Op 29 januari stuurde Kurt Sliepenbeek, ooit bestuurslid van de SP, tegenwoordig voorzitter van Nieuw-Links, een promotiemail naar een groot aantal mensen die lid van de SP zijn of dit ooit zijn geweest.

Hij wilde de mensen wijzen op het bestaan van zijn partij en gaf aan voor hen op te willen komen, nu de SP niet meedoet. Goede bedoelingen?

 

Laten we beginnen met de wijze waarop deze mail bij de mensen is gekomen. In de eerste plaats vragen wij ons af of het gebruik van het voor deze mail gebruikte adressenbestand wel legitiem is. Verder lijkt de verzender weinig met de privacy van mensen op te hebben. Want hij verstuurt deze mail niet BCC maar CC. Alle ontvangers hebben kunnen zien wie de mail nog meer hebben gekregen. En dan de inhoud: mensen op het bestaan van zijn partij wijzen en dan als een volleerd autoverkoper suggereren dat zijn partij het alternatief voor de SP is. Daarmee gaat hij voorbij aan het feit dat het afdelingsbestuur, met instemming van de algemene ledenvergadering, gewoon klaar was met de fractie, die hij nu in zijn armen sluit. Iemand die zo handelt en met een dergelijke fractie een partij vormt, kan nooit een alternatief voor de SP zijn, hoeveel schone woorden hij er ook aan wijdt.

 

In “de Stentor” van 24 februari schrijft Sander Zurhake een artikel “Hoe de SP haar basis in de regio kwijtraakte”. In dit artikel komen Sliepenbeek, Eugène Kelder en Kitty Schmidt aan het woord. 

 

Kelder en Sliepenbeek geven aan dat de landelijke partij deelname aan de verkiezingen verboden zouden hebben. En ja, de journalist, die niet aan hoor en wederhoor doet, neemt dit voor zoete koek aan. Voor de goede orde: een meerderheid van het afdelingsbestuur voelde vorig jaar maart/april niet voor deelname aan de raadsverkiezingen. En dan zou een kritische journalist natuurlijk bij wederhoor moeten vragen: “En waarom dan niet?”

 

Dan zou hij gehoord hebben dat Kelder in 2015 en 2016 meer dan 30% van de officiële raadsvergaderingen verzuimde; dat de fractie een eigen koers voer; dat hij en zijn zus, die raadsopvolger is, afspraken niet nakwamen; en dat de fractie vrijwel nooit bij acties aanwezig was.

 

Jammer dat Kelder deze zakelijk kritiek in het artikel afdoet als “verschrikkelijk op de persoon spelen.” Ja, omgaan met kritiek is een kunst, die niet iedereen beheerst.

 

Een beetje een journalist zou zich ook wat nader in Nieuw-Links hebben verdiept. En dan zou hij een aantal dingen hebben kunnen constateren:  

Eugène Kelder is door het bestuur tot lijsttrekker gekozen, niet door een ledenvergadering; de kandidatenlijstlijst is rond 21 januari 2018 vastgesteld. Door wie? Ook door het bestuur? Een ledenvergadering hebben wij niet kunnen ontdekken. In ieder geval ontbreekt hier transparantie;

Het bestuur bestaat uit vier bestuursleden;

Drie bestuursleden (Kelder, Otter en Sliepenbeek) staan op de lijst respectievelijk 1, 3 en 4; hoe zit het met de controle van het bestuur op de raadsfractie?

In het bestuur en op de kandidatenlijst zijn familiaire verstrengeling-en aanwezig.

Concludeer zelf.

 

Ten aanzien van Deventer Sociaal had de journalist ook enkele simpele vragen kunnen stellen:

 

Is het geen kiezersbedrog in 2014 wel onder de noemer van SP de raadsverkiezingen in te gaan en dan iets meer dan twee maanden later uit de die partij te stappen?

Waarom heb je het nu over onvrede met het beleid van de landelijke partij? In 2014 spraken jullie over interne en persoonlijke geschillen binnen de Deventer afdeling van de SP. Lijkt huidige lezing niet op een correctie achteraf?

Het is duidelijk waar “de Stentor” staat. Rechts! En deze krant doet

er alles aan om links in een kwaad daglicht te stellen. Helaas beseffen Sliepenbeek, Kelder en Schmidt dat niet in hun stijgende verkiezingskoorts.