De gemeenteraadsfractie van de Partij voor de Dieren in Rotterdam heeft schriftelijke vragen gesteld aan het college van burgemeester en wethouders over illegale praktijken in de Rotterdamse Haven. De landelijke inspectie voor de leefomgeving en transport (afgekort: ILT) doet momenteel onderzoek naar zes bedrijven die zich niet aan de regels houden voor de productie van brandstoffen zoals diesel en benzine en van de export van die brandstoffen naar landen in West-Afrika. De stookolie waar het hier om gaat, zijn zogenoemde 'blendstocks'. Dat zijn mengsels die uitsluitend worden geproduceerd voor landen waar lagere wettelijke eisen zijn voor de kwaliteit van brandstof. In de diesel werd door de ILT maar liefst driehonderd keer de maximaal in de EU toegestane hoeveelheid zwavel aangetroffen, terwijl in de benzines de stoffen mangaan en benzeen werden gevonden. Deze stoffen kunnen kankerverwekkend zijn. In de stookolie (voor zeeschepen) waren afvalstoffen verwerkt.  De Rotterdamse haven produceert jaarlijks zo'n tien miljoen ton aan stookolie, dat tijdens het kraakproces wordt geraffineerd tot andere brandstoffen. Rotterdam is een grote speler in de wereldwijde productie en handel van stookolie, diesel en benzine (ook wel 'natte bulk' genoemd). De ILT heeft inmiddels aangekondigd alle bedrijven in de haven te gaan controleren. Wij willen op onze beurt van het college van burgemeester en wethouders weten hoe zij aankijkt tegen milieucriminaliteit in de Rotterdamse havenen en op welke manier zij zich inspant om strafbare feiten in - in dit geval - de brandstofsector tegen te gaan. Nog los van de vraag of het produceren van minderwaardige brandstoffen voor ontwikkelingslanden moreel verdedigbaar is, moeten producenten en handelaren van brandstoffen zich aan de wet houden. Wij wachten daarom de onderzoeken van de ILT met interesse af.