De eikenprocessierups zorgt voor heel veel overlast voor mens en dier, en elk jaar zijn er meer nesten. Hoe lossen we dit probleem op in de toekomst?

Door klimaatverandering zijn er steeds meer nesten van de eikenprocessierups. De soort gedijt goed in een warme omgeving. In Nederland is het nu gemiddeld twee graden warmer dan honderd jaar geleden. Er zijn ook meer extremen in het weer, en juist in de processierups-maand juni kan de extreme hitte zorgen voor een toename van de nesten. Dit jaar zijn dat er drie keer zo veel als vorig jaar. Het is voor GroenLinks zonneklaar dat op grote schaal alles op alles moeten zetten om klimaatverandering tegen te gaan. Dat doen we op Europees niveau, op landelijk niveau en in onze gemeente.

Een ander probleem is de daling van de biodiversiteit in Nederland. De eikenprocessierups kan in aantal toenemen om dat de natuurlijke vijanden van de rups het zwaar hebben. Denk hierbij aan andere soorten insecten, maar ook aan de koolmees. Mezen eten de processierups. Hoe meer mezen er zijn, hoe minder rupsen. Afgelopen voorjaar was de koolmezensterfte door bestrijdingsmiddelen in het nieuws. Het gif waarmee buxusmotten worden bestreden is ook giftig voor de mezen die de motten eten. Doordat eerder dit jaar veel koolmezen stierven, heeft de eikenprocessierups vrij spel.

Biologische bestrijding

Raadslid Eildert Noorda en burgerraadslid Anja Roelfs hebben het college 6 mei jl. schriftelijke vragen gesteld over een biologische bestrijding van de eikenprocessierups. Hierbij is er een verzoek gedaan op een versnelde beantwoording zodat er nog geanticipeerd kon worden voor de uitbraak in de maand juni. In de vragen vraagt GroenLinks het college om  te gaan samenwerken met gezondheidsdiensten en met het Kenniscentrum Eikenprocessierups, gelieerd aan de Wageningen Universiteit.

Uit de beantwoording op de vragen kwam naar voren dat er nog geen specifiek beleid is ter bestrijding van de eikenprocessierups. Wel wordt er al geëxperimenteerd met een aantal biologische bestrijdingswijzen. Er zijn bijvoorbeeld mezenkasten opgehangen, en bloembermen worden gefaseerd gemaaid. Hiermee hoopt de gemeente een groter aandeel insecten aan te trekken die de rups bestrijden, zoals de sluipwesp en de gaasvlieg. Dit jaar zullen in een proefgebied ook bloembollen worden geplant om al vroeg in het jaar nectar en pollen te bieden voor deze insecten. Deze manieren van bestrijden juicht GroenLinks erg toe. Ons verzoek om aan te sluiten bij het Kenniscentrum Eikenprocessierups is in overweging genomen. We zullen blijven monitoren wat de uitkomst van deze overweging wordt.

Bevordering van biodiversiteit

In de toekomst wil GroenLinks dat de gemeente inzet op het gericht bevorderen aan biodiversiteit. De genoemde mezen een handje helpen, maar ook veel meer aandacht voor de situatie van insecten die natuurlijke vijanden van de rups zijn. Voor deze insecten is het van belang dat we veel minder, en liefst geen, gif gaan gebruiken. Op dit moment onderzoeken we wat de gemeente op dit vlak aanvullend kan doen. Staand beleid is dat de gemeente geen glyfosaat (Roundup) gebruikt in de stad en op haar pachtgronden, maar wellicht zijn er nog andere schadelijke bestrijdingsmiddelen die nog niet in beleidsregels uitgesloten zijn. Een andere mogelijkheid is het weren van verbouw van maïs dichtbij woonwijken, omdat voor maïs veel bestrijdingsmiddelen worden gebruikt.

Maar het liefst zien we natuurlijk een integrale en ingrijpende verduurzaming van de landbouw, en daar gaat de gemeente maar beperkt over. Wat ons betreft start de gemeente een lobby richting provincie en staat. Eildert Noorda: “Wegzuigen of zelfs gif gaan gebruiken is niet meer dan symptoombestrijding voor de eikenprocessierupsenplaag. Het gericht bevorderen en herstellen van biodiversiteit is de enige echte oplossing.”

Biodiversiteit in de stad stimuleren
Slim maaien voor meer biodiversiteit
29 mei 2019

Het maaibeleid van de gemeente roept soms vragen op bij Zwollenaren met een groen hart. Raadslid...