In de commissievergadering van Sociaal Domein en Wonen van afgelopen 30 juni werd het jaarverslag Handhaven 2019 besproken. In het verslag gaf het College een uitvoerige uiteenzetting van het handhavingsbeleid van de Participatiewet over het jaar 2019 in Delft. Het waarom, wanneer, bij wie en hoe er gehandhaafd wordt, werd in het verslag aan de commissie voorgelegd.

Burgers die op grond van de Participatiewet recht hebben op een uitkering, krijgen deze niet vrijblijvend. De Participatiewet schrijft voor dat de uitkeringsgerechtigde bepaalde verplichtingen heeft, bijvoorbeeld: het solliciteren naar en behouden van werk. Wanneer men zich niet houdt aan de verplichtingen moet het College conform de Participatiewet een maatregel of boete opleggen aan de burger.

 

De nadruk lag op de dalende koers van de maatregelen en boetes uitgedeeld door de gemeente. Dit in tegenstelling tot voorgaande jaren, toen er in Delft veel strenger gehandhaafd werd dan andere gemeentes van dezelfde grootte.De gemeente voert nu een minder streng beleid en er wordt meer rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van betrokkenen.

GroenLinks-wethouder Stephan Brandligt legde uit dat de dalende koers ingezet is omdat Delft niet langer onder het vergrootglas van het Rijk lag vanwege de financiële situatie van de gemeente. Daarnaast leert de gemeente de burgers die in de bijstand zitten steeds beter kennen en kan zo maatwerk worden toegepast. Bij de handhaving van de Participatiewet wordt de menselijke maat de norm en gaan we uit van vertrouwen in plaats van wantrouwen.

Diverse steden zoals Utrecht, Groningen en Wageningen hebben het afgelopen jaar middels een tijdelijke regeling Experimenten Participatiewet gemeten wat het effect van het met de zachte hand benaderen van de uitkeringsgerechtigde is in de praktijk. Het experiment wees uit dat het handhaven met de harde hand niet tot een betere resultaat leidt dan wanneer je met een zachte hand ingrijpt. Delft heeft niet meegedaan aan deze experimenten, maar we kunnen wel van deresultaten leren en bekijken welke conclusies voor de Delftse situatie over te nemen zijn zodat mensen met recht op een uitkering beter geholpen worden.