Voor of tegen de ‘sleepwet’?  

 

Op 21 maart 2018 wordt, naast de gemeenteraadsverkiezingen, het raadgevend referendum over de zogenaamde ‘sleepwet’ gehouden. Deze vervangt de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) uit 2002. De komende paar maanden zal de privacydiscussie in alle hevigheid losbarsten, terwijl de wet al door het parlement is aangenomen. Wat moeten we nog met een referendum? 

 

Laten we vaststellen dat een discussie over behoud van onze privacy zinvol is en serieus moet worden genomen. Dat vindt de overheid ook, getuige het feit dat de invoering van de Wiv is uitgesteld tot na het referendum. Maar het debat moet wel gevoerd worden met de juiste argumenten en daar schort het nogal aan. Daarom een korte uitleg als bijdrage aan de discussie.

 

 

Waar gaat het over? 

De Wiv regelt de bevoegdheden van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Dat zijn de diensten die over onze veiligheid waken. De oude wet voldoet niet meer. De bedreigingen zijn de afgelopen jaren fors toegenomen. De wet wordt daarom op twee punten aangepast: de mogelijkheden en bevoegdheden van deze diensten worden beter geregeld en het toezicht daarop wordt aangescherpt. Dit levert volgens de voorstanders meer controle en evenwicht op, volgens de tegenstanders ongewenste inbreuk op onze privacy.

  

Misverstand 

Tegenstanders van de wet spreken van sleepwet en aftapwet. Ze zijn tegen ruimere mogelijkheden en bevoegdheden voor deze diensten. Maar die  mogelijkheden waren er (in theorie) al. Er is dus niets nieuws onder de zon. Probleem is dat de huidige bevoegdheden geen gelijke tred houden met wat technisch mogelijk is, terwijl criminelen daar volop gebruik van maken. Binnen vijf jaar bestaat 50% van alle criminaliteit uit cybercrime. Het is naïef te denken dat inlichtingendiensten uit zichzelf bereid zouden zijn om zich te beperken bij de uitvoering van hun veiligheidstaak. Daarom is het nodig hun doen en laten beter te regelen en de bevoegdheden en controle op het inlichtingenwerk aan te passen aan deze tijd. Er komt met de nieuwe wet strengere controle (toestemming op verschillende niveaus en toetsing door de Toetsingscommissie inzet Bevoegdheden), toezicht en klachtenbehandeling (Commissie van Toezicht) en evaluatie van de wet twee jaar na invoering (afgesproken in het regeerakkoord).    

 

Wat is er sinds 2002 veranderd? 

We communiceren nu wereldwijd via de ether en maken gebruik van glasvezeltechnologie. Data communiceren met data. Dataverzamelingen, -uitwisselingen, -koppelingen en -opslag hebben ongekende vormen aangenomen en dat proces gaat in versneld tempo door. Data zijn grondstof voor informatie. We hebben een dark web en de versleuteling van informatie wordt geavanceerder. Informatie betekent kennis, macht, geld en controle over anderen. In die zin zijn we als burger èn als maatschappij veel kwetsbaarder geworden voor valse praktijken, terreur en ICT-incidenten, zoals hacking en cyberaanvallen. Er is niet veel meer nodig om onze persoonlijke leefwereld èn de gedigitaliseerde systemen waarvan we dagelijks afhankelijk zijn te ontwrichten. Aan de andere kant stelt de technologische vooruitgang ons beter in staat om criminaliteit op te sporen en te bestrijden. 

 

Vertrouwen 

Heeft u zich wel eens gerealiseerd dat we sinds 1971 geen volkstelling meer hebben gehad? Dat is niet meer nodig omdat de overheid alles over ons weet wat ze nodig heeft. Tegenstanders van de Wiv zeggen eigenlijk dat ze geen vertrouwen hebben in de overheid en haar opsporingsapparaat. Maar hebben ze wel het vertrouwen dat we al die bedreigingen kunnen tegenhouden zonder gebruik van de nieuwste technieken? Het is de taak van de overheid ons te beschermen. Haar beperken in de mogelijkheden en bevoegdheden om dat te doen is contraproductief. Dus wel de mogelijkheden, maar gecontroleerd en beheerst.   

 

Referendum 

In dit stukje gaat het over een wet die volgens sommigen niet deugt. Maar hoe beoordelen we dat? Het gaat over veronderstellingen, soorten van bedreigingen en opsporingstechnieken, over verantwoord evenwicht tussen veiligheid en privacy, vertrouwen in de overheid en over Europese samenwerking en regelgeving. In dit referendum gaat het alleen om de keus: voor of tegen de Wiv. Dat is wel een enorme vernauwing van dit complexe en belangrijke maatschappelijke vraagstuk, waarvan maar weinigen de omvang en betekenis kunnen overzien. Die keuze moeten we daarom overlaten aan onze vertegenwoordigers in het parlement, die zich kunnen laten adviseren door deskundigen. Referenda dragen bij aan de discussie en dat is positief. Als democratisch instrument faalt het en zal het zijn doel voorbijschieten, tenzij het gaat om simpele keuzes. Dat is hier niet het geval. 

 

Veiligheid versus privacy 

Deze twee begrippen behoren elkaar in evenwicht te houden. Privacy is ook een vorm van veiligheid. De overheid dient onze maatschappij en ons als persoon te beschermen. Dat gaat soms ten koste van onze privacy. Dat staan we toe voor zover we de controle vrijwillig ondergaan: cameratoezicht, detectiepoortjes, reisgegevens, identificatie in ziekenhuis of hotel. We hebben er recht op te weten welke niet zichtbare controle er plaatsvindt en welke gegevens over ons worden vastgelegd. Daar hebben we privacywetgeving voor. Het vinden van een balans tussen vrijheid en veiligheid is een taak van overheid en parlement en deze moeten we vooral daar laten. Dat is democratie.  

 

 

Otto F.C. van der Leer