Belangstelling voor het wel en wee in Limburg-Noord door het verre Den Haag en het wat minder verre Maastricht, werd afgelopen 16 augustus in daden omgezet door ons D66 2e Kamerlid Rens Raemakers en het D66 Statenlid van de provincie Limburg, Marlou Jennekens. Rens Raemakers had aangegeven in de wat late ochtend van 16 augustus een werkbezoek te willen brengen aan de AmbulanceZorg Limburg-Noord en in de middag aan de huisartsenpraktijk Afferden om daar bijgepraat te worden over het project “Positieve Gezondheid”. Marlou Jennekens wilde graag betrokken zijn bij de geplande avondsessie in het stadhuis van Gennep waarin het onderwerp Jeugdzorg in de gemeente Gennep centraal stond om zo bijgepraat te worden door de sociale teams in de wijken, de praktijkondersteuners Jeugd-GGZ, leraren van scholen, maatschappelijk werkers en de Stichting Ouders en Jeugdzorg. Fractie en bestuur van D66 Gennep staken niet onder stoelen of banken dat ze het idee van de werkbezoeken en de discussiebijeenkomst in het stadhuis van Gennep een zeer goed idee vonden. Voorbereidingen ervoor kwamen dan ook begin juli snel op gang.

In de ochtend van 16 augustus j.l. werd met D66 Kamerlid Rens Raemakers en de raadsleden en bestuur van D66 Gennep een bezoek gebracht aan de gepassioneerde ambulancebemanning Sjoerd en Thijs, respectievelijk Ambulance verpleegkundige en Ambulance chauffeur van de ambulance-standplaats Weert, en de directrice van AmbulanceZorg Limburg-Noord Thérèse van den Hurk met haar stafmedewerkers Steffie en Ans. AmbulanceZorg Limburg-Noord levert ambulancezorg in de regio Noord- en Midden-Limburg. Ruim 30.000 keer per jaar worden zij, via alarmnummer 112, met spoed naar een patiënt geroepen. Elke dag (24 uur per dag, 7 dagen per week) wordt er gewerkt door meer dan 200 medewerkers.

https://gennep.d66.nl/2019/08/31/d66-kamerlid-rens-raemakers-op-werkbezoek-in-noord-limburg-gennep-en-bergen/
D66 Gennep

 

 

 

 

 

 

 

Uitgebreid kwamen de drie verschillende taken van de ambulancezorgverlening in het gesprek over tafel, namelijk het uitvoeren van: A1-ritten: spoed met zwaailicht en sirene We kennen allemaal de ambulance die met zwaailicht en sirene voorbij komt snellen. In die gevallen is er sprake van een melding met een levensbedreigende situatie waarin elke seconde telt. Zij proberen dan zo snel mogelijk (de wet schrijft voor: binnen 15 minuten) bij de patiënt aanwezig te zijn om eerste hulp te bieden. A2-ritten: spoed zonder zwaailicht en sirene Minder bekend zijn de ritten die ook dringend zijn, maar waarbij er geen sprake is van direct levensgevaar. De ambulance rijdt dan met gepaste spoed, maar zonder zwaailicht en sirene, zo snel mogelijk (de wet schrijft voor: binnen 30 minuten) naar de patiënt om eerste hulp te bieden. B-ritten: Planbare zorg Planbare Zorg zijn vooraf ingeplande ritten door de Meldkamer. Patiënten die bedlegerig zijn en/of onderweg verpleegkundige ondersteuning nodig hebben worden door daarvoor ingerichte zorgambulances vervoerd naar bijvoorbeeld een afspraak in het ziekenhuis.

Uitgebreid werd stil gestaan bij de A1-ritten en de wettelijke eis dat de ambulance binnen 15 minuten bij de patiënt moet zijn. Duidelijk werd dat de moderne ambulances voor deze A1-ritten zijn uitgerust met zeer geavanceerde apparatuur waardoor aan de “ziekenhuis”-behandeling van de patiënt in de ambulance al door de HBO Ambulance-verpleegkundige kan worden begonnen. De verpleegkundige staat daarbij steeds in direct contact met artsen van de Spoedeisende Hulp in het ziekenhuis zodat men precies weet welke verdere behandeling na aankomst nodig is. De patiënt belandt dus eigenlijk in de ambulance al in het ziekenhuis. Door de deskundigheid van de hoog opgeleide ambulance-verpleegkundige en de geavanceerde inrichting van de ambulance zelf wordt dus zo weinig mogelijk tijd verloren om in veel gevallen levensreddend voor de patiënt bezig te zijn. Het was een zeer interessante bijeenkomst waarbij ook de knelpunten voor de komende wetswijzigingen besproken zijn met de nodige consequenties voor het ambulancepersoneel.

In de middag moest worden verhuisd naar Afferden. In de huisartsenpraktijk werd tussen Rens Raemakers en de huisarts Hans Peter Jung de voortgang van het project “Positieve Gezondheid” besproken. Positieve gezondheid is een term die de kracht van mensen benadrukt in veerkracht, functioneren en meedoen in de gemeenschap in plaats van alleen het zich laten voorschrijven van medicijnen of het zich laten doorverwijzen naar medische specialisten in ziekenhuizen. Frans Thonen (journalist) vertaalde dat, in een door hem geschreven artikel waaruit wij citeren, als volgt: “Een concept waarin niet zozeer gefocust wordt op ziektes en aandoeningen maar op de mogelijkheden van de mens om het eigen leven betekenisvol in te richten en hierin zelf de regie te voeren”. Hans Peter Jung gaf tijdens het bezoek aan dat het gevolg van het succes van het project Positieve Gezondheid door de huisartsenpraktijken in de gemeente Gennep en de gemeente Bergen, heeft geleid tot vermindering van doorverwijzingen naar de specialistische zorg in het Maasziekenhuis Pantein. Enerzijds zeer positief, anderzijds bracht dit het Maasziekenhuis Pantein eerder dit jaar in financiële problemen waardoor overheid en zorgverzekeraars financieel moesten bijspringen. Wil het Maasziekenhuis behouden blijven o.a. door uitbetaling van declaraties door de zorgverzekeraars, dan zullen er meer doorverwijzingen door de huisartsen moeten plaats vinden en dat is nou net niet de bedoeling van het concept. Hiermee wordt aangegeven dat het zorg-systeem in dat opzicht zal moeten veranderen om het concept van Positieve Gezondheid niet bij voorbaat al de nek om te draaien. Voor Rens een mooi uitdaging om hierover in Den Haag de kat de bel aan te binden.

Het programma voor het werkbezoek werd in de avond in het stadhuis van Gennep afgesloten met een presentatie over de verbeteringen in de jeugdzorg/hulp en de nieuwe afspraken tussen het Rijk en de gemeenten. Tegelijkertijd werd er levendig gediscussieerd met de aanwezige vertegenwoordigers van de sociale wijkteams, onderwijzend personeel, maatschappelijk werkers, raadsleden en praktijkondersteuners Jeugd-GGZ over mogelijke verbeteringen in het systeem. In de discussies kwam naar voren dat er veel nog niet gaat zoals je zou mogen verwachten na de overgang in 2015 van de taken en financiering van de jeugdzorg van provincie naar gemeenten.

Na de presentatie kwamen twee sprekers van de Stichting Ouders en Jeugdzorg vertellen over de werkelijkheid van alle dag. De werkelijkheid van de dag waarin door hen de boosheid, verdriet, soms uitzichtloosheid en ellende werd verteld van ouders. De stichting ondersteunt ouders die, bij uit-huis-plaatsing van jeugdigen, in conflict zijn geraakt met een jeugdhulpaanbieder of een gecertificeerde instelling. Voor de aanwezigen werd de emotionaliteit en de problemen van ouders/verzorgers en hun kinderen, waar het vaak maar moeilijk mee wil vlotten, sterk gevoeld en werd bewondering geuit voor de optimistische, begripvolle en strijdbare grondhouding van de vrijwilligers bij hun ondersteuning. Al met al, een dag met veel informatie voor Den Haag en Maastricht, een dag voor D66 om daar goed over na te denken ter voorbereiding van veranderingen in de systemen en onderliggende wetten, maar niet minder een dag met veel informatie voor de D66 raadsleden ter voorbereiding van diverse raadsbesluiten die invulling moeten gaan geven over zorgverlening en jeugdzorg voor de burgers van de gemeente Gennep.