Naar aanleiding van het gesloten coalitieakkoord 2018-2022 en de uitgebrachte Kaderdiscussienota 2019 hebben wij over het thema Groene ambitie onderstaande schriftelijke vragen buiten de vergadering om aan uw college.

Conform onze eerder geuite wens vraagt de fractie van GroenLinks zich af of met de voorgenomen extra middelen voor landschap- en natuurontwikkeling en groenbeheer niet alsnog, met een inventieve inzet van deze budgetten, voldaan kan worden aan het hoogste ambitieniveau voor het ontwikkelen van een nieuw Landschap- en Natuurontwikkelingsplan: “Soest, groenste gemeente”.

Vraag: Is het college bereid deze mogelijkheid te onderzoeken en de keuze voor deze inzet aan de raad voor te leggen?

Het pleziert ons om te lezen dat dit college streeft naar meer biodiversiteit en daarmee dus verder wil gaan dan alleen het beschermen van natuurwaarden. Echter, in het coalitieakkoord staat de zinsnede “We zetten in op zo veel mogelijk ecologisch groenbeheer”. Deze voorzichtige formulering met een dubbel voorbehoud roept de vraag op wat dit college nu concreet wel en niet gaat doen. In de Kadernota worden de eerste stappen aangekondigd, maar er is natuurlijk veel meer nodig, zoals bijvoorbeeld faunapassages voor kleine zoogdieren en amfibieën, een netwerk van ecologische oevers, bloemrijke akkers en weilanden en de bestrijding van invasieve exoten.

Vraag: Kunt u met redenen omkleed aangeven of wij als gemeenteraad nog dit kalenderjaar een ‘uitvoeringsplan ecologisch beheer en verbetering van de biodiversiteit’ met concrete maatregelen en beleidskeuzes tegemoet kunnen zien?

Vraag: Is het college met GroenLinks van mening dat juist nu biodiversiteit een speerpunt is deze raadsperiode, het betreurenswaardig is dat een groot deel van hét gebied met de hoogste natuurwaarden in onze gemeente, namelijk langs de startbaan van het voormalige vliegveld in Soesterberg, niet beschermd wordt, maar dat juist hier grootschalig gebouwd gaat worden?

Voor het vergroten van de biodiversiteit is het naast stimulerende maatregelen essentieel om flankerend milieubeleid te effectueren, onder meer voor het terugdringen van het gebruik van bestrijdingsmiddelen, het verminderen van de uitstoot van ammoniak en het tegengaan van overstort van riolen.

Vraag: Welke voornemens heeft het college voor de uitvoering van extra flankerend milieubeleid en scherpere milieuhandhaving?

In het coalitieakkoord lezen we dat “Ruimte wordt geboden aan inwoners/inwonersgroepen die het onderhoud van groenstroken bij hen in de buurt willen overnemen”. Ook in de Kadernota wordt bij het thema Groene ambitie melding gemaakt van “bewonersparticipatie (‘groen aan de buurt’)”. Van de gekozen formuleringen gaat de suggestie uit dat het college bewonersparticipatie binnen de groene ambitie vooral ziet als ‘inwoners doen het onderhoud zelf’. Dit idee is al in twee voorgaande periodes geprobeerd, maar heeft tot nu toe weinig animo opgeleverd.

Vraag: Wat gaat dit college anders doen zodat het wel aantrekkelijk wordt voor inwoners om hier tijd, geld en moeite in te steken en welke plannen heeft het college om hun zeggenschap over natuurontwikkeling en -beheer ook ‘aan de voorkant’ bij de vorming van beleid te vergroten?