De gemeenteraadsfractie van de Partij voor de Dieren in Rotterdam heeft schriftelijke vragen gesteld aan het college van burgemeester en wethouders over de relatie die zij heeft met de bank die de gemeentefinanciën beheert. Deze bank maakt zich volgens een recent rapport van milieuorganisaties schuldig aan het financieren van misstanden in de palmoliesector. Palmolie zit in koekjes en in shampoo en kan bijvoorbeeld ook worden gebruikt als biobrandstof. Bedrijven in de palmoliesector pikken het land in van arme boeren en lokale gemeenschappen in ontwikkelingslanden, zoals Liberia, Oeganda en Indonesië. Heel vaak betekent het dat het tropische regenwoud wordt gekapt om een palmolieplantage aan te leggen en dat heeft een negatieve impact op klimaat, milieu, arbeidsomstandigheden en mensenrechten. Een aanslag op het regenwoud is ook een aanslag op de dieren die de bossen als leefgebied hebben. Het onderzoeksrapport van de milieuorganisaties laat zien dat grote Nederlandse banken de palmoliesector financieren en dus indirect verantwoordelijk zijn voor de negatieve gevolgen in ontwikkelingslanden. De gemeenteraadsfractie van de Partij voor de Dieren in Rotterdam wil dat de gemeente alleen zaken doet met een eerlijke bank. Eerlijk bankieren betekent voor ons dat de gemeente een bank kiest die duurzaamheid en eerlijke handel hoog in het vaandel heeft. Daarom vragen we het college of zij afstand wil nemen van de bank met wie zij nu zaken doet en nu eindelijk gaat kiezen voor een eerlijke bank.