In 2015 is de nieuwe jeugdwet ingevoerd. Gemeenten zouden
aan het roer staan, zowel inhoudelijk als financieel. Op zich is dit een nobel
streven, zorg dichter bij de mensen en daarnaast eigen verantwoordelijkheid:
iets waar de VVD voorstander van is.
De in 2015 ingevoerde jeugdwet zou aanvankelijk na 5 jaar
worden geëvalueerd. Maar na drie jaar is er een tussenevaluatie gekomen. De
meeste gemeenten staan positief ten opzichte van de jeugdwet, met name vanwege
de goede mogelijkheden om op lokaal niveau integrale zorg aan te bieden.
Toch zijn er ook knelpunten genoemd. Het grootste knelpunt
is het ontoereikende budget. Juist daar waar de gemeenten moeten investeren aan
de voorkant (preventie) wordt het budget jaarlijks naar beneden bijgesteld. Dit
dwingt gemeenten om zeer inventief te worden en na te denken over nieuwe
concepten. Probleem is wel dat het hier over kinderen gaat, we bevinden ons op
zeer glad ijs.
Sinds 2014 ben ik wethouder jeugd en heb ik de
transformatie en transitie vanaf het begin meegemaakt (behalve de
voorbereidingen). Ondanks dat ik het bijzonder spijtig vind dat we behoorlijk
gekort zijn op de jeugdzorg, zie ik ook de positieve kanten van de
transformatie en transitie.
In Delfzijl staat belang van jeugdigen altijd voorop. Dit
is ook direct een probleem omdat het belang van het kind niet gelijk loopt met
het belang van de ouder. We proberen jeugdigen en ouders actief te betrekken:
vooraf, maar ook achteraf. We vragen naar hun ervaringen met de jeugdhulp, wat
is hun beleving en wat zou beter kunnen. Als wethouder probeer ik de ouders en
jeugdigen echt een stem te geven en daar waar nodig zaken aan te passen. Zij
zijn de ervaringsdeskundigen, niet de gemeente.
Door in gesprek te gaan de ouders en jeugdigen denken we
uiteindelijk ook de regeldruk te kunnen verlagen.
Het streven is om gezinnen in hun waarde te laten en onze
inzet zo dicht mogelijk te laten aansluiten bij het leven dat zij leiden. De
vraag die professionals en ik steeds weer stellen is: wat hebben zij nodig?
Uiteindelijk moet het leiden tot jeugdhulp dichtbij huis.
Ik streef naar hulp op lokaal niveau, onder meer door flink te investeren in
preventie. Helaas lukt dit niet altijd, b.v. als de Raad van de
Kinderbescherming in beeld komt. We denken na over hoe we mogelijk toch meer
hulp bij huis kunnen organiseren. Alles in het belang van het kind.
Preventie zit hem niet alleen in het kleiner maken van het
probleem aan de voorkant zoals het project “Druk en Dwars” dat bedoeld is om
onnodige medicatie tegen te gaan. Maar ook de deelname aan het wereldwijde
project “Child Friendly Cities”. Dit geldt ook voor de gemeenten Appingedam en
Loppersum, vanaf 2021 samen met de gemeente Delfzijl de nieuwe gemeente
Eemsdelta. Het doel van dit initiatief is dat overheden alles in het werk
stellen om kinderen veilig en gezond op te laten groeien. Ik ben er trots op
dat ons college, met mij als verantwoordelijk wethouder, hier inhoud aan kunnen
gaan en hebben gegeven. Onder de naam JongGOUD Eemsdelta.
We staan aan de vooravond van de gemeentelijke herindeling.
Het is spannend wat daarna gaat gebeuren. Maar wat vooral niet moet gaan
gebeuren is bezuinigen op de jeugd en de ingezette koers. Willen we de toekomst
voor Eemsdelta veilig stellen dan zullen we ons moeten blijven inzetten voor de
jeugd, en daar sta ik voor.
Uiteraard doen we niet alles perfect. Ik zou u daarom ook
willen oproepen om verbeterpunten m.b.t. de jeugdzorg of andere lokale issues
door te geven. Dat kan door ze te mailen naar info@eemsdelta.vvd.nl