Aan:

Burgemeester en wethouders van Leudal

Postbus 3008

6093ZG

Heythuysen,

 

Datum: 10 juli 2015

Betreft: Bezwaarschrift LIVAR omgevingsvergunning Beekkant 2 6095 PE Baexem.

 

Geacht college,

Bij deze tekenen wij bezwaar aan tegen de omgevingsvergunning ten behoeve van een omschakeling van een pluimveehouderij naar een “Livar”-varkenshouderij op het adres Beekkant 2 te Baexem. Het betreft daarbij het besluit van 2 juni 2015, bij u geregistreerd onder nummer WABO-2015-8.

Wij zijn van mening dat u bij het nemen van dit besluit onvoldoende de belangen van omwonenden heeft afgewogen en u onterecht en op basis van onjuiste gegevens heeft geconcludeerd dat nadelige gevolgen voor het milieu en volksgezondheid kunnen worden uitgesloten. Wij zijn dan ook van mening dat ten onrechte geen Milieu Effect Rapportage (MER-)beoordeling heeft plaatsgevonden en deze vergunning dan ook ten onrechte is verleend. Wij zullen dit hieronder nader toelichten aan de hand van 3 onderdelen:

kenmerken en plaats van het project kenmerken van de potentiele gevolgen vervolgens zullen wij ook nog nader ingaan op de effecten voor omwonenden, waaronder de toename van stank, ongedierte en gezondheidsrisico’s.

 

Kenmerken en plaats van het project

U heeft een omgevingsvergunning verleend voor het omzetten van een pluimveehouderij in een varkenshouderij. De inrichting beschikt over een milieuvergunning voor het houden van 15 geiten, 12 schapen, 1 paard en 28750 opfok van ouderendieren (pluimvee). Terwijl in de nieuwe situatie 224 guste en dragende zeugen, 3 dekberen, 66 kraamzeugen, 624 gespeende biggen en 1440 vleesvarkens worden gehouden. Een enorme toename. De dieren worden ook onder totaal andere omstandigheden gehouden daar de dieren buiten gaan lopen. Dit is wezenlijk anders als in de reguliere manier van varkens houden, derhalve kan een regulier rekensysteem voor de effecten niet voor deze situatie worden gebruikt. Er dient dus een MER plaats te vinden.

Wij zijn van mening dat u onterecht ervan uitgaat dat de aangevraagde activiteiten passen bij de functie die het gebied vervult en dat de omgeving voornamelijk een agrarisch karakter heeft. U gaat daarbij echter enkel uit van de kernen en heeft daarbij onvoldoende in beschouwing genomen dat de activiteiten plaatsvinden in de directe omgeving van het natuurgebied Leudal, nota bene een Natura 2000-gebied dat Europese bescherming verdient. Verder heeft ook de directe omgeving natuurwaarden. De omgeving bestaat dan ook gedeeltelijk uit een agrarische percelen, veelal binnen het BP bestemd als agrarisch met natuurwaarden 4, maar ook voor een groot gedeelte uit natuurgebieden. De natuurgebieden kenmerken zich daarbij ook als gevoelig voor dit soort activiteiten. (Voor een nadere toelichting hierover verwijzen wij naar het bezwaarschrift van stichting Studiegroep Leudal e.o. ). Dit is dan ook zwaar onvoldoende meegenomen in de beoordeling van deze vergunning.

Kenmerken van de potentiele gevolgen

In de vergunning wordt gesteld dat de aangevraagde situatie voorziet in een afname van de ammoniakdepositie en fijnstof en dat per saldo de gevolgen voor het milieu per saldo afneemt. Op basis waarvan u dit concludeert is niet helder, noch nader uitgelegd. Voor wat betreft de ammoniakdepositie doelt u mogelijk op het wettelijke kader waaronder de Natuurbeschermingswetvergunning is verleend. Wij wijzen u er daarbij graag op dat dit wettelijk kader anders is dan hetgeen met Europese MER-richtlijnen worden gesteld. Ten opzicht van de werkelijke huidige situatie is er namelijk wel degelijk sprake van een enorme toename van stikstof alsook van fijnstof. Op dit moment worden er namelijk andere dieren gehouden binnen stalmuren. De uitstoot is daardoor significant lager dan met de omschakeling het geval zal zijn. Wij zijn van mening dat in het kader van dit soort vergunningen de werkelijke potentiële gevolgen in beeld moet worden gebracht en niet de theoretische gevolgen op basis van vergunningen e.d.. Voor de omgeving zal er namelijk sprake zijn van een significante verslechtering ten opzichte van de huidige situatie. Dit geldt voor de gezondheidseffecten alsook voor de natuurwaarden van de omliggende natuurgebieden.

Wij wijzen u op de mogelijke negatieve effecten voor het nabijgelegen CIRO! De zorgstrip zoals bedoeld door de gemeente Leudal zal deze naam niet meer kunnen waarmaken i.v.m. het onrendabel worden van de zorg locaties in dit gebied

Geurhinder

Goede cijfers ontbreken, maar wel staat vast dat de ammoniak-stank enorm zal toenemen als gevolg van de Livar-varkenshouderij. Een achtvoudige hoeveelheid odeur-eenheden wordt door u geaccepteerd!? Een onleefbare situatie zal ontstaan.

In onze ogen, en recentelijk ook die van staatsecretaris Mansveld, deugt de regelgeving en gemeentelijke verordening niet! De staatsecretaris gaf aan dat “er aanzienlijk meer geurhinder voorkomt dan werd aangenomen op basis van de berekeningsmethoden” (Trouw 5-5-2015). Zij gaat de regels verscherpen. Wij roepen u  alvast serieus om te gaan met de werkelijke effecten voor mens en dier.

Ongedierte en gezondheid

Naast de stank zal er door de varkens en de open stallen een toename zijn van ongedierte. De open varkensstallen zullen niet alleen vliegen aantrekken, ook muizen- en rattenoverlast zal voorkomen. Hierbij telt het feit dat de Gemeente Leudal reeds een zwarte-rattenplaag kent zwaar mee!

Door de toename van ongedierte worden ook de risico’s voor de volksgezondheid van het ouderwetse  Livar-stalsysteem onbeheersbaar. Als gevolg van de ratten en muizen zullen de kansen op de ziekte van Weil en Lyme bij omwonenden toenemen, o.a. doordat er ook groente geteeld wordt in tuinen in de omgeving.

Verder is bekend dat de Mrsa bacterie massaal voorkomt rondom varkenshouderijen. Het feit dat de varkens buiten rondlopen maakt dat ziekenhuizen de opname van omwonenden van de stal kunnen bemoeilijken of dat men hen ‘geïsoleerd opneemt’. Indien dit bij de burgers leidt tot effecten op de gezondheid, dan achten wij de Gemeente Leudal hiervoor aansprakelijk.

Als ook de schoolgaande jeugd welke langs deze Livar huisvesting moet fietsen krijgt met de zelfde ongemakken en ellende te maken als in dit bezwaarschrift omschreven.

Overigens vormen de buiten lopende  varkens ook een potentiële haard voor overdracht van de varkenspest van en aan de wilde zwijnen, die zich in en om  natuurgebied Leudal bevinden.

Afsluiting

Een groot aantal potentiële gevaren en effecten worden hier niet uitgebreid behandeld, waaronder de mestproblematiek en de toenemende verkeershinder. De gemeente heeft daarvoor te weinig informatie aangeleverd. Ook het gebrek aan communicatie vanuit de gemeente achten wij incorrect. Zo heeft nooit een overleg met de omwonenden plaats gevonden, voordat het college haar besluit nam.

Aangezien er geen goede onderzoeksresultaten zijn, die in een MER verplicht worden gesteld, eisen wij een MER  ter grondslag aan de omgevingsvergunning.

Naar ons oordeel is het bestreden besluit in strijd met de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Algemene wet bestuursrecht tot stand gekomen. Ons verzoek is om uw besluit te heroverwegen en de vergunning alsnog te weigeren.

In afwachting op een serieuze behandeling van onze bezwaren.

Groet,

SP Leudal

 

Interim voorzitter J.Smets