De gemeenteraad als baas van de gemeente
Op 21 maart kiezen we een nieuwe gemeenteraad. Wat doet dit college en
wat mogen we van onze vertegenwoordigers verwachten?
De gemeente
De gemeenteraad is een college van gekozen volksvertegenwoordigers
binnen een gemeente. In de Grondwet is geregeld dat de gemeenteraad aan het
hoofd staat van de gemeente. De leden worden voor vier jaar gekozen. Nederland
heeft 380 gemeenten, Zeeland heeft er 13 en Walcheren 3 (Middelburg, Vlissingen
en Veere). Het aantal inwoners bepaalt het aantal zetels in de gemeenteraad.
Vlissingen heeft 27 zetels, momenteel verdeeld over 12 partijen.
De gemeenteraad controleert het dagelijks bestuur van de gemeente: de
burgemeester en de wethouders. Vlissingen heeft op dit moment vier wethouders.
Taak van de gemeenteraad
De taak van de gemeenteraad is geregeld in de gemeentewet. In de eerste wet van 1851 regelde de liberaal
Thorbecke, in navolging van de grondwetsherziening in 1848, dat steden niet
meer te zeggen kregen dan dorpen. Voortaan werd gesproken van gemeenten en dat
konden dorpen, steden of combinaties zijn. Hij stelde de gemeenteraad in als
hoogste orgaan binnen de gemeente. In 1992 en 2002 werd de gemeentewet verder
gemoderniseerd en geprofessionaliseerd naar het model van het landelijk bestuur.
Belangrijke reden was dat de maatschappij erg ingewikkeld is geworden en dat de
gemeenteraad zich niet met elk detail kan bezighouden. De controlerende taak
bestaat nu vooral uit het stellen van kaders, toezicht houden op de financiën,
het bevragen van burgemeester en wethouders en het contact onderhouden met de
bevolking.
Kaders stellen
Binnen de gemeente zijn veel verschillende zaken aan de orde, zoals
veiligheid, onderwijs, gezondheidszorg, welzijn, werkgelegenheid, parkeren, huisvesting,
toerisme en nog veel meer. Deze ‘lopende’ zaken vragen continu aandacht en
verbetering. Daarnaast zijn er nieuwe ontwikkelingen nodig, zoals renovatie en
onderhoud van gebouwen en bruggen, de bouw van een nieuwe wijk, het aanleggen
van een rotonde, veilig maken van fietspaden, het aantrekken van voorzieningen
voor ouderen en opvang van migranten. Dit vraagt besluitvorming door de
gemeenteraad die voor elk plan de hoofdlijnen vaststelt en ook zelf met
voorstellen kan komen, die door ambtenaren worden uitgewerkt.
Voorbeeld: De gemeenteraad keurt
het plan goed om in een bepaalde straat vertragingsdrempels aan te leggen ter
verbetering van de verkeersveiligheid. Het plan zal gedurende een bepaalde
periode worden uitgevoerd en uit de lopende begroting worden gefinancierd. De
uitvoering gebeurt door gemeenteambtenaren. De verantwoordelijk wethouder ziet
erop toe dat de gestelde kaders (verbetering veiligheid, tijdig en binnen de
begroting) worden bewaakt.
Financiën
De gemeenteraad stelt elk jaar de begroting vast en laat zich gedurende
het jaar informeren over de financiële voortgang. In het gegeven voorbeeld moet
de gemeenteraad kunnen vaststellen dat de uitvoering van de verkeersdrempels binnen
de goedgekeurde gemeentelijke begroting heeft plaatsgevonden.
Bevragen
In het gegeven voorbeeld zou het kunnen voorkomen dat het werk uitloopt
en dat plaatselijke ondernemers klagen over omzetverlies. Daar kunnen dan in de
gemeenteraad kritische vragen over worden gesteld. Het is ook mogelijk dat burgers
tijdens een raadsvergadering hun klachten toelichten. Dat heet ‘inspreken’.
Op grond van artikel 34 van het Reglement
van Orde kunnen raadsleden schriftelijke vragen stellen aan het college van
B&W.
De gemeenteraad bespreekt ook de resultaten en aanbevelingen van de
Rekenkamer. Dit is een onafhankelijk orgaan dat het functioneren van de
gemeente onderzoekt. De Rekenkamer voert per jaar twee tot drie onderzoeken
uit.
Contact met de burgers
Gemeenteraadsleden moeten weten wat er onder de bevolking leeft. Zij
laten bij bijeenkomsten hun gezicht zien, luisteren naar wensen en ideeën en
zijn voor iedereen gemakkelijk toegankelijk in persoon en per e-mail. Ook
worden bezoeken gebracht aan bedrijven en organisaties om zich een goed oordeel
te kunnen vormen over (de achtergronden van) actuele kwesties. Zij kunnen bij
het snel verhelpen van ongemak voor de burgers een bemiddelende rol spelen.
Wijze van werken
De gemeenteraad is gehouden aan de bepalingen in de gemeentewet en het Reglement van Orde. Hierin worden
praktische zaken geregeld, zoals de benoeming van wethouders, spreektermijnen,
geheimhouding en de wijze van stemmen. Volgens artikel 16 van de gemeentewet
moet elke gemeente aan het begin van een nieuwe periode zo’n reglement opnieuw
voor vier jaar vaststellen. Het reglement kan dan worden aangepast en de
invulling verschilt per gemeente. De raad wordt ondersteund door de griffie.
Dat zijn ambtenaren die de beleidsnota’s en verantwoordingen opstellen en de
vergaderingen van de gemeenteraad voorbereiden. Aan het hoofd van de
gemeentelijke ambtenaren staat de gemeentesecretaris (algemeen directeur).
Onder hem fungeren (in Vlissingen) drie directies met een eigen directeur:
Ruimte en Samenleving, Dienstverlening en Bedrijf en Beheer.
De gemeenteraad vergadert volgens een systeem. Elke twee weken wordt
een adviesraad gehouden, waarin aan de hand van concept-stukken bespreking en besluitvorming
plaatsvindt. In de tussengelegen weken vindt een besluitenraad plaats, waarin
de gemeenteraad een besluit neemt over de eerder behandelde onderwerpen en
voorstellen. De behandelde vergaderstukken zijn te vinden in het
raadsinformatiesysteem van de gemeente.
De gemeenteraadsvergaderingen worden voorgezeten door de burgemeester. Hij
wordt voor zes jaar gekozen en is geen lid van de raad. Hij is verantwoordelijk
voor een goede gang van zaken binnen de gemeente en staat boven de partijen. De
burgemeester en de wethouders hebben een portefeuilleverdeling:
een aantal vaste beleidsonderwerpen waar zij voor verantwoordelijk zijn. De
wethouders zijn tijdens de gemeenteraadsvergadering aanwezig wanneer een te
behandelen onderwerp in hun portefeuille past. Aan burgemeester en wethouders
zijn wijken toegewezen, waar zij het eerst aanspreekbare lid van het college
van B&W zijn.
Coalitievorming en benoeming van
wethouders
Direct na de verkiezingen neemt de partij met de meeste stemmen het
initiatief om een coalitie te vormen. Een coalitie is een aantal gelijkgestemde
partijen dat in de komende vier jaar wil gaan besturen en kan steunen op een
meerderheid van het aantal zetels in de raad. Deze partijen gaan met elkaar
praten over de belangrijkste beleidsonderwerpen voor de komende periode. Daarvoor
schrijven zij een coalitieakkoord, waar de oppositie (de niet besturende partijen)
hen aan kunnen houden. De coalitiepartijen bepalen het aantal wethouders en
doen voordrachten, meestal een uit eigen kring. Dat is vaak een ervaren
(ex-)gemeenteraadslid, maar kan ook van buiten de gemeente worden aangetrokken.
Zo’n wethouder verplicht zich dan wel in de gemeente Vlissingen te gaan wonen.
Partijen
Vlissingen heeft momenteel 12 partijen. Op het kiesbiljet staan meestal
meer partijen genoemd. Welke partijen komen nu in de raad?
Daarvoor wordt het aantal geldige stemmen gedeeld door het aantal
zetels. Dat levert een kiesdeler op.
De kiesdeler is dus het aantal stemmen dat nodig is voor één zetel. Bij de
vorige verkiezingen in 2014 werden in Vlissingen 17.329 geldige stemmen
uitgebracht. De kiesdeler is dus 17.329 : 27 = 641. Stel dat een partij 2934
stemmen heeft gekregen, dan levert dat 4,577 zetels op. Er blijft nog iets
achter de komma te verdelen. Als we alle partijen hebben gehad, worden alle
voorlopig verzamelde zetels opgeteld en van het totaal (27) afgetrokken. De
uitkomst geeft het aantal restzetels weer. Deze worden volgens een ingewikkeld
systeem van ‘grootste gemiddelden’ over de partijen verdeeld (meer informatie
op de site van de Kiesraad).
Er wordt wel geklaagd over het grote aantal partijen. Dit kan worden
voorkomen door een kiesdrempel in te
stellen. Dat betekent in dit geval dat er niet 641 stemmen nodig zijn voor één
zetel, maar dat dit aantal bijvoorbeeld op 1000 wordt vastgesteld. In Nederland
heeft men hier nooit voor willen kiezen, omdat er dan een groot ‘democratisch
gat’ ontstaat. Als het ooit wordt ingevoerd, dan eerst op landelijk niveau.
En overigens: in 2014 was de opkomst in Vlissingen 48,1%. Dat kan vast
veel hoger!
Otto van der Leer