Poliflw

Vorige week vrijdag had ik als ondernemer voor het eerst in 35 jaar geen koopavond meer. Zeker nu de kop van de Stationslaan is afgesloten (tot 19 februari) merk ik dat de toegankelijkheid naar mijn winkel er behoorlijk onder lijdt… Toen wij de week ervoor op de koopavond slechts acht klanten/bezoekers hadden heb ik de knoop doorgehakt en de winkel om 18.00 uur gesloten. Met pijn in het hart.

Al vanaf 1988 toen ik samen met mijn zus onze eerste winkel opende heb ik mij altijd sterk gemaakt voor aantrekkelijke koopavonden en heb de openingstijden voor de vrijdagen ook al die jaren tot 21.00 uur ’s avonds aangehouden.

Een discussie die zich al decennia lang tussen de centrum ondernemers afspeelt is het nut en/of de toegevoegde waarde van de koopavonden op vrijdagavonden. Mijn stelling is altijd geweest dat de winkels open moeten zijn op het moment dat de meeste mensen vrij zijn. Dat zijn met name de koopavonden en zaterdagen. Maar dan ook graag uniformiteit qua openingstijden, met name voor de koopavond en zaterdagen.

Gemeentebelang is warm voorstander van een sterk en gezond koopcentrum. Samenwerken onderling bevorderen en als gemeente nieuwe initiatieven ondersteunen vinden wij van groot belang. We zijn dan ook blij dat het mooie initiatief van de Nunspeet Kadopas breed wordt gedragen door de ondernemers en een succesvolle start heeft gemaakt.

Het zou mooi zijn als Ondernemersvereniging “Nunspeet Onderneemt” het initiatief zou nemen om het onderwerp koopavond voor Nunspeet Centrum opnieuw zou agenderen en het voortouw te nemen alle neuzen qua openingstijden hiervoor de zelfde kant op te krijgen.

Ik heb Chat GPT alvast een 10-tal suggesties gevraagd om koopavonden nieuw leven in te blazen:

Thematische Koopavonden: Organiseer koopavonden met verschillende thema’s, zoals retro, duurzaamheid, lokale producten of seizoensgebonden artikelen. Dit trekt verschillende doelgroepen aan en zorgt voor afwisseling.

Exclusieve Aanbiedingen: Bied speciale koopavondkortingen aan die alleen geldig zijn tijdens die avond. Moedig winkeliers aan om unieke deals aan te bieden om klanten te stimuleren op koopavonden te komen.

Entertainment en Muziek: Nodig lokale artiesten of bands uit om live muziek te verzorgen. Creëer een levendige sfeer met straatartiesten, goochelaars of andere vormen van entertainment.

Foodtrucks en Proeverijen: Betrek lokale foodtrucks om een culinaire ervaring toe te voegen aan de koopavonden. Winkels kunnen ook proeverijen aanbieden om de zintuigen van klanten te prikkelen.

Workshops en Demonstraties:Organiseer workshops of demonstraties in de winkels. Bijvoorbeeld kookdemonstraties, DIY-workshops, of beautydemonstraties om klanten actief te betrekken.

Lokale Samenwerkingen: Werk samen met andere lokale bedrijven om gezamenlijke evenementen te organiseren. Dit vergroot de aantrekkingskracht en biedt een gevarieerd aanbod aan producten en diensten.

Digitale Elementen Toevoegen: Maak gebruik van technologie door bijvoorbeeld een online platform te creëren waar klanten tijdens de koopavonden exclusieve deals kunnen vinden of virtueel kunnen winkelen.

VIP-ervaring voor Vaste Klanten: Bied een VIP-ervaring aan vaste klanten, zoals speciale toegang, exclusieve kortingen, of een hapje en drankje. Dit kan loyaliteit stimuleren.

Lokale Artiesten en Ambachtslieden Markt: Creëer een markt waar lokale kunstenaars en ambachtslieden hun producten kunnen verkopen. Dit ondersteunt de lokale gemeenschap en voegt een uniek aanbod toe.

Gezinsvriendelijke Activiteiten: Maak koopavonden gezinsvriendelijk door kinderactiviteiten aan te bieden, zoals facepainting, ballonnenartiesten of een poppenkast. Dit trekt gezinnen aan en zorgt voor een positieve sfeer.

Nunspeet heeft een prachtig centrum met een mooi en breed winkelaanbod. Daar hoort mijns inziens ook een gezellige en succesvolle koopavond bij!

De gemeente Nunspeet scoort in de ranglijst leegstand winkel- en bedrijfspanden erg goed. De gemiddelde leegstand op de Noord-Veluwe bedraagt ca. 7 %, Nunspeet scoort met een leegstand van ca. 2,5% prima. Dat resultaat is mede te danken aan een goede samenwerking tussen ondernemers, gemeente en pandeigenaren. Een ontwikkeling die in toenemende mate steeds vaker voor komt is dat bepaalde bedrijvigheid vertrekt vanuit een (huur)winkel-/bedrijfspand en zich vestigt in de eigen woning en/of in de bijbehorende gebouwen zoals garage en of schuur. Voorbeelden daarvan zijn o.a. kapperszaken, fietsenmakers en webshops. Vanuit bedrijfseconomisch inzicht is een dergelijke stap goed te begrijpen, de ondernemer behoeft immers geen huur meer op te brengen en dat is in de regel toch een van de grootste kostenposten. Vanuit het perspectief gelijke ondernemerskansen ontstaat er gelijktijdig wel een scheefstand. De ondernemer, werkzaam in de gelijke branche, die wel een winkel/bedrijfspand huurt, staat qua kosten al meteen met 1-0 achter. Ook ontstaat er op deze manier meer winkel-/bedrijfsleegstand, een ongewenste ontwikkeling. In het huidige bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Nunspeet is een aantal specifieke regels hierover opgenomen. Zo mag de bedrijfsactiviteit alleen door de bewoner van het perceel worden uitgeoefend en is er een maximum van de bedrijfsoppervlakte gedefinieerd. De gemeente Nunspeet heeft echter naast het bestemmingsplan Buitengebied nog een reeks van bestemmingsplannen. In deze bestemmingsplannen zijn de bepalingen over bedrijfsuitvoering vanuit de eigen woning, zoals in het bestemmingsplan Buitengebied is opgenomen, niet opgenomen. De fractie van het CDA verbaast zich daarover, want de hier bedoelde bedrijfsactiviteiten beperken zich niet tot alleen het buitengebied, maar komen zeker ook in de andere bestemde gebieden voor. Alleen al vanuit het oogmerk ‘gelijke monniken, gelijke kappen’ is dat een vreemde zaak. De CDA-fractie heeft over dit onderwerp het college van B&W vragen gesteld waarom het in het ene gebied wel wordt toegestaan en in het andere gebied niet. En op welke manier denkt het college deze ongelijkheid op te gaan heffen. De reactie van het college is van ja, de situatie is bekend en wellicht gaan we die bestemmingsomschrijving voor de gehele gemeente gelijk trekken.

De gemeente Nunspeet scoort in de ranglijst leegstand winkel- en bedrijfspanden erg goed. De gemiddelde leegstand op de Noord-Veluwe bedraagt ca. 7 %, Nunspeet scoort met een leegstand van ca. 2,5% prima. Dat resultaat is mede te danken aan een goede samenwerking tussen ondernemers, gemeente en pandeigenaren. Een ontwikkeling die in toenemende mate steeds vaker voor komt is dat bepaalde bedrijvigheid vertrekt vanuit een (huur)winkel-/bedrijfspand en zich vestigt in de eigen woning en/of in de bijbehorende gebouwen zoals garage en of schuur. Voorbeelden daarvan zijn o.a. kapperszaken, fietsenmakers en webshops. Vanuit bedrijfseconomisch inzicht is een dergelijke stap goed te begrijpen, de ondernemer behoeft immers geen huur meer op te brengen en dat is in de regel toch een van de grootste kostenposten. Vanuit het perspectief gelijke ondernemerskansen ontstaat er gelijktijdig wel een scheefstand. De ondernemer, werkzaam in de gelijke branche, die wel een winkel/bedrijfspand huurt, staat qua kosten al meteen met 1-0 achter. Ook ontstaat er op deze manier meer winkel-/bedrijfsleegstand, een ongewenste ontwikkeling. In het huidige bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Nunspeet is een aantal specifieke regels hierover opgenomen. Zo mag de bedrijfsactiviteit alleen door de bewoner van het perceel worden uitgeoefend en is er een maximum van de bedrijfsoppervlakte gedefinieerd. De gemeente Nunspeet heeft echter naast het bestemmingsplan Buitengebied nog een reeks van bestemmingsplannen. In deze bestemmingsplannen zijn de bepalingen over bedrijfsuitvoering vanuit de eigen woning, zoals in het bestemmingsplan Buitengebied is opgenomen, niet opgenomen. De fractie van het CDA verbaast zich daarover, want de hier bedoelde bedrijfsactiviteiten beperken zich niet tot alleen het buitengebied, maar komen zeker ook in de andere bestemde gebieden voor. Alleen al vanuit het oogmerk ‘gelijke monniken, gelijke kappen’ is dat een vreemde zaak. De CDA-fractie heeft over dit onderwerp het college van B&W vragen gesteld waarom het in het ene gebied wel wordt toegestaan en in het andere gebied niet. En op welke manier denkt het college deze ongelijkheid op te gaan heffen. De reactie van het college is van ja, de situatie is bekend en wellicht gaan we die bestemmingsomschrijving voor de gehele gemeente gelijk trekken.