De Aanloop en de Buurtkamer zijn laagdrempelige voorzieningen in de drie activiteitencentra van Oosterhout, die vooral bedoeld zijn als ontmoetingsplaats. Bezoekers hiervan zijn vooral mensen met een beperking, dementie of een klein sociaal netwerk. Tot 1 juli waren er in totaal negen tijdstippen waarop deze voorzieningen open waren. Sinds 1 juli is dat vanwege bezuinigingen teruggebracht tot vijf tijdstippen. De voorzieningen zijn echter wel elke werkdag open.

Vandaag is bekend geworden dat er gestopt gaat worden met de Buurtkamer en dat alleen de Aanloop openblijft. Concreet betekent dit dat op maandag en woensdag met de Buurtkamer gestopt gaat worden en de Aanloop op dinsdag, donderdag en vrijdag openblijft. Bij de Buurtkamer is altijd een professional aanwezig, die geholpen wordt door een aantal vrijwilligers. Ook bij de Aanloop is er sprake van begeleiding door professionals.

Naar aanleiding van het bovenstaande heeft GroenLinks de volgende vraag:

Wat zijn de doelstellingen geweest die de gemeente heeft meegegeven aan de organisaties (Thebe, Prisma en Surplus Welzijn) bij de start van de Buurtkamer? Heeft er inmiddels een evaluatie plaatsgevonden van de Buurtkamer en is hierbij onderzocht of de gestelde doelstellingen gehaald zijn? Kunt u de onderzoeksopdracht en het volledige onderzoek/evaluatie betreffende het functioneren van de Buurtkamer ter beschikking stellen? Is op basis van deze evaluatie besloten om te stoppen met de Buurtkamer? Is om financiële redenen besloten om te stoppen met de Buurtkamer? Is het besluit om te stoppen met de Buurtkamer genomen door de gemeente Oosterhout doordat zij de subsidie hiervoor heeft stopgezet of is dit een beslissing van de organisaties die de Buurtkamer in de praktijk uitvoeren? (De gemeente gaat immers korten op het budget van Surplus Welzijn) Sinds een aantal jaar voert het College het beleid dat er zoveel mogelijk algemene voorzieningen moeten komen om gebruik van duurdere individuele voorzieningen te voorkomen? Waarom wordt dan besloten om juist een algemene voorziening als de Buurtkamer te sluiten? Is het College het er mee eens dat het besluit om de Buurtkamer te sluiten dus eigenlijk ingaat tegen het beleid van de gemeente zelf? Is het College het er mee eens dat de Buurtkamer daarom ook na 1 januari moet blijven bestaan en de sluiting hiervan dus teruggedraaid moet worden? Is de gemeente bekend met het idee van de vrijwilligers van de Buurtkamer om met dit initiatief door te gaan, maar dan zonder een professionele hulp? Wat is het oordeel van de gemeente over dit idee? Is de gemeente bereid om dit idee te subsidiëren zodat de vrijwilligers geen zaalhuur hoeven te bepalen en ook de mogelijkheid hebben om tijdens de bijeenkomsten bepaalde activiteiten te organiseren? Is de gemeente daarnaast bereid om zorg te dragen voor de benodigde scholing voor deze vrijwilligers?

W.J.W.A. van der Zanden