De democratie is uitgehold. We hebben de ceremonies nog wel, de verkiezingen en de debatten. Maar of de dividendbelasting wordt afgeschaft hangt uiteindelijk van een sms’je van Unilever-topman Paul Polman af. De globalisering van kapitaal heeft van democratie haar altaar gemaakt.­

Democratie is een kracht in de samenleving die gebaseerd is op gelijkwaardigheid. Alle mensen hebben één stem, hoe dik de portemonnee ook is. Het is het enig historisch bewezen middel om structureel solidariteit in de samenleving te organiseren. Waarmee we onder andere een menswaardig bestaan aan velen hebben verschaft. Zonder verzorgingsstaat zou volgens econoom Geert Reuten zo’n 30 procent van de mensen in armoede leven. Daarmee is de legitimering van het kapitalisme gekocht. Democratie verschaft ons individueel vrijheid en collectief soevereiniteit, vrijheid door zelfbeschikking. Het is ons land en wij bepalen wat ermee gebeurt.

Dat was in ieder geval het idee. Vrijheid, gelijkheid en broederschap, door de SP naar het heden vertaald in menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid en solidariteit. Het is het filosofische resultaat van de Franse Revolutie. De liberale democratie waarop de rijke geïndustrialiseerde landen van West-Europa zich baseerden. De meest glorieuze jaren daarvan waren de dertig jaar na de Tweede Wereldoorlog. Het lukte om het rauwe kapitalisme te beteugelen en de opbrengsten te gebruiken om het levenspeil van de hele bevolking omhoog te trekken. Het sociaal compromis tussen arbeid en kapitaal. Waaraan de machtigen zich ofwel committeerden uit angst voor de revolutie in de Sovjet-Unie, ofwel onder druk van de sociaaldemocratische consensus, of uit sociale bewogenheid.

De dochter en zoon van de timmerman en huisvrouw konden voor het eerst in de geschiedenis verder leren. Het was een periode waarin democratie werd uitgebreid, door menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid en solidariteit in steeds meer menselijke relaties te verwerkelijken.

Dat veranderde allemaal in de jaren zeventig. Complexe historische gebeurtenissen laten zich niet begrijpen in een enkele oorzaak. Maar een van de momenten die de veranderingen inluidde, was de eerste oliecrisis in 1973. De Arabische landen eisten hun deel van de oliewinsten op. Daarmee werd de grondstof voor de moderniteit een stuk duurder. In 1979 volgde de tweede oliecrisis. Samen met andere ontwikkelingen maakte het van de jaren zeventig een crisisperiode voor de sociaaldemocratische consensus. De tegenstelling tussen democratie en kapitalisme kwam weer bloot te liggen. Als antwoord op de crises zegde het kapitaal namelijk het pact op. Zoals socioloog Wolfgang Streeck in Gekochte Tijd schrijft, toonde “het kapitaal zich [..] een speler en geen speelgoed; geen prooi, maar een roofdier, dat het institutionele harnas van de ‘sociale markteconomie’ na 1945 een te kleine kooi vond waaruit het zich steeds dringender meende te moeten bevrijden.” Een van de strategieën werd internationalisering van kapitaal. Slimme politici als Margaret Thatcher en Ronald Reagan gebruikten de crisis om de sociaaldemocratische consensus te vervangen door het neoliberalisme. Daarbij wakkerden ze verdere globalisering van kapitaal aan.

Terwijl vanaf de jaren zeventig kapitaal zich aan de grenzen van natiestaten begint te onttrekken, blijft democratie binnen de natiestaat. Er zijn wel internationale instituties: het Internationaal Monetair Fonds, de Wereldbank en de Europese Unie. Maar functioneel democratisch zijn ze niet. Democratie is bij uitstek gebonden aan de grenzen van de natiestaat. Het is tot nu toe de enige schaal van omvang waar we erin zijn geslaagd een democratie van betekenis te organiseren. Kapitaal bewoog zich een wereld in zonder vakbonden, democratische controle en socialistische partijen. Een heerlijke nieuwe wereld. Het verandert democratie ingrijpend, in haar altaar. Waar geboden gelden die kapitaal dicteert.

Gij zult winstbelasting verlagen

Een van de duidelijkste effecten is de mogelijkheid tot chantage. Doordat kapitaal vrij over landsgrenzen heen kan, werd werkgelegenheid het politieke chantagemiddel. ‘Als de winstbelasting niet omlaaggaat, dan zetten we de fabriek in een ander land neer.’ Een van de recentste voorbeelden was in Nederland de afschaffing van de dividend­belasting. Anders zou Unilever het hoofdkantoor verplaatsen. Een sms’je van topman Paul Polman aan VVD-premier Mark Rutte met de mededeling dat het kantoor hoe dan ook naar Londen gaat, was genoeg om het plan van tafel te halen.

Terwijl vanaf de jaren zeventig kapitaal zich aan de grenzen van natiestaten begint te onttrekken, blijft democratie binnen de natiestaat. Er zijn wel internationale instituties: het Internationaal Monetair Fonds, de Wereldbank en de Europese Unie. Maar functioneel democratisch zijn ze niet. Democratie is bij uitstek gebonden aan de grenzen van de natiestaat. Het is tot nu toe de enige schaal van omvang waar we erin zijn geslaagd een democratie van betekenis te organiseren. Kapitaal bewoog zich een wereld in zonder vakbonden, democratische controle en socialistische partijen. Een heerlijke nieuwe wereld. Het verandert democratie ingrijpend, in haar altaar. Waar geboden gelden die kapitaal dicteert.

Gij zult lonen matigen

De gelijkwaardigheid tussen mensen wordt aangetast door toenemende ongelijkheid. De globale concurrentie dwingt kapitalisten om hun kapitaal te vergroten, maar het dwingt werkers om hun loon te verlagen. Als de lonen niet omlaaggaan, vertrekken we naar een ander land, zo klinkt het vanaf de jaren zeventig en sindsdien blijven de lonen achter bij de groei van de economie, de productiviteit en de winsten. Het is in Nederland niet zo eenvoudig om de lonen snel naar beneden te krijgen. De FNV heeft namelijk nog steeds een miljoen leden en nog altijd hebben de meeste mensen een vast contract. Door flexibilisering van arbeid met tijdelijke contracten, zzp-constructies en 0-urencontracten, konden lonen toch lager worden. Ook met het organiseren van arbeidsmigratie worden de lonen gedrukt. Een zichzelf progressief noemende partij als D66 juicht dit toe. De redenering is dan: omdat kapitaal geglobaliseerd is, moet arbeid maar mee globaliseren om niet tegen elkaar uit te worden gespeeld. Dat heeft een frictieloos kapitalisme van volksverhuizingen en ontworteling tot gevolg. Het wordt gerechtvaardigd met de cynische overtuiging dat het voor de arbeidsmigrant uiteindelijk ook beter is.

Gij zult privatiseren

Globalisering was een trein die landen niet konden missen. De grotere schaal bood meer afzetmarkten, het voordeel van lage lonen, belastingontduiking en hogere winsten. Als jouw bedrijf maar een wereldspeler wordt. Het was een van de overwegingen om een groot deel van de publieke sector te privati­seren, zo stelt minister van Staat Herman Tjeenk Willink. Als publieke diensten waren telecom, post, bank, spoorwegen en energie per definitie nationaal en dus gebonden aan de grenzen van Nederland. Gepriva­tiseerd konden KPN, TNT, PostNL, ING, NS en onze energiebedrijven actief worden in andere landen en een wereldspeler van formaat worden. We weten hoe dat avontuur is afgelopen. KPN werd zelf bijna overgenomen, het lucratieve pakketpostbedrijf TNT is overgenomen en PostNL smeekt om weer staats­monopolist in de briefpost te worden. ING is een wereldspeler geworden, waar het ene na het andere lijk uit de kast valt. Van de witwasaffaire tot de verdubbeling van het loon van CEO Ralph ­Hamers, tot de rol van ING in de bankencrisis van 2008. NS wordt nog steeds dicht bij de overheid gehouden, maar beter en goedkoper is het met de verzelfstandiging niet geworden. En tot slot zijn vrijwel al onze energiebedrijven in buiten­landse handen gekomen. In een tijd waarin we de CO2-vervuiling van onze energievoorziening moeten terugdringen met zon-, wind- en misschien wel kernenergie.

Gij zult bezuinigen

Een effect van de globalisering van kapitaal was dat overheden de staat niet meer afdoende konden finan­cieren door belastingen te heffen. De winstbelasting werd omlaag gechanteerd en hoewel gewone mensen steeds meer zijn belast, zit er een grens aan wat zij kunnen ophoesten. De uitweg werd finan­cieren met schuld op de financiële markt, zo beschrijft Wolfgang Streeck in Gekochte Tijd. Het maakte van financiële markten een examinator van nationale politiek.

Econoom Robert Went beschrijft in Grenzen aan de globalisering? hoe in 1994 de beurskoersen daalden en de rente opliep in aanloop naar de presentatie van het verkiezingsprogramma van de Zweedse oppo­­­­si­tionele Sociaal-Democratische Partij (SAP). De markt was bang “dat de sociaal-democraten niet genoeg zouden gaan bezuinigen. De leiding besloot in allerijl bezuinigingen in het programma op te nemen en om onrust te voorkomen presenteerde ze het bewust op een tijdstip waarop de beurzen gesloten zijn. Uiteindelijk velde ‘de markt’ (…) een voorlopig positief oordeel over het programma.” De reactie op de meest recente begroting van de Italiaanse regering door de financiële markten is vergelijkbaar.

Niet de democratie bepaalt de grenzen, dat doet de markt. Een gebod waar Forum voor Democratie graag aan gehoorzaamt als het in zijn programma schrijft “een radicale sanering van de overheid” te willen. Dat draait uit op een afbraak van de publieke sector.

Gij zult geld met geld verdienen

De globalisering bracht veel kapitaal op drift. Dit zorgde ervoor dat de financiële sector in verhouding tot de gewone economie flink kon groeien. Een voorbeeld daarvan is dat nota bene de Amerikaanse autobouwer General Motors tijdens de crisis van 2008 een aanzienlijk deel van de Nederlandse hypotheekmarkt in handen had.

Onder Margaret Thatcher werd in Groot-Brittannië de financiële sector in Londen bewust aangewakkerd. De financialisering van de Britse economie die daarop volgde, wordt ook wel in verband gebracht met het verdwijnen van de Britse maak­industrie. Dat heeft te maken met de grote hoeveelheid buitenlands kapitaal die dan de economie binnenkomt. Daardoor wordt een munt veel waard en worden exportproducten, zoals auto’s en machines, relatief duur. De financialisering van de economie drukt zo de maak­industrie het land uit. Een industriepolitiek voeren om het aantal banen te verhogen is onder deze omstandigheden dan ook lastig.

En als het fout gaat wint kapitaal het nogmaals van democratie. Dat hebben we gezien tijdens de grote financiële crisis van 2008. Grote private banken werden tot ‘too big to fail’ bestempeld en gered met miljarden aan belastinggeld. De kosten werden verhaald op de publieke sector, die de grootste bezuinigingsoperatie in de geschiedenis onderging.

De Kerk van het Kapitaal

Al deze geboden hebben een ding gemeen: het zijn inperkingen van onze democratie. We hebben de ceremonies nog wel, de verkiezingen en de debatten, maar zonder invulling met de waarden menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid en solidariteit is democratie een hol proces. De vrijheid om ons eigen nationale lot te bepalen, de soevereiniteit, verdwijnt. Politieke keuzes worden aan de markt getoetst. Die geeft bij monde van de beurskoersen en de rentestand haar zegen of vloek. Het meest gevoelig hiervoor zijn misschien nog wel de politici die haarfijn aanvoelen hoe ze bij de markt in het gevlei komen. In plaats van de democratie te verdedigen tegenover het kapitaal, zijn zij haar priesters geworden. Het kapitaalkartel van VVD, D66 en Forum voor Democratie, elk op hun eigen manier, gehoorzaamt aan deze geboden. Democratie is veranderd in een altaar waarop het geglobaliseerd kapitaal wordt bewierookt.

Een wereld zonder functionerende democratische controle, zonder vakbonden en zonder socialistische partijen. Het lijkt op de negentiende-eeuwse wereld waarin Karl Marx leefde en zijn kritiek op het kapitalisme schreef. Vakbonden en socialistische partijen waren er nog niet. Parlementen nog maar net, maar stemrecht was voorbehouden aan de welgestelde burgers.

Uit de latere geschiedenis kunnen we leren dat een versterking van democratie, ten koste van kapitalisme, onze gezamenlijke welvaart veel goed kan doen. Ook kunnen we eruit leren dat een groot onrecht uiteindelijk niet wordt getolereerd. Een politiek, economisch en ideologisch stelsel heeft legitimiteit van de mensen nodig. De verzorgingsstaat heeft legitimiteit voor het kapitalisme gekocht, het uithollen van democratie tast die legitimiteit daarentegen ernstig aan. Het is de neoliberale hegemonie die in Nederland mensen doet afhaken en in Frankrijk gele hesjes op straat brengt.

De mis is over

De vraag is hoe we democratie uitbreiden ten koste van kapitalisme. We kunnen proberen om democratie internationaal te organiseren. Hoewel alleen in de kantoren van de Verenigde Naties misschien nog geloofd wordt in een wereldregering, is er wel wat mogelijk gebleken. Met internationale afspraken tussen landen, zoals Bretton Woods over het financieel stelsel en het klimaatakkoord van Parijs, zijn sociale en ecologische grenzen vast te stellen. Ook de internationale samenwerking tussen vakbonden kan kapitaal belemmeren het ene land tegen het andere land uit te spelen in de race naar beneden. Maar dat is het dan ook wel. Er zijn vrijwel geen andere succesvolle voorbeelden in de geschiedenis voor het organiseren van democratie boven de landsgrenzen.

Kansrijker is het om een einde te maken aan de vrije beweging van kapitaal over de wereld. Een van de manieren om dat te doen is om het cruciale kapitaal weer aan onze landsgrenzen te binden. Dat doen we door de infrastructuur in de publieke sector op te nemen. Het openbaar vervoer, brief- en pakketpost, telecom, banken, energieopwekking en -transport. Het geeft ons de zeggenschap om de bankensector te hervormen, glasvezel voor snel internet aan te leggen en energie op te wekken tegen lage kosten en zo min mogelijk vervuiling.

Een andere manier is om in de grotere bedrijven een werkersvergadering met een gouden aandeel verplicht te stellen. Bij ingrijpende beslissingen, zoals reorganisaties, verplaatsingen en overnames, krijgen werkers de beslissende stem in handen. Het bevordert de democratische invloed van werkers ten koste van de vrije beweging van kapitaal. Tot slot moet de winstbelasting omhoog. Daarmee kunnen de publieke sector en de verzorgingsstaat gefinancierd worden en komt de staat meer uit de schuldgreep van financiële markten. Het is een historisch beproefd recept om op z’n minst legitimiteit voor het kapitalisme te kopen.

Het is dat, of groeiende tegenstellingen tussen arm en rijk accepteren, met de machteloosheid die daarbij hoort. Menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid en solidariteit verdwijnen dan steeds verder uit de democratie. Het is de uitholling van democratie, waarzonder kapitalisme niet lang stand kan houden.