Poliflw

Naar aanleiding van de plannen tot plaatsing van een aantal wisselwoningen aan "Veldzicht" in Loppersum staan er een aantal ingekomen stukken op de agenda van bewoners die tegen deze plannen zijn en alternatieve locaties benoemen. Een drietal inwoners maakt gebruik van het spreekrecht om hun ongenoegen, motivatie's en adviezen tot te lichten. (Waarvoor dank!)

Naar aanleiding van het besluit en de daarop volgende reactie’s ontstonden bij de fractie van de ChristenUnie -ook na bestudering van de keuzematrix- nog de volgende vragen.

Waarom kiest het college van b&w voor 2 locaties van elk 25 in plaats van één locatie van 50 wisselwoningen? Waarom kiest het college ervoor de pijn te verdelen over meerdere (zoek) gebieden in plaats van alles te concentreren op één locatie? Eén locatie is ook makkelijker te compenseren, dan de bouw van wisselwoningen op meerdere locaties. Waarom is er nu sprake van 50 wisselwoningen terwijl in de notitie van 21 februari 2019 nog sprake was van 40 woningen? Ook in projectenboek wordt op bladzijde 19 gesproken over 40 wisselwoningen. Een deel van de 3e locatie, die aan de Zeerijperweg, is archeologisch monument. Welke belemmeringen geeft dit? Kunnen die worden vermeden door een goede locatiekeuze ter plekke? Waarom wordt deze locatie als reservelocatie aangehouden, zijn de archeologische bezwaren dan blijkbaar wel te omzeilen? Zijn/worden de alternatieve locatie’s die door de insprekers zijn genoemd nog in de afweging betrokken en kunt u al aangeven of hier mogelijkheden liggen.

Wethouder Pier Prins geeft uitgebreid reactie op de insprekers en onze vragen.In zijn reactie geef hij aan dat er tijdens de overleggen met inwoners toezeggingen zijn gedaan dan er nader onderzoek komt naar de alternatieve locaties. Op de vraag binnen welk tijdpad geeft de wethouder aan dat er binnen 2 tot 3 weken duidelijkheid kan komen over de inrichting en de plannen. Hij verzoekt de insprekers het college de tijd te geven om samen tot een oplossing te komen.

De vragen gesteld door Bé Prins en de reactie van wethouder zijn hier terug te luisteren.

Naar aanleiding van de plannen tot plaatsing van een aantal wisselwoningen aan "Veldzicht" in Loppersum staan er een aantal ingekomen stukken op de agenda van bewoners die tegen deze plannen zijn en alternatieve locaties benoemen. Een drietal inwoners maakt gebruik van het spreekrecht om hun ongenoegen, motivatie's en adviezen tot te lichten. (Waarvoor dank!)

Naar aanleiding van het besluit en de daarop volgende reactie’s ontstonden bij de fractie van de ChristenUnie -ook na bestudering van de keuzematrix- nog de volgende vragen.

Waarom kiest het college van b&w voor 2 locaties van elk 25 in plaats van één locatie van 50 wisselwoningen? Waarom kiest het college ervoor de pijn te verdelen over meerdere (zoek) gebieden in plaats van alles te concentreren op één locatie? Eén locatie is ook makkelijker te compenseren, dan de bouw van wisselwoningen op meerdere locaties. Waarom is er nu sprake van 50 wisselwoningen terwijl in de notitie van 21 februari 2019 nog sprake was van 40 woningen? Ook in projectenboek wordt op bladzijde 19 gesproken over 40 wisselwoningen. Een deel van de 3e locatie, die aan de Zeerijperweg, is archeologisch monument. Welke belemmeringen geeft dit? Kunnen die worden vermeden door een goede locatiekeuze ter plekke? Waarom wordt deze locatie als reservelocatie aangehouden, zijn de archeologische bezwaren dan blijkbaar wel te omzeilen? Zijn/worden de alternatieve locatie’s die door de insprekers zijn genoemd nog in de afweging betrokken en kunt u al aangeven of hier mogelijkheden liggen.

Wethouder Pier Prins geeft uitgebreid reactie op de insprekers en onze vragen.In zijn reactie geef hij aan dat er tijdens de overleggen met inwoners toezeggingen zijn gedaan dan er nader onderzoek komt naar de alternatieve locaties. Op de vraag binnen welk tijdpad geeft de wethouder aan dat er binnen 2 tot 3 weken duidelijkheid kan komen over de inrichting en de plannen. Hij verzoekt de insprekers het college de tijd te geven om samen tot een oplossing te komen.

De vragen gesteld door Bé Prins en de reactie van wethouder zijn hier terug te luisteren.

Groot debat DAL (Delfzijl, Appingedam en Loppersum) in het multifunctioneel ontmoetingscentrum KABZËEL in Appingedam. Eén van de mooiste gebouwen (cultureel erfgoed) in Groningen.

Bé Prins, onze lijsttrekker en huidig raadslid ging in debat met diverse lijsttrekkers.

CU-sjes uitgedeeld! 

Posters opgehangen en balpennen en pepermuntjes voor de liefhebber.

Foto's van deze bijeenkomst zijn hier te zien.

Groot debat DAL (Delfzijl, Appingedam en Loppersum) in het multifunctioneel ontmoetingscentrum KABZËEL in Appingedam. Eén van de mooiste gebouwen (cultureel erfgoed) in Groningen.

Bé Prins, onze lijsttrekker en huidig raadslid ging in debat met diverse lijsttrekkers.

CU-sjes uitgedeeld! 

Posters opgehangen en balpennen en pepermuntjes voor de liefhebber.

Foto's van deze bijeenkomst zijn hier te zien.

Met deze voorstellen wordt een goede eerste stap gezet. Enerzijds geeft het de eigenaar een steun in de rug om aan te blijven sturen op behoud en versterking van zijn prachtig karakteristieke pand. Tegelijk blijft de eigenaar baas (bewoner) in zijn eigen huis. en dat was ook de bedoeling, met name bij bedrijfspanden. We zijn op de goede weg....

De gebouwen in onze dorpen geven een stukje weer van de rijke geschiedenis van het gebied. En daar moeten we zuinig op zijn, dat beseffen we des te meer als veel afbraak dreigt door de gevolgen van de aardbevingen. tegelijk zijn het gebouwen die als huisvesting dienen of ook als bedrijfspand een functie hebben. Er moet ook in geleefd gewerkt en verdiend worden. En juist bij bedrijven vraagt dat laatste ook om een stuk functionaliteit. Ze moeten mee kunnen groeien met het bedrijf.

Met deze voorstellen wordt een goede eerste stap gezet. Enerzijds geeft het de eigenaar een steun in de rug om aan te blijven sturen op behoud en versterking van zijn prachtig karakteristieke pand. Tegelijk blijft de eigenaar baas (bewoner) in zijn eigen huis. en dat was ook de bedoeling, met name bij bedrijfspanden. We zijn op de goede weg, maar het blijft nog steeds ook pionieren, want veel is nog niet duidelijk. Bijvoorbeeld moet er meer en vaker gekozen worden voor een gemeentelijk monument om ook de binnenkant beter te beschermen. Goed in ieder geval dat de mogelijkheid er is. Een lastige afweging voor de eigenaar.

Zomaar slopen mag in ieder geval niet. Alleen sloop bij een goed ingepast plan. Bij een oud pand een lastige afweging voor de eigenaar. Tegelijk blijft weer de verantwoordelijkheid hiervoor ook terecht bij hem als eigenaar liggen, en kan via maatwerkoverleg naar een goede oplossing worden gezocht. We zijn goed op weg, veel is nog onduidelijk, maar er licht nu een kader waarin een goed evenwicht zichtbaar is. Veel is ook nog niet duidelijk.

Staan er te veel of te weinig panden op? Is de bescherming voldoende? Moeten eigenaren meer tegemoet worden gekomen in de kosten van instandhouding?

In het plan zit gelukkig ruimte om hier ook in de toekomst flexibel mee om te gaan.

We kunnen daarom instemmen.

Het lijkt ons echter goed om alle bewoners zorgvuldig te blijven informeren over de mogelijkheden van gemeentelijk monument, toe of afvoeren van de lijst en de opzet van maatwerkoverleg. Dan kan de eigenaar ook geholpen worden bij het maken van de goede beslissing.

Deze bijdrage is van Bé Prins en is hier terug te luisteren, met de reacties van wethouder Pier Prins.

Met deze voorstellen wordt een goede eerste stap gezet. Enerzijds geeft het de eigenaar een steun in de rug om aan te blijven sturen op behoud en versterking van zijn prachtig karakteristieke pand. Tegelijk blijft de eigenaar baas (bewoner) in zijn eigen huis. en dat was ook de bedoeling, met name bij bedrijfspanden. We zijn op de goede weg....

De gebouwen in onze dorpen geven een stukje weer van de rijke geschiedenis van het gebied. En daar moeten we zuinig op zijn, dat beseffen we des te meer als veel afbraak dreigt door de gevolgen van de aardbevingen. tegelijk zijn het gebouwen die als huisvesting dienen of ook als bedrijfspand een functie hebben. Er moet ook in geleefd gewerkt en verdiend worden. En juist bij bedrijven vraagt dat laatste ook om een stuk functionaliteit. Ze moeten mee kunnen groeien met het bedrijf.

Met deze voorstellen wordt een goede eerste stap gezet. Enerzijds geeft het de eigenaar een steun in de rug om aan te blijven sturen op behoud en versterking van zijn prachtig karakteristieke pand. Tegelijk blijft de eigenaar baas (bewoner) in zijn eigen huis. en dat was ook de bedoeling, met name bij bedrijfspanden. We zijn op de goede weg, maar het blijft nog steeds ook pionieren, want veel is nog niet duidelijk. Bijvoorbeeld moet er meer en vaker gekozen worden voor een gemeentelijk monument om ook de binnenkant beter te beschermen. Goed in ieder geval dat de mogelijkheid er is. Een lastige afweging voor de eigenaar.

Zomaar slopen mag in ieder geval niet. Alleen sloop bij een goed ingepast plan. Bij een oud pand een lastige afweging voor de eigenaar. Tegelijk blijft weer de verantwoordelijkheid hiervoor ook terecht bij hem als eigenaar liggen, en kan via maatwerkoverleg naar een goede oplossing worden gezocht. We zijn goed op weg, veel is nog onduidelijk, maar er licht nu een kader waarin een goed evenwicht zichtbaar is. Veel is ook nog niet duidelijk.

Staan er te veel of te weinig panden op? Is de bescherming voldoende? Moeten eigenaren meer tegemoet worden gekomen in de kosten van instandhouding?

In het plan zit gelukkig ruimte om hier ook in de toekomst flexibel mee om te gaan.

We kunnen daarom instemmen.

Het lijkt ons echter goed om alle bewoners zorgvuldig te blijven informeren over de mogelijkheden van gemeentelijk monument, toe of afvoeren van de lijst en de opzet van maatwerkoverleg. Dan kan de eigenaar ook geholpen worden bij het maken van de goede beslissing.

Deze bijdrage is van Bé Prins en is hier terug te luisteren, met de reacties van wethouder Pier Prins.