De gemeenteraad heeft de jaarstukken goedgekeurd. Dat betekent dat de partijen het eens zijn met de verantwoording over de gemeentelijke uitgaven van het afgelopen jaar. D66 Utrecht vindt het belangrijk dat de gemeenteraad zijn controlerende taak goed kan uitvoeren. Ons voorstel om de leesbaarheid van de jaarstukken te verbeteren kreeg brede steun. D66 blijft kritisch en wil dat we het in onze stad altijd beter doen, maar we zien ook positieve ontwikkelingen.

Controlerende taak

D66 Utrecht heeft het initiatief genomen om de jaarstukken los te koppelen van de voorjaarsnota. Op die manier kan de gemeenteraad zijn controlerende taak beter uitvoeren. In plaats van tegelijk met de Voorjaarsnota, mochten raadsleden nu veel eerder vragen stellen over het ‘huishoudboekje’ van het college. Lars Roodenburg: “Ik wil benadrukken dat het stellen van vragen aan ambtenaren niet in elke gemeente bestaande praktijk is. Ik vind het heel belangrijk dat we dit als raadsleden in Utrecht mogen doen. Het draagt bij aan wederzijds begrip en een goede controle.”

Duidelijke jaarstukken

Voor D66 Utrecht is het belangrijk dat de jaarstukken te begrijpen zijn. Daarom zijn we blij dat ons initiatief om de leesbaarheid van de jaarstukken te verbeteren goed is ontvangen. Lars Roodenburg: “De jaarstukken zijn 620 pagina’s dik. Geen eenvoudige klus. Om onze controlerende taak goed uit te kunnen voeren, is het belangrijk dat de stukken gemakkelijk leesbaar zijn. We zijn blij dat daar bij de volgende jaarstukken aan gewerkt wordt.”

Een mooiere stad waar we trots op zijn

D66 is kritisch en we willen het altijd beter doen. Daarom hadden we veel vragen over de jaarstukken. Maar we zijn ook ontzettend blij dat we in de jaarstukken zien dat Utrecht in 2018 weer mooier is geworden. Lars Roodenburg: “Onze straten worden gemaakt, er is een goed sociaal vangnet, onze kinderen gaan naar school en kunnen sporten, we genieten van onze parken, het bruist in onze stad en onze inwoners nemen initiatief. De lijst is eindeloos. En daar zijn we hartstikke trots op!”