Een vrijere moraal over seks heeft er sinds de jaren 60 voor gezorgd dat er op een open manier met elkaar gesproken kan worden over seks. We zijn daardoor ook kritischer geworden over wat ten aanzien van seksualiteit wel en niet gewenst is; wat kan wel en wat kan niet. Dat niet iedereen zich voegt in deze seksuele moraal toont de mondiale actie #metoo wel aan.

In de psychologie en sociologie wordt de vorming van de menselijke psyche en het beklijven van normen en waarden vooral toegeschreven aan de eerste 20 jaar van een mensenleven. D66 vindt het belangrijk dat die seksuele vorming en voorlichting ook in die levensjaren op een gedegen manier plaats vindt. Het onderwijs speelt daar een belangrijke rol in.

We zien dat seksueel overschrijdend gedrag nog steeds aan de orde van de dag is en dat is onacceptabel. Meisjes en vrouwen worden nog steeds lastiggevallen, de acceptatie van lesbo’s, homo’s, bi-seksuelen en transgenders, is nog steeds een hot issue en in orthodoxe kringen nog steeds onaanvaardbaar of zelfs verwerpelijk.

Praten over seks blijkt nog steeds ingewikkeld. Maar het is er wel en het niet bespreekbaar maken maakt het alleen maar tot een nog meer beladen onderwerp. Juist ook onder kinderen en jongeren. Juist deze groep moet er van doordrongen zijn wat wel en niet toelaatbaar is en waar je de grens mag of zelfs moet leggen.

Met deze motie had D66 in kaart willen krijgen hoe het op scholen is gesteld met de seksuele voorlichting en vorming en had daarmee ook graag de knelpunten en dus de verbeterpunten zichtbaar willen krijgen.

Het merendeel van deze Raad heeft aangegeven de motie niet te zullen steunen omdat men van mening is dat de seksuele voorlichting in het onderwijs goed is geregeld. De noodzaak van het in kaart brengen van knelpunten ten aanzien van deze voorlichting in het onderwijs , bezien vanuit de grensoverschrijdende moraal in zijn algemeenheid in onze maatschappij, wordt niet zo gevoeld.

We hebben de motie daarom ingetrokken.

Jacques Happe