1. Vragen over de Lidl.

Op 14 februari stelde VPGrave de volgende vragen:

Vragen VPGrave, Dhr. Kamps, vestiging Lidl op Borretweg

Geacht college,

Het dossier Lidl is een gevoelig dossier, daarvan zijn we ons van bewust. In de wandelgangen wordt echter gesproken over gesprekken tussen de gemeente en de Lidl / projectontwikkelaar.

De insteek van de gesprekkenzou zijn dat de gemeente via een financiële tegemoetkoming Lidl wil tegenhouden om zich te vestigen op de locatie aan de Mrg Borretweg ( voorheen locatie tuincentrum Van de Venne).

Mijn vragen zijn de volgende:

1. Zijn er inderdaad gesprekken tussen de gemeente en de Lidl dan

wel zijn projectontwikkelaar omtrent deze locatie?

2. Wij willen door het college worden bijgepraat over de stand van

zaken, de aard van de gesprekken en het doel dat het college

2. Actie Scheepswerf.

Vragen Lokale Partij Grave, mevr. Bannink n.a.v. persbericht actie scheepswerf

-Op welke gronden is deze actie gebaseerd?

-Wanneer is begonnen met de voorbereiding van deze actie?

-Krijgen we als raad terugkoppeling over de bevindingen?

3. Financiën Visioterrein.

Vragen VPGrave, Dhr. Van Geest inzake financiën Visioterrein

Zoals eerder aangekondigd hierbij de vragen met betrekking tot de inkomsten en uitgaven Visio en de projecten, niet zijnde Visio projecten, die genoemd worden in de Vestingvisie.

Het gaat ons erom goed inzicht te verkrijgen in de baten en lasten omdat wij als Raad geacht wordeneen controlerende functie te vervullen.

Helaas bleek het niet mogelijk dat inzicht te verkrijgen middels een grondexploitatieopzet met terugwerkende kracht. U hebt aangegeven het amendement te honoreren zodra zich de

mogelijkheid en wat ons betreft wenselijkheid van een grondexploitatie voor projecten op het Visioterrein voordoet. Ik ga er van uit dat u ten aanzien van de andere projecten die genoemd

worden in de vestingvisie het instrument van de anterieure overeenkomst zult gebruiken.

Het zal u duidelijk zijn dat wij als raadsleden daarover ( vertrouwelijk ) geïnformeerd willen worden. De financiële situatie van de gemeente geeft daartoe alle aanleiding.

De vragen zijn de navolgende:

1. Welke uitgaven zijn gedaan in het kader van de verwerving van Visio West en Visio Oost?

2. Welke grondkosten zijn toegerekend aan de Brede school die gerealiseerd is op het Visioterrein?

3. Welke kosten zijn gemaakt voor de sloop van de objecten, het opruimen van de rommel en het enigszins fatsoeneren van het terrein?

4. Welke kosten zijn gemaakt ten behoeve van het opstellen van de Vestingvisie en wat daarmee in de voorbereidende sfeer annex is?

5. Welk deel van die kosten is toe te rekenen aan de ontwikkeling van het Visioterrein?

6. Hoeveel bedragen de kosten die toe te rekenen zijn aan de aankoop van en ontwikkelingen op het Visioterrein die gemaakt zijn door ambtelijke ondersteuning vanuit CGM en ingehuurde adviseurs, niet zijnde medewerkers van Bureau West8?