FTE)  voor de bestuurlijke formatie. De redenen hiervoor vinden wij zwak, bijvoorbeeld:

Uitvoering Toekomstagenda 2030. Dat is uitvoering geven aan onze gezamenlijke ambities. Hopelijk was dat altijd al het onderliggende idee van besturen. Met Asten2030 is dat alleen duidelijker neergezet en zou dus geen extra tijd moeten vergen dan vooorheen. Het gezond houden van financiën. Dat was de afgelopen jaren toch ook zo? Waarom zijn er nu meer uren nodig om de financiën gezond te houden?

Tot slot, D66-HvA wil de komende 4 jaren ook graag kijken naar hoe we de onderlinge verschillen kunnen inzetten om gezamenlijk tot creatieve oplossingen te komen. Wij zijn ervan overtuigd dat je zo als gemeente, als gemeenschap verder komt en tegelijkertijd kun je je eigenheid behouden.

Kortom we moeten het nog zien. De kracht van een plan ligt in de uitvoering. Wij wensen het college, oppositie en ambtelijke staf een goed begin.

Coalitieakkoord 2018-2022

https://hartvoorasten.d66.nl/2018/04/18/onze-reactie-op-het-coalitie-akkoord-201/

Innovatie en duurzaamheid

D66 D66 Asten 23-02-2018 10:55

Voor Asten liggen er veel kansen in innovatie en duurzaamheid.

De afgelopen 12 jaar heeft duurzaamheid laag op de agenda gestaan. De gemeente Asten staat op de 331e plaats van de 393 gemeenten in Nederland. D66-HvA wil dat vanaf nu duurzaamheid de rode draad wordt door alle beleidsterreinen heen.

Gemeenten kennen vaak langdurige procedures en veel regels. Dat belemmert lokale initiatieven. Dat kan anders. Een gemeente kan duurzaamheidsprojecten actief ondersteunen, voorlichting geven en ruimte geven voor projecten. Voorbeelden genoeg in onze regio, bijv. het zonnepanelen project van de MRE-regio en het E-car project in Someren.

Sommige gemeenten treden zelfs op als opdrachtgever voor projecten. Dat kan bijvoorbeeld gaan over energiebesparing. Een gemeente zou dus zo een project kunnen voorfinancieren.

Grootschalige, centrale energieopwekking verandert naar decentrale, lokale productie van energie. Zonne-, wind- en bio-energie zijn overal beschikbaar. Coöperaties dragen bij aan de gemeentelijke ambities voor duurzaamheid. De inkomsten kan men ook weer lokaal inzetten. Energietransitie kan daarmee ook de motor zijn voor lokale en regionale ontwikkeling.

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.