Vorige week dinsdag is gestart met de ontruiming van het voormalige postkantoor. We merken dat veel bewoners het prettig vinden om de feiten rond deze zaak op een rij te hebben. Hieronder kunt u lezen hoe het zo is gekomen.

Als gemeente investeren we al jaren flink in het stadshart van Den Helder. Ook dit pand staat al lang op de verlanglijst om opgeknapt te worden en een goede invulling te krijgen. In 2008 is het postkantoor aangewezen als tijdelijke broedplaats voor kunst en cultuur. Er zitten dan meerdere gebruikers in. Ook met de heer Scholte wordt een overeenkomst getekend. Net als de anderen mag hij een deel van het pand tijdelijk als atelier gebruiken. In de periode 2011-2013 zijn er diverse gesprekken met Scholte geweest over vestiging van een museum op een andere locatie dan het postkantoor. Dat is voor geen van deze locaties gelukt.

Afspraken niet mogelijk Vanaf 2014 hebben het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad diverse pogingen gedaan om met de heer Scholte afspraken te maken over de vestiging van een museum in het voormalige postkantoor. Meerdere contactpersonen hebben gesprekken gevoerd, maar konden niet tot afspraken komen. Adviezen hoe tot een gedegen businessplan te komen, zijn afgeslagen. Ook een expert in cultureel vastgoed en bemiddeling tussen gemeente en kunstenaars heeft na maanden niet tot een constructief gesprek met de heer Scholte weten te komen (begin 2016). Volgens afspraak met de gemeenteraad is toen besloten het pand te gaan verkopen.

Oordelen rechters Na het besluit het pand te verkopen, zijn de bruikleenovereenkomsten opgezegd. In juni 2017 is de openbare verkoopprocedure gestart. En inmiddels is het pand verkocht. De heer Scholte weigerde echter te vertrekken en beweert dat hij overeenstemming met de gemeente heeft over verkoop van het pand. De voorzieningenrechter oordeelde op 1 februari dat de gemeente voldoende had aangetoond dat daar geen sprake van is. Op 13 maart oordeelde het Gerechtshof Amsterdam bovendien: • Dat de gemeente een spoedeisend belang heeft bij de ontruiming, want het is verkocht en moet leeg worden opgeleverd. • Het aannemelijk is dat het hier niet gaat om huur- maar om bruikleenovereenkomsten. • Er sprake is van een betalingsachterstand van ruim negentienduizend euro (juni 2017). Een dergelijke betalingsachterstand is best hoog. Dat maakt het zeer aannemelijk dat de rechter in een bodemprocedure zal oordelen dat deze betalingsachterstand ontbinding van de overeenkomsten rechtvaardigt . Op basis van deze uitspraak moest de heer Scholte het pand binnen 30 dagen verlaten. Deze datum liep op vrijdag 13 april af. Daarna was een gedwongen uitzetting mogelijk. Dat is dinsdag 17 april gebeurd.

Twee bodemprocedures Waarom zo’n haast met ontruimen? En waarom niet de ‘bodemprocedure ‘afgewacht? Dat heeft te maken met het feit dat het pand ondertussen is verkocht aan Tuin BV. Daarover leest u verderop meer. Eerst is het belangrijk om te weten dat er geen sprake is van één bodemprocedure is maar van twee. De ene is gestart door de gemeente en de andere door de heer Scholte. Voor beide procedures is nog geen zittingsdatum vastgesteld. Het is dan ook niet duidelijk hoe lang er nog afgewacht zou moeten worden.

Het op de lange baan schuiven van de ontruiming zou onduidelijk, ongewenst én riskant zijn geweest. Het Gerechtshof erkende in maart 2018 immers het spoedeisend belang en stemde in met ontruiming, Door niet te ontruimen zou de gemeente zou zich een onbetrouwbare (proces)partij tonen.

Gemeente heeft inspanningsverplichting Op grond van de koopovereenkomst met Tuin BV, moet de gemeente zich inspannen om uiterlijk 1 juni 2019 het pand leeg en gesaneerd van asbest te leveren. Doet de gemeente dit niet, dan kan de firma Tuin de overeenkomst ontbinden. Dat heeft dan mogelijke schadevergoedingen tot gevolg. Een andere mogelijkheid is dat de koper niet tot ontbinden over zou gaan. In dat geval riskeert de gemeente vorderingen met (hoge) dwangsommen om de overeenkomst alsnog na te komen en daarnaast schadevergoeding. Met deze inspanningsplicht (leeg en gesaneerd opleveren) kan de gemeente dus niet lichtzinnig omgaan: zou de gemeente nu niet ontruimen dan is zeker niet denkbeeldig dat zij handelt in strijd met deze inspanningsplicht.

En ook: opknapbeurt / gelijke monniken – gelijke kappen Andere redenen om de ontruiming niet langer af te wachten zijn de volgende. Het pand is dringend aan een opknapbeurt toe en de maandelijkse kosten (zoals noodzakelijk onderhoud, rente, afschrijving, ozb, verzekering, enzovoort) lopen door. Het gratis ter beschikking stellen van het pand kost de gemeente geld. Meting in 2016 kwam op 124.000 euro in dat jaar. Daarom is het pand ook inmiddels verkocht aan Tuin BV die het gaat opknappen. We streven er natuurlijk naar dat dit zo snel mogelijk wordt gedaan: een opgeknapt pand versterkt de kwaliteit van de opgeknapte omgeving.

Daarbij is er geen enkele reden om de heer Scholte anders te behandelen dan andere burgers met een betalingsachterstand. Juist van een gemeente mag verwacht worden dat zij geen voorkeursbehandeling geeft.

Zorgvuldig handelen Het college en de gemeenteraad hebben jarenlang geprobeerd om er met de heer Scholte uit te komen. De inzet van verschillende mensen en het kiezen van verschillende invalshoeken: het kwam niet tot goede afspraken. We merkten ook dat het niet lukken van de pogingen tot samenwerking persoonlijk werd gemaakt. Sinds 2014 heeft het dossier bij vier wethouders gelegen en is veel overleg geweest met de gemeenteraad. Besluiten die nodig waren, zijn door het hele college of de raad genomen. De rol van de burgemeester betreft alleen zaken die betrekking hebben op openbare orde en veiligheid.

Wij, het college van burgemeester en wethouders, willen voorop stellen dat wij de situatie, waarin de gemeente Den Helder met de heer Scholte is beland, betreuren. Ons doel is altijd geweest zo zorgvuldig mogelijk te handelen en met respect voor personen en de kunst. Vanuit de overtuiging dat dit past bij het openbaar bestuur. En vanuit de overtuiging het goede te doen voor de stad en zijn inwoners.

Moment van ontruiming en inzet politie Het door ons ingeschakelde deurwaarderskantoor heeft voor de uitvoering van zijn opdracht ondersteuning van de politie gevraagd. Dat is niet ongebruikelijk. Daarbij had de heer Scholte zelf in media aangekondigd niet te zullen vertrekken en dat hij zich zou verzetten tegen ontruiming. Het moment van ontruiming is dan ook gekozen in nauwe samenspraak met de politie. Dat de ME bij de ontruiming betrokken zou zijn is absoluut niet waar. Wel was er een versterkt politiebusje aanwezig om materiaal te vervoeren.

Hoe wordt voor de kunst gezorgd? De heer Scholte wist al lang dat hij het pand moet verlaten. Door dat niet op tijd te doen, nam hij geen verantwoordelijkheid voor de kunst. De gemeente neemt de verantwoordelijkheid voor de kunst nu over. Van alle objecten is een foto en beschrijving gemaakt. De verhuizing en zorgvuldige opslag wordt gedaan door een hierin gespecialiseerd bedrijf.

Waarover gaan de bodemprocedures? De bodemprocedure van de gemeente, heeft onder meer als doel om de kosten van de ontruiming te verhalen op de heer Scholte. De bodemprocedure die de heer Scholte heeft aangespannen gaat vooral over de vraag of hij al in de zomer van 2017 overeenstemming met de gemeente had bereikt over de aankoop van het pand. Daar is geen sprake van. De voorzieningenrechter kwam in februari 2018 ook tot dat oordeel. Hoewel de voorzieningenrechter een voorlopig oordeel velt, komt zo’n oordeel niet zomaar tot stand. Er wordt door de rechter meegewogen of zijn oordeel in de bodemprocedure in stand zal blijven.

Het bericht Achtergronden en feiten bij ontruiming postkantoor verscheen eerst op PvdA Den Helder.