Je zult het je misschien herinneren: in 2010 draaide het eerste kabinet-Rutte de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) de nek om. Het budget voor natuur werd drastisch ingeperkt en het decentralisatieproces van het natuurbeheer naar de provincie werd ingezet.

Onze provincie probeerde samen met natuurbeherende partijen te redden wat er te redden viel. Die poging resulteerde in 2011 in het Akkoord van Utrecht. Daarin werd afgesproken dat 75% van het toen resterende beoogde EHS-gebied (of Natuurnetwerk Nederland zoals het inmiddels bekend staat) alsnog zou worden gerealiseerd. Het ging om 1500ha. De aankoop en inrichting van de natuur zou onder meer worden gefinancierd vanuit verkoop van overtollige provinciegrond.

Om die 1500ha moest een ‘groene contour’ komen van 3000ha; een bufferzone, die door de grondeigenaars vrijwillig zou worden ingericht en, eenmaal ingericht, zou worden toegevoegd aan het Natuurnetwerk. De provincie had en heeft geen budget voor de groene contour. Dat blijft in elk geval zo tot 2021, het jaar waarin de opgave van 1500ha moet zijn ingevuld. Als mogelijke manier van financieren werd ‘rood voor groen’ aangewezen; de bouw en verkoop of exploitatie van bebouwing om de ontwikkeling van natuur te financieren. Die bebouwing mag binnen de groene contour worden gerealiseerd, zo lang deze niet een te grote impact heeft op de natuur.

Weerbarstig

Tot zover de geschiedenisles. De inrichting van het Natuurnetwerk verloopt inmiddels redelijk voorspoedig, hoewel de inrichting ver achterblijft bij de verwerving. Om de inrichting te stimuleren zijn inmiddels overigens maatregelen aangekondigd. Met de groene contour schiet het minder op. Van de 3000ha zijn pas 84ha ingevuld.

Waar komt dat door? Veruit de meeste grond binnen de groene contour heeft op dit moment een agrarische bestemming. Het is dus grond waarmee geld wordt verdiend door de eigenaars. Je kunt je voorstellen dat er niet al teveel boeren zijn die staan te springen om die grond om te toveren tot natuur, met het weerbarstige verdienmodel dat daaraan gaat gepaard. En klaarblijkelijk schiet het met dat ‘rood voor groen’ ook niet erg op. Voor zover het komt tot initiatieven, stranden die omdat het ‘rood’ toch een te grote inbreuk vormt op het ‘groen’.

Tussenvormen

De provincie lijkt dat ook door te krijgen. Er wordt hard nagedacht over tussenvormen van natuur, waarbij ‘natuurinclusieve landbouw’ en ‘agrarisch natuurbeheer’ de meest gehoorde termen zijn. Ook ‘agrobosbouw’ – de aanplant van productiebos op landbouwgrond – zou zo’n tussenvorm kunnen zijn. Het einddoel blijft, zo zegt de provincie, een groene contour die bestaat uit volwaardige natuur.

Door in te zetten op zo’n tussenvorm zouden we de ontwikkeling van de groene contour een flinke impuls kunnen geven. De strategie zou ook passen in het streven naar natuur- en milieuvriendelijker landbouw in onze provincie en kunnen bijdragen aan de biodiversiteit – de belangrijkste natuuropgave van allemaal.

Als we hiervoor kiezen, moeten we wel bereid zijn de lat wat lager te leggen dan we eigenlijk van plan waren. En in zo’n scenario is onduidelijk hoe je dan van natuurinclusieve landbouw naar volwaardige natuur komt – die stap wordt er immers niet kleiner op.

Of misschien is een tweesporenbeleid denkbaar – inzetten op natuurinclusieve landbouw op plekken waar dat het meest voor de hand ligt en prioriteit geven aan volwaardige natuur op plekken die het grootste potentieel hebben. Een compromis dus, zoals wel vaker in de politiek.

En dat rood voor groen: kunnen we dat echt niet aan de praat krijgen? Rood voor groen is immers een goede manier om natuur gefinancierd te krijgen. Of om recreatie mogelijk te maken – en recreatie brengt geld in het laatje waarmee natuur kan worden beheerd. Het lijkt te vroeg om dit idee los te laten.

Ik kom hier snel bij jullie op terug!

 

Afbeelding: Werkhoven in het landschap, door: Jan Dijkstra, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons.

The post Hoe moet het verder met de groene contour? appeared first on Provincie Utrecht.