Het Ministerie van Defensie maakt onlangs bekend dat zij het Marineterrein in Amsterdam niet wil verlaten. Dit is in strijd met de afspraken die de Staat met de gemeente Amsterdam in december 2013 heeft gemaakt.

Afspraak was dat Defensie het terrein op 1 juli 2018 zou hebben verlaten. Het Marinterrein zou worden gekocht door Amsterdam om hier een mooi gemengd stedelijk gebied te ontwikkelen. Met ruimte om te wonen, voor maatschappelijke voorzieningen en onderwijs en om te werken. Met voldoende aandacht voor creativiteit, sport, openheid en groen. Meer woningen en een gemengd gebied, was de uitdrukkelijke wens van de raad afgelopen november.

De afspraken zijn vastgelegd in de Bestuursovereenkomst Ontwikkeling Marineterrein Amsterdam, getekend door ministers, wethouder en burgemeester. Nu, na zes jaar samenwerken aan de herontwikkeling van het terrein heeft de Staat gemeend dat er zwaarwegende belangen zijn om zich terug te trekken uit de eerder gemaakte afspraken. Die zwaarwegende belangen zijn onder andere het behouden van een positie in de stad en een locatie voor werving- en selectie. Dit betekent dat Defensie haar ‘positie’ wil behouden in de hoofdstad, net als zoveel andere partijen met grond in Amsterdam. Dat terwijl het hoog tijd wordt om dit historische terrein, zo dicht bij het centrum, terug te geven aan de stad. Een opleidingscentrum kan ook elders in de regio of het land een plaats krijgen, dit hoeft niet noodzakelijkerwijs in hartje centrum Amsterdam, waar de woningnood steeds groter wordt.

In de raadscommissie van 11 juli jl. heeft Nienke van Renssen haar verbazing uitgesproken over het feit dat het rijk haar afspraken nu niet nakomt. De GroenLinksfractie in de Amsterdamse gemeenteraad meent dat de Nederlandse regering de belangen van de stad als ‘zwaarwegend’ had moeten beoordelen, namelijk de openbaarheid en toegankelijkheid van een historisch terrein; verbinding met de stad en de naastgelegen woonwijk, maar vooral het oplossen van de woningnood in Amsterdam.

Door het college van B&W wordt op dit moment hard gewerkt om in overleg met Defensie te bezien op welke wijze de herontwikkeling van het Marineterrein alsnog ter hand kan worden genomen. Inmiddels zijn er nieuwe uitgangspunten geformuleerd voor de herontwikkeling, zodat de stad alsnog een deel van het terrein kan aankopen.

Uiteraard gaan we er vanuit dat bij het vervolg van herontwikkeling, voldoende aandacht blijft voor wonen, groen en verbinding. De belangen van de stad en haar inwoners zouden voorop moeten staan, voor de gemeente, maar zeker ook voor het rijk.