Eén op de drie ouderen die thuis wonen raken ondervoed. De wijkverpleging die langskomt mag wel het eten klaar zetten, maar mogen vervolgens niet helpen. Dat blijkt uit onderzoek van De Monitor.

Zorgverzekeraars en gemeenten steggelen over de verantwoordelijkheid voor ondersteuning bij eten en drinken, met name ouderen worden hiervan de dupe. SP-Kamerlid Maarten Hijink: ‘Het is schokkend te zien dat jaarlijks 400 mensen overlijden aan ondervoeding en dat mensen kilo’s afvallen omdat ze wel het eten krijgen opgeschept maar niet geholpen worden bij het eten zelf omdat onduidelijk is wie daarvoor verantwoordelijk is.’

‘De markt zou de zorg beter moeten maken. Maar we hebben nu warrige en dure bureaucratie en veel verschillende zorgverleners die bij één persoon over de vloer komen. Het gevolg: terwijl zorgverzekeraars winsten maken en miljarden aan reserves oppotten, zorgbedrijven met elkaar concurreren en gemeenten bezuinigen op de zorg, zijn kwetsbare ouderen nu de dupe,’ vervolgt Hijink.

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de maaltijdvoorziening, maar zorgverzekeraars zijn verantwoordelijk voor het helpen van mensen die zelfstandig niet meer kunnen eten. Als mensen zelf nog een lepel naar de mond kunnen brengen, dan ‘mag’ een wijkverpleegkundige volgens de regeltjes niet helpen, ook al is iemand dementerend. Hijink: ‘Het is te gek voor woorden dat mensen niet geholpen worden. In ziekenhuizen worden steeds meer mensen opgenomen omdat zij al lange tijd niet meer gegeten en gedronken hebben. De minister moet zorgen dat de wijkverpleegkundigen meer tijd en ruimte krijgen om ouderen te helpen bij het eten. Want niemand vind het acceptabel dat mensen thuis verpieteren omdat gemeenten en zorgverzekeraars naar elkaar blijven wijzen.'