De Bommelerwaard is aantrekkelijk voor toeristen en bezoekers. Dat biedt goede kansen en mogelijke inkomsten voor ondernemers en de gemeente.

Er is nog veel te doen op het gebied van de vrije tijdseconomie. Het wordt steeds meer een belangrijke motor in onze lokale en regionale economie. Door regionale samenwerking van de betrokken organisaties en het bedrijfsleven kan er veel meer worden bereikt.

D66 wil: 

de toeristische en recreatieve kansen beter benutten door meer professionele aandacht voor de promotie en marketing van ons gebied; meer bezoekers en toeristen naar de Bommelerwaard trekken. Bijvoorbeeld door aansprekende en goed afzetbare arrangementen kastelenroute, landschapsroute, rondje pontje, kunstroute e.d.; de functie van het Toeristisch Informatie Punt (TRIP) blijven ondersteunen en verder versterken; de opbrengst van toeristenbelasting en precariorechten terrassen rechtsreeks aan de sector besteden; een overkoepelende publiek-private organisatie die zich richt op de integrale promotie en marketing van de Bommelerwaard. Dus niet alleen voor toerisme en recreatie, maar ook voor kunst en cultuur, evenementen en algemene marketing op de gebieden wonen, winkelen, werken en onderwijs; kernwaarden van ons gebied beter benutten, met name de verbinding Slot Loevestein met de vestingstad Zaltbommel, het grote aantal kastelen en monumenten en de unieke ontwikkeling van onze uiterwaarden, in het bijzonder het Munnikenland; dat er in hoog tempo één of meer grote publiekstrekkers worden gevestigd. D66 geeft volle steun aan de realisering van het Fiep Westendorppaviljoen als trekker voor de binnenstad. Belangrijk is de samenhang van het paviljoen met het Stadskasteel en de Poorterij. Een andere publiekstrekker zou een multifunctioneel Leisurecentrum bij het station kunnen zijn; de lokale recreatieve en toeristische bedrijvigheid, zoals diverse vormen van horeca, hotel en bed & breakfast, musea, ateliers en galeries stimuleren en laten uitbreiden. Hierbij passen ook het aantrekkelijker maken van de haven in Zaltbommel, camperplaatsen en klompenpaden; dat recreatieve voorzieningen die de overheid (mede) bekostigt, bijv. veerponten, ook op zondag toegankelijk zijn.