Poliflw

De hulporganisaties Stichting Vluchteling, VluchtelingenWerk en Defence for Children hebben de noodklok geluid over de humanitaire crisis, die zich voltrekt aan de randen van Europa en met name op de Griekse eilanden. Duizenden alleenstaande minderjarige kinderen verblijven er onder erbarmelijke omstandigheden. Griekenland heeft al in september aan andere Europese landen gevraagd om 2500 van de 5000 van die alleenstaande kinderen over te nemen vanwege hun uiterst kwetsbare positie in de kampen. Nederland heeft hier geen gehoor aan gegeven. Elf andere Europese landen zoals o.a. Duitsland, Frankrijk, Finland, Kroatië, Ierland en Luxemburg hebben wel aangegeven bereid te zijn kinderen op te nemen. Daarom roepen stichting Vluchteling, VluchtelingenWerk en Defence for Children gemeenten op om zich te verenigen in een “Coalition of the Willing”. Met deze coalitie geven gemeenten aan dat zij wel bereid zijn om alleenstaande vluchtelingenkinderen van de Griekse eilanden op te nemen en hopen hiermee dat het kabinetsstandpunt om geen kinderen in Nederland op te nemen wijzigt. De voogdijstichting Nidos heeft zijn medewerking toegezegd en neemt de opvang en begeleiding van deze kinderen op zich en de kosten hiervan worden betaald uit rijksmiddelen. Als CDA fractie hebben we gehoor gegeven aan deze oproep en het college per brief verzocht om zich aan te sluiten bij de “Coalition of the Willing”. Het College sprak uit sympathie hiervoor te hebben maar wilde wel een uitspraak van de raad hierover. Via een motie hebben we het in de raad bespreekbaar gemaakt. De motie is met 16 voor en 10 tegen aangenomen. Bezwaren van de tegenstemmers waren de mogelijke kosten en de intensieve begeleiding. Het feit dat voogdijstichting Nidos gespecialiseerd is in opvang van minderjarige vluchtelingen en de kosten vanuit begeleiding en opvang vanuit rijksmiddelen betaald worden, heeft hen helaas niet kunnen bewegen om in te stemmen met de motie. Gelukkig steunde het merendeel van de raad ons initiatief en sluit Etten-Leur zich aan bij de “Coalition of the Willing”. Joke Gelderblom ( email: joke.gelderblom@kpnmail.nl)

In de raadsvergadering van 16 december 2019 nam Joke Gelderblom het woord tijdens het Vragenuur. Zij sprak haar teleurstelling uit over het uitstel van de regionale armoedenota. Deze is doorgeschoven naar mei 2020 en wordt eerst met de D6 gemeenten (Rucphen, Halderberge, Roosendaal, Moerdijk, Zundert en Etten-Leur) besproken. Kritiek richtte zich met name op het feit dat het te lang duurt voordat het armoedebeleid wordt opgesteld. Verder sprak het CDA haar teleurstelling uit over het feit dat de Cliëntenraad niet aan de voorkant bij het uitwerken van dit beleid betrokken wordt. Ook is niet duidelijk of andere instanties en inwoners in voldoende mate geconsulteerd worden. Wethouder Frank Vrolijk zegde toe te bezien in hoeverre de Cliëntenraad aan de voorkant van het proces was betrokken en hij zal de Raad daarover informeren. Tevens is er een afspraak gemaakt tussen de wethouder en Joke om aantal onderdelen van het armoedebeleid verder te bespreken. Joke Gelderblom (email: joke.gelderblom@kpnmail.nl )

Geacht college, Naar aanleiding van een signaal van een inwoner over de bereikbaarheid van woningen voor ambulances in het Markenland, heeft de CDA-fractie de volgende vragen: 1. Klopt het dat ambulances in autoluwe gebieden op parkeerterreinen moeten parkeren en niet meer naar woningen/ gebouwen kunnen rijden omdat er in de ambulances geen sleutels aanwezig zijn om de palen te verwijderen? 2. Komt dit behalve in het Markenland ook in andere wijken van Etten-Leur voor? 3. Is het college het met de CDA-fractie eens dat de bereikbaarheid van die woningen/gebouwen voor ambulances verbeterd moet worden omdat een snelle en adequate bereikbaarheid van essentieel belang is? 4. In het centrum wordt gebruik gemaakt van een systeem met bediening vanuit de ambulance. Kan zo’n systeem ook toegepast worden bij het Markenland en bij mogelijke andere gebieden met eenzelfde situatie? Zo ja, wilt u dit dan ook realiseren en binnen welke termijn? Zo nee, waarom niet? Uw reactie zien wij met belangstelling tegemoet. Met vriendelijke groet, namens de CDA-fractie, Joke Gelderblom

Geacht College, Op 21 november jl. stond er in de Telegraaf een artikel over een traplift die werd weggegooid nadat de gebruiker was overleden. De echtgenote had graag van deze traplift gebruik willen blijven maken, maar dat mocht niet. De traplift werd verwijderd en weggegooid. Het CDA vindt het belangrijk dat hulpmiddelen zoals trapliften, rolstoelen en scootmobiels niet worden weggegooid maar hergebruikt. Daarom wil het CDA van het College weten wat er met hulpmiddelen gebeurt nadat iemand verhuist naar een andere gemeente of overlijdt. De CDA-fractie heeft de volgende vragen: 1. Wie bepaalt of het hulpmiddel wordt ingenomen; de hulpmiddelenleverancier of de gemeente? 2. Hoe gaat de gemeente om met hulpmiddelen die (moeten) worden ingenomen, bijvoorbeeld in verband met het overlijden van een persoon? 3. Hoe gaat de gemeente om met hulpmiddelen als mensen verhuizen naar een andere gemeente Wordt dat hulpmiddel dan ingenomen of kan dat worden meegenomen? 4. Wordt er door de gemeente onderzocht of het hulpmiddel kan worden hergebruikt? Dan wel in dezelfde situatie (hetzelfde huis) of een andere/ nieuwe situatie? 5. Als het hulpmiddel wordt ingenomen wat doet de gemeente vervolgens met dat specifieke hulpmiddel? Wij zien uw antwoorden met belangstelling tegemoet. Met vriendelijke groet, namens de CDA-fractie, Joke Gelderblom

Geacht college, Voor de huis-aan-huis inzameling van plastic wordt gebruikt gemaakt van een ring met haken, die bevestigd is aan lantaarnpalen. Mensen kunnen daar hun zakken met plastic afval aan ophangen. De bedoeling hiervan is dat het een netter straatbeeld oplevert doordat plastic zakken niet meer her en der rondzwerven. Het rondzwerven van de zakken is teruggedrongen, maar er is wel voor veel inwoners een ergernis bijgekomen. Veel inwoners houden zich niet aan de regels omtrent het tijdstip waarop zakken aan de paal mogen worden gehangen, zodat er bijna altijd plastic zakken in het staatbeeld te zien zijn. Op verzoek worden er door de gemeente wel eens zakken tussentijds weggehaald ,wat fijn is voor burgers die zich ergeren, maar aan de andere kant stimuleert dit andere mensen ook om toch een zak voortijdig aan de haken te hangen. De CDA fractie realiseert zich dat het vooral een mentaliteitskwestie is; als burgers zich aan de regels houden en de zakken op de juiste tijdstippen aan de haken hangen, werkt het systeem goed. De praktijk is helaas anders. De CDA-fractie verzoekt het college dan ook om hierop actie te ondernemen door burgers er nogmaals op te wijzen op welke tijden de haken gebruikt mogen worden. Dit kan o.a. door extra publiciteit en door het plakken van stickers op de palen waarop vermeld staat wanneer de zakken mogen worden opgehangen. Ook moet de mogelijkheid om plastic afval naar de inzamelcontainers bij de supermarkten te brengen extra onder de aandacht worden gebracht, omdat inwoners daar op ieder moment hun afval kwijt kunnen en er dus geen enkele reden is om het voortijdig aan de straat te zetten. Mocht dit niet tot een goed resultaat leiden, dan moet (helaas) overwogen worden om de haken weer van de lantaarnpalen te verwijderen en verzoekt het CDA het college om bij de evaluatie van de afvalinzameling te onderzoeken of een andere wijze van inzamelen tot een beter resultaat kan leiden. Wij zien uw reactie met belangstelling tegemoet. Met vriendelijke groet, namens de CDA-fractie, Joke Gelderblom