Nieuws van D66 in Utrecht inzichtelijk

8 documenten

Verbind het groen in onze stad!

D66 D66 Utrecht 21-11-2019 20:42

Groen is in onze de stad ontzettend belangrijk, zeker omdat onze stad groeit. Hoe meer groen er is, hoe beter het is voor onze gezondheid en ook voor de biodiversiteit. Daarom diende Susanne Schilderman een amendement in dat kleine stukjes natuur toevoegt als uitgangspunt bij het bouwen van gebouwen en wegen. Susanne Schilderman, woordvoerder Ruimtelijke strategie D66 Utrecht: “Als er meer groene stukken met elkaar verbonden worden in de stad, zoals parken en groene stroken, dan kan je makkelijker en plezieriger wandelen of gewoon even buiten zitten. Dat is gezonder en fijner. Bijvoorbeeld als je een stuk wilt hardlopen. ”

D66 Utrecht is voor verdichting. Dit betekent dat we graag willen bouwen in de huidige stad. Maar we vinden het ook belangrijk dat er voldoende natuur is in onze stad. Daarom moeten we slim gebruik maken van de ruimte die we hebben. Dit doen we door zo veel mogelijk functies te combineren. Bijvoorbeeld door winkels en huizen naast elkaar te bouwen. En daar voegen we zoveel mogelijk groen aan toe. Bijvoorbeeld op het dak van die huizen, omdat het goed is voor de biodiversiteit.

Dit werkt voor mensen en dieren het beste als deze kleine stukjes groen in de stad met elkaar verbonden zijn. Daardoor kun je makkelijker van het ene stukje groen, naar het andere stukje groen wandelen, fietsen of hardlopen. D66 maakt zich hard voor een betere verbinding van alle natuur in de stad en daarbuiten. Of dit nu binnen de stadsgrenzen is of net over de grens bij Bunnik. Voor mensen maakt het niet uit waar die grens ligt en dieren al helemaal niet. Door groene stukken met elkaar te verbinden hebben zowel mensen als dieren meer ruimte om tijd door te brengen in het groen. Dat is gezonder en fijner voor ons allemaal.

D66 stelt schriftelijke vragen nav stikstofproblematiek

D66 D66 Utrecht 01-10-2019 12:20

Vanwege de urgente situatie met stagnatie door de PAS-uitspraken, hebben Marianne de Widt en Marc de Droog aan het college vragen gesteld. D66 ziet behalve problemen ook kansen en pleit voor een brede benadering.

Schriftelijke vragen ex art 47 RvO aan het college van GS betreffende het adviesrapport ‘Niet alles kan’

Woensdag 25 september presenteerde dhr. Remkes het eerste adviesrapport van het adviescollege stikstofproblematiek ‘Niet alles kan’. Daarin komt het adviescollege tot mogelijke maatregelen die op korte termijn genomen kunnen worden. Voor de PAS zijn alle overheden aan zet, specifiek zijn de provincies ook benoemd:

“De bijdrage van de provincies kan gestalte  krijgen langs de lijn van vergunningverlening en handhaving. Daarnaast kunnen provincies voor versterking van de natuur en voor het natuurbeheer instrumenten inzetten als grondverwerving, sanering, subsidie, planologische en wettelijke bescherming en financiering. Ook provincies kunnen met eigen projecten het goede voorbeeld geven.” (blz.20)

“Alle partijen dienen prioriteit te geven aan de herstelprogramma’s in stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden.” (blz.29)

“De provincies nemen de regie voor deze gebiedsgerichte aanpak (van ammoniakemissie in de veehouderij), waarbij op basis van analyses van het betrokken gebied in beeld wordt gebracht op welke wijze de gerichte verwerving of sanering invulling dient te krijgen, en welke maatregelen per gebied nodig zijn.” (blz.26)

“Het Adviescollege adviseert provincies de opdracht te geven om te verkennen in hoeverre verschillende industriële sectoren een negatieve bijdrage leveren aan de stikstofdepositie van stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden, welke maatregelen nodig zijn, en welk (activerend) beleid kan worden gevoerd vanuit het Rijk en de provincies voor het stimuleren van de toepassing van nieuwe technieken en voor innovaties in de industriële sector. Steeds vanuit een integrale blik van het stikstofprobleem in samenhang met luchtkwaliteit, CO2-reductie, de transitie naar duurzame energie en de kringlooplandbouw.” (blz.29)

“Het Adviescollege adviseert een intensivering en versnelling van het natuurherstel en het waar nodig beschikbaar stellen van de daarvoor benodigde financiële middelen, door het Rijk en de provincies. Op korte termijn moeten zo mogelijk aanvullende maatregelen worden geprogrammeerd en dient een versneld realisatie-pad te worden uitgezet.” (blz. 29)

D66 vindt het belangrijk dat wij niet afwachten, maar ook zelf in actie komen. We hebben daarom de volgende vragen:

Voor ieder Natura 2000 gebied in de provincie Utrecht zijn doelen gesteld om plant- en diersoorten en vegetatietypen in stand te houden. Kunt u ons vertellen in hoeverre de doelstellingen gehaald gaan worden? Wanneer krijgen we een voortgangsrapportage? Deelt u de mening dat het belangrijk is om als overheid op korte termijn met maatregelen te komen, waar natuur en economie baat bij hebben? Deelt u de mening dat het belangrijk is om daar waar redelijkerwijs mogelijk ook zelf een bijdrage in de vorm van maatregelen aan te leveren als Provincie Utrecht? Het adviescollege adviseert over korte termijn maatregelen in de sectoren veehouderij, mobiliteit, industrie en de bouwsector. Wat zijn, gelet op het adviesrapport van Remkes volgens GS de meest haalbare eigen bijdragen op korte termijn voor de Provincie Utrecht? En welke zijn het meest effectief? Remkes schrijft “Het is aan het Rijk en de provincies om keuzes te maken als het gaat om de benutting van vrijgekomen ruimte.” Wie wordt uiteindelijk ‘eigenaar’ van de vrijgekomen ruimte? Kunnen lokale inspanningen van overheden ook benut worden in de eigen omgeving? Is met de terreinbeherende organisaties al geïnventariseerd waar samengewerkt kan worden om een versnelling te bereiken, voor het creëren van nieuwe natuur of bufferzones? Wanneer kunnen we informatie krijgen over de mogelijkheden die hiervoor in Utrecht zijn? In de Samenwerkingsagenda Landbouw, ondersteunend aan de Landbouwvisie van de Provincie Utrecht uit 2018, is als doelstelling afgesproken dat ten minste de helft van de agrarische bedrijven in Utrecht in 2030 natuurinclusief werkt. Deelt u de mening dat de Provincie deze doelstellingen naar voren dient te halen voor agrarische bedrijven nabij Natura 2000 gebieden om zo natuur en economie weer meer lucht te geven? Remkes benoemt specifiek ook provinciale wegen in het advies. Snelheidsverlaging is een maatregel die relatief snel te nemen is.

“Het Adviescollege adviseert een snelheidsverlaging door te voeren op rijks- en provinciale wegen, zo nodig gedifferentieerd naar wegen of gebieden, waarbij de snelheidsbeperkende maatregelen worden gericht op aantoonbare effecten in kwetsbare Natura 2000-gebieden.” (blz.28) Het effect voor provinciale wegen van 80 en 60 km per uur is niet vermeld in het rapport.

Overweegt u snelheidsverlaging op provinciale wegen? Wat is -in grote lijnen- het macro-effect van algehele snelheidsverlaging op provinciale wegen met 10 of 20 km per uur in de Provincie Utrecht in termen van stikstof, CO2 uitstoot, fijnstof, geluid en doorstroming? Hoeveel ruimte kan deze specifieke maatregel scheppen voor de gewenste ontwikkelingen die tot stilstand zijn gekomen? Uitgaande van de ligging van Natura2000 gebieden in onze provincie, welke wegen (of wegdelen) zouden bij een specifieke aanwijzing in aanmerking komen voor snelheidsverlaging? Uit de grafiek op blz.27 in het rapport blijkt dat files een hogere uitstoot veroorzaken. Kan dit argument worden meegewogen bij het realiseren van de voorgenomen oplossingen voor knelpunten in de verkeersdoorstroming nabij Natura2000-gebieden? Is al verkend in hoeverre verschillende industriële sectoren een negatieve bijdrage leveren aan de stikstofdepositie van stikstofgevoelige Natura 2000 gebieden? Welke maatregelen zijn nodig, welk (activerend) beleid kan worden gevoerd vanuit de provincie? Welke kansen ziet GS voor het stimuleren van de toepassing van nieuwe technieken en innovaties in de industriële sector in de provincie Utrecht? Zijn hier impulsen mogelijk in het kader van de Regio FoodValley? Tot slot, ziet u bredere kansen om met innovaties tot oplossingen te komen voor de stikstofproblematiek? Zo ja, welke? Bent u bereid onderwijs en bedrijfsleven hierover mee te laten denken?

The post D66 stelt schriftelijke vragen nav stikstofproblematiek appeared first on Provincie Utrecht.

Blij met uitspraak Raad van State over A27

D66 D66 Utrecht 17-07-2019 10:56

In Utrecht is er al jaren verzet tegen de verbreding van de A27. Onze inwoners hebben dit ook aangevochten en andere plannen bedacht en voorgesteld. D66 Utrecht zet zich al tijden, samen met andere partijen in de Utrechtse raad, in voor het behoud van de natuur rondom de A27. Als de A27 verbreed zou gaan worden, betekent dit dat er gezonde bomen bij Amelisweerd gekapt moeten worden. Wat D66 betreft gaat de leefbaarheid en natuur voor de verbreding van een snelweg. Zeker omdat er alternatieven zijn die de drukte op deze weg ook oplossen. Bewoners geschreven eerder een voorstel waardoor de weg capaciteit vergroot kan worden door 80 kilometer per uur te rijden op de ring. Dan hoeven er geen bomen gekapt te worden.

Uitspraak Raad van State

Er is een landelijke aanpak om stikstof aan te pakken. Daarvan heeft De Raad van State op 17 juli 2019 gezegd dat dit nu niet streng genoeg is. De Raad van State heeft daarmee het stikstofbeleid ongeldig verklaard, omdat het geen garanties biedt voor het daadwerkelijk beperken van schadelijke uitstoot. Voor het besluit om de A27 te verbreden, heeft de Raad van State gezegd dat de verbreding nu niet door kan gaan, omdat het samen hangt met het stikstofbeleid. Dat betekent dat het besluit om de A27 te verbreden, is vernietigd. Susanne Schilderman: “Dit vind ik echt geweldig nieuws! Al helemaal omdat de verbreding van de A27 niet nodig is om files tegen te gaan. Leefbaarheid en natuur hebben wat ons betreft prioriteit en dat wordt nu onderstreept met deze uitspraak.” Daarom stelt D66 hier samen met andere partijen mondelinge vragen over. Deze gaan over de gevolgen van deze uitspraak en of dit nu ook echt betekent dat de verbreding van de A27 definitief niet doorgaat.

D66 initieert provinciaal bomenfonds

D66 D66 Utrecht 17-12-2018 23:21

In de vergadering van 17 december heeft D66 een motie ingediend om een bomenfonds op te richten. Met dit fonds worden bomen niet alleen 1 op 1 herplant, maar wordt het groen in onze provincie extra versterkt.

Bomenfonds

De discussie over het kappen van bomen keert geregeld terug in provinciale staten in verschillende dossiers. In het bomenfonds wordt bijgehouden hoeveel bomen gekapt zijn en waar en daarmee hoeveel bomen herplant moeten worden.  bomen. Ook wordt bijgehouden wat de kap en herplant van bomen doet met de CO2-footprint van de provincie.  De groene partners van de provincie, zoals Utrechts Landschap, NMU, Natuurmonumenten worden betrokken in het overleg waar herplanting van bomen plaats moet vinden in de provincie.

De financiering voor het bomenfonds wordt gezocht in het projectbudget.  Dat is een budget wat beschikbaar is voor uitvoering van provinciale projecten met bomenkap en activiteiten met een negatief CO2-saldo.

CO2

Het bomenfonds past bij de ambitie van de provincie om CO2-neutraal te worden. Daarnaast zorgen bomen voor opname van CO2; een derde van de toename van CO2 in de atmosfeer wordt veroorzaakt door ontbossing. De provincie heeft herplant opgenomen in wettelijke kaders. Deze plicht wordt op dit moment echter niet integraal behandeld.

Groen in de provincie

De Provincie Utrecht heeft een netwerk van groene partners die zicht hebben op de beste ontwikkeling van groen in de provincie. Ook heeft de provincie ambities voor de ontwikkeling van groene contouren. Dit zijn zogenaamde bufferzones voor het Natuurnetwerk Nederland die, eenmaal ingericht, worden toegevoegd aan het Natuurnetwerk Nederland (tot 2013 bekend als de ecologische hoofdstructuur van Nederland).

De motie is met ruime meerderheid van stemmen aangenomen.

Afbeelding:Kaapse Bossen Uitzichttoren Boomtoppen, door: HenkvD, CC BY 3.0.

The post D66 initieert provinciaal bomenfonds appeared first on Provincie Utrecht.

Het lot van de grutto

D66 D66 Utrecht 06-04-2018 08:53

Eind 2016 werd de Utrechtse Natuurvisie aangenomen door Provinciale Staten. Daarmee was de overheveling van het natuurbeheer van Rijk naar Provincie voltooid. Sindsdien staat onze provincie aan de lat voor een uitdagende opgave: de bescherming en bevordering van de biodiversiteit. Binnen dat streven hebben we een aantal ‘icoonsoorten’ aangewezen; soorten die kenmerkend zijn voor onze provincie en die daarom extra bescherming verdienen. De grutto – ook de Nationale Vogel van ons land –  is een van die icoonsoorten. En het is vijf voor twaalf voor de grutto in ons land. Dat is extra ernstig, als je bedenkt dat de vogel voornamelijk in Nederland voorkomt.

Gif

De neergang van de grutto is te wijten aan verschillende factoren. Het nog steeds niet verboden gebruik van neonicotinoïden door de landbouw bijvoorbeeld. ‘Dankzij’ dat gif zijn er nu vermoedelijk veel minder insecten dan vroeger, net als in Duitsland.  En je raadt het al: grutto’s eten insecten. Van dat gif moeten we dus zo snel mogelijk af. Hopelijk gebeurt dat ook binnenkort, als op Europees niveau wordt gestemd over een verbod erop.

Ondertussen is ook een ander gif in opspraak: glyfosaat. Met dit gif, dat onder meer bekend staat onder de merknaam ‘Roundup’, kunnen boeren hun land ontdoen van onkruid. Zo voorkomen ze dat hun gras wordt verdrongen. Het wijdverspreide gebruik van dit gif is echter dodelijk gebleken voor het bodemleven.

Intensief

Mede door het gebruik van dergelijke bestrijdingsmiddelen zijn de omstandigheden voor de grutto niet ideaal meer. Het grasland is te droog, omdat boeren het waterpeil kunstmatig laag houden. Kruidenrijke weilanden zie je nauwelijks nog. Bovendien wordt te vroeg en te vaak gemaaid. Het strakgetrokken, kortgemaaide raaigras domineert. De jonge grutto’s hebben – als ze al niet ten prooi vallen aan de maaimachine – daardoor te weinig plekken om te schuilen. Voeg daaraan toe dat het vaak ontbreekt aan voedsel – emelten in de bodem en langpootmuggen daarboven bijvoorbeeld – en het moge duidelijk zijn dat de grutto het zwaar heeft momenteel.

Wil de grutto het overleven, dan moeten we naar een landbouw die zich minder richt op intensief bodemgebruik en maximale opbrengst en meer ruimte biedt aan natuur. Gelukkig zien we dat voorzichtig stappen worden gezet in die richting – vanuit Den Haag, maar ook vanuit onze provincie. De Utrechtse Landbouwvisie die op dit moment gestalte krijgt zal er hopelijk concreet vorm aan geven. Er zijn bovendien steeds meer boeren die zich op eigen initiatief ontpoppen tot natuurbeheerder op hun eigen land. Er is dus reden om voorzichtig hoopvol te zijn.

Jacht

Zijn we er dan? Dat is nog maar de vraag. Er is namelijk nog een potentiële bedreiging: predatie. Roofdieren dus. Veel jonge weidevogels vallen eraan ten prooi. Hoe groot het probleem bij ons is, wordt op dit moment uitgezocht; we krijgen er in juni meer over te horen. Als predatie inderdaad een significant aandeel heeft in de sterfte van weidevogels, dan moeten we daar wat mee. En dan komen we als vanzelf op een onderwerp dat veel politici liever vermijden: de jacht, of ‘faunabeheer’ zoals we dat zijn gaan noemen, in een poging de controverse uit de weg te gaan. Dat, terwijl de jacht een onderdeel kan zijn in een streven naar een gezonde populatie van zoveel mogelijk bijzondere diersoorten. Naar een gezonde biodiversiteit, kortom.

Gemaakt

Tegenstanders van faunabeheer roepen graag dat je de natuur met rust moet laten. Dat de natuur het zelf wel regelt. En waarschijnlijk regelt de natuur inderdaad wel wat. Of het resultaat strookt met onze ambities voor biodiversiteit kun je je echter afvragen.

De Nederlandse natuur is sowieso verregaand gemaakt. Dat is ook logisch. We zitten immers met zijn allen op een kluitje, maar we willen ruimte bieden aan zoveel mogelijk functies op ons beperkte grondgebied. Aan wonen, recreatie, bedrijvigheid, landbouw, maar ook aan een rijke natuur. Dat dat niet vanzelf gaat en soms wringt – kijk naar de grutto versus zijn leefomgeving – ligt voor de hand.

Als we in al die drukte de natuur een kans willen geven, moeten we zelf soms ons gebruik van de ruimte aanpassen. Maar we moeten soms ook ingrijpen in die natuur. Als blijkt dat voor de instandhouding van kwetsbare soorten of een kwetsbaar gebied faunabeheer nodig is, dan moeten we daar niet voor weglopen. Als de grutto dreigt het niet te overleven als gevolg van predatie, dan moeten we durven optreden.

Keuzes

De komende jaren is het voor de grutto erop of eronder. Zijn we in staat de juiste keuzes te maken? Als het om de landbouw gaat, lijken we de goede kant op te gaan; het is nu een kwestie van doorpakken, nu het nog niet te laat is. Maar misschien kunnen we niet volstaan met verbetering van de leefomstandigheden van de vogels. Als extra, misschien onwelgevallige maatregelen nodig zijn, dan moeten we die serieus in overweging durven nemen.

Afbeelding: Weide vogel, door: Fred Vloo, CC BY-SA 2.0.

The post Het lot van de grutto appeared first on Provincie Utrecht.

Hoe moet het verder met de groene contour?

D66 D66 Utrecht 26-03-2018 13:16

Je zult het je misschien herinneren: in 2010 draaide het eerste kabinet-Rutte de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) de nek om. Het budget voor natuur werd drastisch ingeperkt en het decentralisatieproces van het natuurbeheer naar de provincie werd ingezet.

Onze provincie probeerde samen met natuurbeherende partijen te redden wat er te redden viel. Die poging resulteerde in 2011 in het Akkoord van Utrecht. Daarin werd afgesproken dat 75% van het toen resterende beoogde EHS-gebied (of Natuurnetwerk Nederland zoals het inmiddels bekend staat) alsnog zou worden gerealiseerd. Het ging om 1500ha. De aankoop en inrichting van de natuur zou onder meer worden gefinancierd vanuit verkoop van overtollige provinciegrond.

Om die 1500ha moest een ‘groene contour’ komen van 3000ha; een bufferzone, die door de grondeigenaars vrijwillig zou worden ingericht en, eenmaal ingericht, zou worden toegevoegd aan het Natuurnetwerk. De provincie had en heeft geen budget voor de groene contour. Dat blijft in elk geval zo tot 2021, het jaar waarin de opgave van 1500ha moet zijn ingevuld. Als mogelijke manier van financieren werd ‘rood voor groen’ aangewezen; de bouw en verkoop of exploitatie van bebouwing om de ontwikkeling van natuur te financieren. Die bebouwing mag binnen de groene contour worden gerealiseerd, zo lang deze niet een te grote impact heeft op de natuur.

Weerbarstig

Tot zover de geschiedenisles. De inrichting van het Natuurnetwerk verloopt inmiddels redelijk voorspoedig, hoewel de inrichting ver achterblijft bij de verwerving. Om de inrichting te stimuleren zijn inmiddels overigens maatregelen aangekondigd. Met de groene contour schiet het minder op. Van de 3000ha zijn pas 84ha ingevuld.

Waar komt dat door? Veruit de meeste grond binnen de groene contour heeft op dit moment een agrarische bestemming. Het is dus grond waarmee geld wordt verdiend door de eigenaars. Je kunt je voorstellen dat er niet al teveel boeren zijn die staan te springen om die grond om te toveren tot natuur, met het weerbarstige verdienmodel dat daaraan gaat gepaard. En klaarblijkelijk schiet het met dat ‘rood voor groen’ ook niet erg op. Voor zover het komt tot initiatieven, stranden die omdat het ‘rood’ toch een te grote inbreuk vormt op het ‘groen’.

Tussenvormen

De provincie lijkt dat ook door te krijgen. Er wordt hard nagedacht over tussenvormen van natuur, waarbij ‘natuurinclusieve landbouw’ en ‘agrarisch natuurbeheer’ de meest gehoorde termen zijn. Ook ‘agrobosbouw’ – de aanplant van productiebos op landbouwgrond – zou zo’n tussenvorm kunnen zijn. Het einddoel blijft, zo zegt de provincie, een groene contour die bestaat uit volwaardige natuur.

Door in te zetten op zo’n tussenvorm zouden we de ontwikkeling van de groene contour een flinke impuls kunnen geven. De strategie zou ook passen in het streven naar natuur- en milieuvriendelijker landbouw in onze provincie en kunnen bijdragen aan de biodiversiteit – de belangrijkste natuuropgave van allemaal.

Als we hiervoor kiezen, moeten we wel bereid zijn de lat wat lager te leggen dan we eigenlijk van plan waren. En in zo’n scenario is onduidelijk hoe je dan van natuurinclusieve landbouw naar volwaardige natuur komt – die stap wordt er immers niet kleiner op.

Of misschien is een tweesporenbeleid denkbaar – inzetten op natuurinclusieve landbouw op plekken waar dat het meest voor de hand ligt en prioriteit geven aan volwaardige natuur op plekken die het grootste potentieel hebben. Een compromis dus, zoals wel vaker in de politiek.

En dat rood voor groen: kunnen we dat echt niet aan de praat krijgen? Rood voor groen is immers een goede manier om natuur gefinancierd te krijgen. Of om recreatie mogelijk te maken – en recreatie brengt geld in het laatje waarmee natuur kan worden beheerd. Het lijkt te vroeg om dit idee los te laten.

Ik kom hier snel bij jullie op terug!

 

Afbeelding: Werkhoven in het landschap, door: Jan Dijkstra, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons.

The post Hoe moet het verder met de groene contour? appeared first on Provincie Utrecht.

Fractievoorzitter Christa Hendriksen ...

D66 D66 Utrecht 21-03-2018 10:27

Fractievoorzitter Christa Hendriksen sprak gisteren in de gemeenteraad van Vianen over de wijziging van het bestemmingsplan van de Bloemendaalsepolder ten behoeve van de bouw van een zorgcomplex. Dit is wat zij zei: Het standpunt dat ik vanavond namens D66 uitdraag zal waarschijnlijk geen invloed hebben op de beslissing van de raad. Alle partijen hebben immers aangegeven dat ze de komst van het zorgcomplex in de polder Bloemendaal zien zitten. Deels begrijpen we dat wel. Hoogwaardige zorg in een groene omgeving: wie kan daar nu tegen zijn. Niemand wil een buitengewoon kwetsbare groep mensen de mogelijkheid van rust, ruimte en volle aandacht ontzeggen. Ook D66 niet. We hebben dan ook alle waardering voor de inspanningen van Stichting de Iris om voor hun kinderen een veilige woonomgeving te creëren. We realiseren ons terdege dat we vanavond geen populair standpunt verkondigen. Reden temeer om heel goed uit te leggen waarom wij nog steeds geen voorstander zijn van een zorgcomplex op-deze-locatie. D66 ziet graag dat het buitengebied ook daadwerkelijk ‘buiten’ blijft. Onbebouwd dus, met oog voor het oorspronkelijke landschappelijk karakter en ruimte voor de natuur. Op de bouwplannen is veel kritiek gekomen, van omwonenden en andere partijen. De manier waarop ‘nota van zienswijzen’ deze bezwaren van tafel veegt getuigt vaak van vooringenomenheid. Zo valt op dat het College steeds benadrukt dat het zorgcomplex er moet komen omdat daarmee aan de groeiende zorgvraag kan worden voldaan. Maar het feit dat het plan daarin voorziet wil natuurlijk niet zeggen dat het het beste plan is, of dat er geen andere mogelijkheden zijn. Bovendien leidt deze argumentatie de aandacht af van waar het hier werkelijk om lijkt te draaien: dat in de eerste plaats Lekstede Wonen gebaat is bij de plannen. In de nota van zienswijzen benadrukt het College dat de gemeente geen intrinsiek belang heeft bij de bouwplannen. Maar ook dat kan niet als argument gelden voor het laten passeren ervan. Het verklaart ook niet waarom het College verschillende ambtelijke trucs heeft uitgehaald om de bouwplannen door te drukken. In de eerste plaats wijst zij op de tekortkomingen in de zogeheten ‘kernrandzone’ langs de Lange Waaijsteeg, ‘fouten’ die zogenaamd ‘gerepareerd’ moeten worden. Maar er is niets wezenlijk mis met de kernrandzone aldaar. En als dat al zo was, dan lost de komst van een zorgcomplex niets op. Tenzij nieuwbouw en versnippering als een oplossing wordt gezien, maar dat kan toch niet de bedoeling zijn. Met de bouwplannen schuift de kernrandzone verder op, dat wel. Een andere truc van het College is het gebruik van de crisis-en herstelwet, waarmee prioritering aan de bouwplannen kan worden gegeven. De toepassing ervan lijkt vooral te zijn gebruikt om de bezwaren van omwonenden en andere partijen in de kiem te smoren. Het College past de regels en procedures dus op haar eigen manier toe. En dat geldt ook voor de wijze waarop zij haar eigen beleidskader interpreteert. Ik citeer uit het raadsvoorstel: “Het beoogde concept is afgestemd op de landschapskenmerken zoals verwoord in de Landschapsvisie.” Daar lijkt het anders niet op. Met betrekking tot het laaggelegen veenweidelandschap, waartoe de polder in kwestie behoort, benadrukt de Landschapsvisie het belang van - en ik citeer opnieuw: “halfopen grienden; met open weilanden, met weidevogels en koeien in de wei.” De bouwplannen spreken deze voorkeur echt tegen. Laten we onszelf niet voor de gek houden. Het gebruik van de term ‘zorglandgoed’ is een knap staaltje framing. Op een locatie van 17 ha verschijnen verschillende gebouwen, parkeerplaatsen en toegangswegen. Omgeven met boomgaarden, losse landbouwgrondpercelen en wandelpaden, die suggereren dat er meer ruimte komt voor natuur en dat men meer van het gebied kan genieten. Maar we moeten ons realiseren dat met de bebouwing en toeristische ontsluiting van dit gebied heel veel verloren gaat. Het zal geen rust- en fourageergebied voor weidevogels meer vormen, die gebaat zijn bij een zo open mogelijk landschap. Het zorgcomplex zal licht- en geluidshinder opleveren voor andere fauna. Zo offeren we niet alleen uitzicht, maar ook natuur, rust en ruimte op. Het rapport van Eco Groen is daar op geen enkele manier op bedacht. Alsof bebouwing de natuur vooruit zou helpen. Het begrip ‘zorglandgoed’ suggereert dat hier sprake is van een groen initiatief: duurzaam, met respect voor de natuur. Dat is het niet. Laat het buitengebied onbebouwd. Geef de voorkeur aan binnenstedelijk bouwen of herontwikkeling van leegstaande locaties. Er komt in het Groene Hart meer dan een miljoen vierkante meter aan vloeroppervlak in boerderijen vrij. Ook in de omgeving van Vianen. Dat biedt legio kansen voor de ontwikkeling van echt groene zorgconcepten. In tijden waarin het buitengebied voortdurend wordt opgeofferd voor ongebreidelde bouw, moet de gemeente veel beter haar best doen om duurzame projectontwikkeling te ondersteunen. Tot slot, nogmaals: niemand kan tegen hoogwaardige zorg in een groene omgeving zijn. En dat geldt zeker voor D66. Maar onze fractie is geen voorstander van een zorgcomplex op deze locatie. Wij blijven van mening dat het buitengebied onbebouwd moet blijven, zoals ook in ons nieuwe verkiezingsprogramma krachtig zal worden omschreven. Op dit moment zal ook door andere partijen druk worden geschreven aan de nieuwe verkiezingsprogramma’s; misschien liggen ze zelfs al klaar. Wij schatten in dat in al deze programma’s de waarde van het landschap en de natuur van de Vijfheerenlanden zal worden geprezen. We hopen van harte dat deze groene visie de basis zal vormen voor toekomstige besluitvorming binnen onze gemeente. Maar dan ook echt.

Nieuwjaarsgroet van de Statenfractie

D66 D66 Utrecht 20-12-2017 12:33

Het jaar 2017 loopt ten einde. Tijd voor een korte terugblik op afgelopen jaar en een vooruitblik naar dat wat in 2018 op de agenda staat.

2017

Ook dit jaar is Utrecht uitgeroepen tot één van de meest competitieve regio’s van Europa. De regio Utrecht doet het goed op thema’s die belangrijk zijn voor de economie zoals innovatie en infrastructuur. Het afgelopen jaar zette D66 zich in voor extra geld voor de Noordelijk Ring Utrecht en voor zuiver water. Ook gingen we in gesprek met agrarische ondernemers om te horen waar zij kansen zien voor verduurzaming.

Met het natuurbeheerplan 2018 stelt de provincie Utrecht geld beschikbaar voor het beheren inrichten en ontwikkelen van natuurterreinen (natuurbeheer) en voor het natuurvriendelijk beheren van landbouwgronden (agrarisch natuurbeheer). De energieagenda voorziet kansrijke initiatiefnemers in de energietransitie in toegang tot kennis, contacten en financiering.

Ter ere van het 100-jarig bestaan van kunststroming De Stijl was 2017 uitgeroepen tot themajaar ‘Mondriaan tot Dutch Design’. In totaal hebben 600.000 bezoekers het afgelopen jaar een van de  evenementen bezocht die er waren vanwege het themajaar.

2018

Komend jaar stelt provinciale staten de landbouwvisie vast. D66 zet in op kringlooplandbouw, een ontwikkeling waar door verschillende partijen al aan wordt gewerkt en welke voedselproductie verbindt met onder andere de kenniseconomie en de circulaire economie. Het gaat om ruimtegebruik welke past bij het landschap, met ruimte voor zowel landbouw, natuur als recreatie.

In het voorjaar zal Provinciale Staten ook een herzien mobiliteitsprogramma vaststellen. Het uitgangspunt van D66 is een toekomstbestendige schaalsprong in mobiliteit op een wijze die past bij de ambities van ‘healthy urban living’.

Daarnaast staat in februari 2018 de retailvisie op de agenda. Compacte winkelgebieden in onze binnensteden waarbij recht wordt gedaan aan het gewenste voorzieningenniveau is een van de aandachtspunten van D66.

De komende jaren krijgt de invoering van de Omgevingswet gestalte. In de Staten wordt gewerkt aan een Omgevingsvisie die de Utrechtse implementatie van de wet beschrijft. ‘Ja mits’ is hierbij het uitgangspunt van D66. Er zijn dingen mogelijk in de omgeving en er is plaats voor maatwerk, maar wel met bescherming van onze omgevingswaarden en ons Utrechtse landschap.

Gemeenteraadsverkiezingen

Met de start van het nieuwe jaar worden de campagnes voor de gemeenteraadsverkiezingen zichtbaarder. Ook in de gemeentes van de provincie Utrecht werkt D66 aan een fantastisch verkiezingsresultaat op 21 maart 2018. Als Statenfractie is dit een belangrijke opmaat naar de Provinciale Statenverkiezingen in 2019.

Voor nu wens ik jullie, mede namens Hayat, Hans, Ayla, Annemiek, Marc, Philip, Michel, Ali en Pim, een hartverwarmend kerstfeest en een geweldig nieuwjaar toe. Laten we als D66 er een mooi jaar van maken!

Niels Hoefnagels

Fractievoorzitter Statenfractie D66 Utrecht

https://provincieutrecht.d66.nl/2017/12/20/nieuwjaarsgroet-van-de-statenfractie/

The post Nieuwjaarsgroet van de Statenfractie appeared first on Provincie Utrecht.

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.