Welk gevoel blijft er achter, een paar dagen na het GroenLinks-debat over de Hilversumse Hoogte in het Raadhuis? In ieder geval dat het onderwerp sterk leeft in de Mediastad. Of, zoals organisator en raadslid Lex van Waarden het zei: “Als je in Hilversum ’bouwhoogte’ roept, zit iedereen meteen op de kast”.

Zo’n tachtig belangstellenden waren dinsdag 17 december 2019 naar de Burgerzaal in het Raadhuis gekomen om mee te praten over het thema Hilversumse Hoogte. De aanleiding is even duidelijk als urgent: Hilversum moet de komende jaren duizenden woningen extra bouwen om aan de enorme vraag naar woonruimte te voldoen. Betaalbare woningen, woningen voor 1- of 2-persoonshuishoudens, eengezinswoningen, woningen voor jongeren en voor ouderen. Doen we dat niet, dan wordt Hilversum uiteindelijk een vergrijzende, dure slaapstad waarin het steeds moeilijker wordt om het voorzieningenniveau op peil te houden.

Tegelijkertijd wil vrijwel niemand in deze mooie tuinstad dat we stukken bos of hei opofferen om te gaan bouwen. En dus moet de oplossing binnen de gemeentegrenzen worden gezocht. In het bebouwen van lege stukken stad, in renovatie van bestaande woonwijken en (inderdaad, het hoge woord is eruit) in hoogbouw. Want alleen op die manier kan je relatief veel woningen bouwen op een klein oppervlak.

Vrij veel mensen die op het debat afkwamen deden dat vooral om tégen hoogbouw te pleiten. Het zou niet bij “het dorp” Hilversum passen, het zou vooral een Amsterdams woonprobleem oplossen, het zou het leefklimaat verpesten. GroenLinks werd door een van de sprekers zelfs neergezet als “een bouwbedrijf dat hier 50 flatgebouwen wil neerplempen”. Die had niet geluisterd naar de inleiding van Lex van Waarden, die vooral het taboe op hoogbouw in Hilversum wil doorbreken. Volgens Van Waarden zijn er voorbeelden van slechte hoogbouw, maar ook van heel geslaagde hoogbouw in Hilversum, zoals Villa Industria. Er zijn volgens hem zeker 3 plekken in Hilversum (Arenapark, Mediapark en Oosterspoorplein) waar hoogbouw goed zou passen. Uiteraard alleen als zo’n project de ruimtelijke kwaliteit zou versterken, ingebed in groen. Architect Marijn Schenk van Next Architects en stadsbouwmeester van Amstelveen gaf daarvan een paar mooie voorbeelden. Voor Amstelveen, en later voor Amersfoort, heeft Schenk een hoogtevisie ontwikkeld die als richtsnoer werkt bij de planning en toekenning van nieuwe hoogbouwprojecten. Zijn collega Do Janne Vermeulen van Team V Architectuur inspireerde veel aanwezigen met mooie projecten in binnen- en buitenland die lieten zien dat hoogbouw op de juiste plaats en in harmonie met de omgeving ook een verrijking van de stad kan zijn. Van haar hand is het ontwerp van ‘Haut’, de meest duurzame en hoogste houten woontoren van Amsterdam.

Na de pauze werd gedebatteerd aan de hand van een aantal stellingen. Daaruit bleek dat ook redelijk wat aanwezigen wél open staan voor bouwen ‘in de derde dimensie’, zoals Dudok het ooit formuleerde. De andere partijen uit het Hilversumse politieke spectrum waren erbij, maar kozen ervoor zich nog niet uit te spreken over het thema hoogbouw. Toch was de avond voor organisator Lex van Waarden geslaagd: “Dit was precies onze bedoeling. Bouwhoogte is al jaren een grote roze olifant in Hilversum, waar iedereen omheen draait. Nu hebben we het er toch over gehad. En dat zal de komende jaren heel wat vaker gebeuren.” GroenLinks-wethouder Jan Kastje vond het debat “inspirerend en een goede voorzet voor de komende discussies in de gemeenteraad.”

Foto's: Maarten Paul van der Elst, Sara Steenkamp en Arnoud van den Heuvel