Afgelopen zomer besloot het college om statushouders voorrang te geven bij het krijgen van een sociale huurwoning. Dit was een ingrijpend besluit, omdat hierdoor mensen die al jarenlang op de wachtlijst staan voor een huurwoning, nog langer moeten wachten. Aan de andere kant vinden we als CDA-fractie ook dat we ook als gemeente Utrecht moeten voldoen aan de landelijke afspraken om statushouders een plek te geven. We waren wel kritisch op de manier waarop het college dit besluit nam. Gehaast, in het zomerreces, zodat een goed debat eigenlijk niet mogelijk was. Deze week kwam het nieuws naar buiten dat een aantal statushouders die een sociale huurwoning in Utrecht hadden gekregen hun werk op hadden gezegd. De CDA-fractie heeft hierop gereageerd dat het onwenselijk is dat statushouders hun werk opgeven. Juist werk en het leren van de Nederlandse taal zijn in onze ogen cruciale voorwaarden om een perspectief te krijgen op een goede toekomst in Nederland. Los van het aantal statushouders die het betrof, en waarover in de media veel te doen was, moet het principe zijn dat werk een belangrijk middel is om mee te doen en voor het vinden van je plek in Utrecht. Sinds begin 2021 zijn gemeenten zelf verantwoordelijk voor de inburgering. Ook Utrecht werkt aan een eigen inburgeringsbeleid. De CDA-fractie vindt het teleurstellend dat het nog onvoldoende lukt om statushouders aan het werk te houden. Zeker op het moment dat een sociale huurwoning in Utrecht wordt toegekend, kunnen ook afspraken worden gemaakt over het feit dat werk een belangrijke voorwaarde is bij inburgering. De situatie rond de statushouders laat zien dat de gemeente hier nog onvoldoende in slaagt en relatief laat bij de inburgering betrokken is. De CDA-fractie diende bij een debat over inburgering in de Gemeenteraad een motie in om meer in te zetten op samenwerking met werkgevers bij inburgering. Deze motie gaat wethouder Rachel Streefland nu uitvoeren.