Bewoners van Heerenveen noord en dan met name de omwonenden van het Hepkemabos ervaren al jaren overlast van een grote kolonie roeken die nestelen in dit bos.

In onze gemeente is overlast door Roeken een bekend probleem en een moeilijk op te lossen probleem gezien regelgevingen de aard van de roek.

Onze medewerkers van wijkbeheer doen waar het kan hun uiterste best, hier en daar ook met resultaat, als het gaat om overlast van roeken. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van

vofgelafweer-pistolen.

Ook door eigen constatering bij het Hepkemabos en ervaringen van Heerenveen Lokaal dienen ook hier gelijk als in andere overlast gevallen van roeken voor een gezond leefklimaat van de bewoners gepaste maatregelen te worden genomen. Eerdere ervaringen met roekenoverlast hebben evenwel geleerd dat het een uitermate tijdrovende en lastig op te lossen

probleem is.

Dat er mogelijkheden zijn heeft het verleden ons ook geleerd. Een voorbeeld is de overlast bij het appartementencomplex La Ronduite. (om 1 voorbeeld te noemen)

Wat het ook niet makkelijker maakt naast de fauna en flora wetten is dat ook de provincie een rol speelt in het geheel. Het Hepkemabos is als beheerplek aangewezen en de provincie hanteert daarvoor haar regels zoals in het (zie bijlage) Provinciaal kader soortenbeheerplannen Roek.

Bijgevoegd bij deze vragen is de brief/mail vanuit de bewoners Heerenveen Noord (geanonimiseerd, de brief/mail met namen wordt separaat naar de griffie gestuurd) waarin de bewoners aangeven dat de kolonie nestelende roeken een grote impact heeft op het dagelijks leven en gezondheid in de buurt bij het Hepkemabos.

Met het toevoegen van de brief vanuit de bewoners gaan wij er van uit dat het college hier actief op zal reageren en in overleg gaat, evenals het beantwoorden van de vragen van deze bewoners en die hieronder zijn toegevoegd.

Heeft het college al eerder kennisgenomen van de roekenoverlast Hepkemabos?

Zo ja, hoe is hier op gereageerd en welke acties zijn er daarbij ondernomen?

Antwoord: De aanwezigheid van de roekenkolonie en ervaren overlast is bekend.

Helaas veroorzaken roeken in bebouwde omgeving altijd overlast. Om verspreiding en

grotere overlast te voorkomen zijn echter locaties nodig waar de kolonie niet verjaagd

wordt. Het Hepkema’s bos is een van die locaties omdat de roeken hier op grotere

afstand van woningen kunnen nestelen (niet in bomen boven tuinen/woningen).

Omdat we overlast ten aanzien van uitwerpselen en het ergste lawaai willen beperken

houden we een zone van min 30m vanaf de woningen vrij van roekennesten.

Hoe is de roekenoverlast zoals bij het appartementencomplex la Ronduite bestreden

en welke acties zijn hiervoor ondernomen?

Antwoord: De roekenkolonie is nog jaarlijks aanwezig aan de Veldschans bij La Ronduite.

We ontvangen geen klachten meer, het is ons niet bekend of er inderdaad geen overlast

meer ervaren wordt. Net als het Hepkema’s bos is ook de Veldschans een beheerlocatie..

Wat we gedaan hebben is een zone van 30m vrij houden van roekennesten, door het

uithalen van nestbeginnen. Daarnaast zijn hier in combinatie met onderhoudswerkzaamheden enkele bomen verwijderd aan de zijde van de appartementen. Dit heeft

er voor gezorgd dat er geen overlast van uitwerpselen is en door de grotere afstand zal

het geluid van de roeken minder ervaren worden.

Op welke locaties in de gemeente is er sprake van roekenoverlast?

Antwoord: De locaties en het aantal roeken kunnen jaarlijks wisselen. Ieder voorjaar

worden roeken op alle nieuwe locaties verjaagd, daardoor is de overlast beperkt tot

enkele beheerlocaties. De locaties waar jaarlijks roeken aanwezig zijn:

Voormeerstate

Veldschans

Hepkema’s bos

Oude begraafplaats bij Hervormde kerk Aldeboarn

3.a. Wat is de aanpak indien er overlast ervaren wordt en hoe zijn de resultaten van de

gemeentelijke aanpak bij geconstateerde roekenoverlast?

Antwoord: De aanpak verschilt voor nieuwe locaties en beheer/gedooglocaties.

De gemeentelijke aanpak is om roeken jaarlijks van nieuwe locaties te verjagen. Uit onze

ervaringen blijkt dat dit alleen succesvol is als roeken ook op locaties met rust gelaten

worden. De roeken worden verjaagd met m.b.v. alarmpistolen en het uithalen van

nestbeginnen. Dit is het meest intensief in maart en is toegestaan totdat de roeken

eieren hebben gelegd/broeden.

In het verleden is, onder begeleiding van een deskundige, groot ingezet op het naar het

buitengebied lokken van de kolonies. Dit heeft geen effect gehad. Vervolgens hebben we

ervoor gekozen om enkele door roeken zelf gekozen locaties te beheren als beheer of

gedooglocatie. Dit zijn locaties waar de bomen niet direct naast woningen staan en de

ervaren overlast van uitwerpselen, stank en lawaai kleiner is.

Door deze aanpak is het gelukt om 32 locaties met grote overlast in 2006 (nesten in

bomen boven woningen) in te perken tot de 4 genoemde locaties.

We zijn ons ervan bewust dat roeken ook op deze beheerlocaties overlast veroorzaken.

Daarom houden we, op advies van een deskundige, een zone van minimaal 30m aan die

zo mogelijk vrijgehouden wordt van roekennesten. Dit wordt door de wijkteams gevolgd

en uitgevoerd. Dit is op alle locaties succesvol. De roeken zijn daarmee niet weg maar we

kunnen ze in een bepaalde richting sturen.

In het Provinciaal kader soortenbeheerplannen Roek lezen wij het volgende:

Blz 22: Afstand tussen locatie en bebouwing : De locatie ligt op een minimale

afstand van 150 meter tot de bebouwing. Op deze manier wordt de kans op

overlast zoveel mogelijk verkleind.

Blz 22: Draagvlak in de omgeving : Er moet voldoende draagvlak bestaan in de

omgeving van de locatie, om ongewenste verstoring van de roek op de locatie te

voorkomen. Hierbij is het ook van belang dat de locatie geen overlast veroorzaakt

van openbare functies als een begraafplaats of kerk.

Vraag: klopt de conclusie van Heerenveen Lokaal dat het college de provinciale

regelgeving voor het Hepkemabos niet volgt en in het huidige gemeentebeleid de

erfgrens afstand van 30 meter wordt gehanteerd?

Zo ja, waarom wijkt de gemeente in het geval van het Hepkemabos af van de

provinciale regelgeving?

Zo nee wat is de onderbouwing van het huidige gemeentelijke beleid als het gaat

om de erfgrens afstand van 30 meter?

Antwoord: De gemeente Heerenveen is in 2006 gestart met actief roekenbeheer. Dus

voordat het provinciaal beleid is vastgesteld. De aanpak zoals omschreven bij vraag 3,

leidt tot een beperkt aantal roekenlocaties.

Om de ervaren overlast ook op beheerlocaties te verminderen houden we een zone van

30 m aan. Dit is op advies van een deskundige die ons tussen 2006 en 2010 intensief

begeleid heeft.

We wijken af van de provinciale richtlijn omdat we de huidige aanpak vooralsnog willen

voortzetten. Een locatie op een afstand van 150 meter valt buiten het Hepkema’s bos.

Indien we de provinciale richtlijn actief volgen en roeken verjagen uit het Hepkema’s bos,

verwachten we een flinke toename in inzet, kosten maar vooral ook van overlast voor

een groter aantal inwoners.

Als we de roeken ook op beheerlocaties verjagen, weten we uit ervaring, dat de roeken

zich in kleinere groepen verspreiden door de wijk, in de hoogste bomen in de directe

omgeving. Dat betreft woonstraten waar dan overlast door zowel uitwerpselen als lawaai

ontstaat. Daarmee zouden alle inspanningen sinds 2006 voor niets zijn geweest.

De roeken in oa Heerenveen hebben een voorkeur voor locaties met hoge bomen aan de

rand van veilige bebouwde omgeving, met landelijk gebied op korte afstand om te

foerageren (en afval van Mc Donalds). Locaties die voldoen aan de provinciale richtlijnen

zijn hoofdzakelijk buiten de bebouwde omgeving aanwezig. In het verleden hebben we

geïnvesteerd in het verjagen en lokken naar dergelijke locaties (Oranjewoud). Dat had

echter geen effect.

Het college wil nogmaals benadrukken dat we begrijpen dat omwonenden van het

Hepkema’s bos jaarlijks overlast ervaren. We willen het provinciaal beleid in zoverre

volgen dat we extra maatregelen gaan treffen om de roeken te verplaatsen naar de

andere zijde van het bos, op grotere afstand van de woningen.

Heeft het college bij de vaststelling van het Hepkema’s bos als beheerplek actief

gecommuniceerd met de omgeving en draagvlak gecreëerd? Zo ja welke acties

zijn hiervoor ondernomen? Zo niet waarom niet?

Antwoord: Er zijn al sinds 2010 roeken aanwezig in het Hepkema’s bos. De kolonie is

daarna steeds groter geworden. Er is in het verleden niet actief gecommuniceerd over

het gedogen van roeken in het bos, er is echter wel aandacht voor geweest in diverse

media. Er is gecommuniceerd in het geval van klachten en over het verjagen uit de

bosrand.

Roekenkolonies binnen de bebouwde kom veroorzaken geluids-en ontlastingsoverlast.

Gedurende de broedperiode maken de roeken van zonsopgang tot zonsondergang continue

lawaai. Het langdurige lawaai veroorzaakt bij sommige omwonende psychische druk.

Daarnaast veroorzaakt de ontlasting van de roeken voor stand en vervuiling. Hierdoor

ontstaat er een risico op de volksgezondheid als gevold van uitwerpselen op woningen en in

tuinen.

Vraag: heeft het college de genoemde risico’s zoals hier genoemd laten meewegen bij het

vaststellen van beheerplek Hepkemabos?

Zo ja welke onderzoek heeft hiervoor plaatsgevonden.

Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Uitgaande van de oorspronkelijke situatie in Heerenveen met 32

overlastlocaties is het een afweging van risico’s en gevolgen geweest. De genoemde

risico’s zijn meegewogen t.o.v. andere overlastlocaties. Hoewel lawaai wel aanwezig

blijft, zijn de risico’s als stank, uitwerpselen en lawaai kleiner maar ook beter te sturen

dan op locaties waar meer woningen, op kortere afstand van bomen staan.

Zoals ook bij vraag 4 is beantwoord zijn locaties waar woningen op grotere afstand staan

alleen buiten de bebouwde omgeving te vinden. Het daar naartoe verjagen vraagt echter

veel inspanning en is onzeker wat betreft het resultaat.

Is de bepaling van beheerplek Hepkemabos een bevoegdheid geweest van

gemeente of provincie of beide?

Antwoord: De gemeente heeft de locatie als beheerplek aangegeven in haar

activiteitenplan ten behoeve van de ontheffing die we om de 5 jaar aanvragen.

Is het label ‘beheerplek’ te wijzigen, zo ja hoe en zo nee waarom niet?

Antwoord: Dat label is te wijzigen. Hierbij moeten echter de risico’s en gevolgen

meegewogen worden. Zie antwoord vraag 3 en 4

Wat kunnen de gevolgen zijn indien het Hepkemabos niet meer is aangewezen als

beheerplek zoals nu het geval is?

Zie antwoord vraag 3 en 4

10.Bent u het met Heerenveen Lokaal eens dat deze overlast met alle methoden die

zijn toegestaan dient te worden bestreden en daarmee overlast situatie ophoud te

bestaan dan wel te minimaliseren? Zo ja wat gaat het college doen? Zo nee

waarom niet en laat u de bewoners aan hun lot over gezien de al jaren durende

overlast?

Antwoord: Wij zijn het met Heerenveen Lokaal eens dat de overlast zo beperkt mogelijk

moet zijn voor de omwonenden. We willen maatregelen treffen binnen de wettelijke

mogelijkheden en zonder risico van verspreiding van overlast.

Het verjagen vanuit de bosrand bij de woningen, zodat de roeken aan de zijde van de

Munnikspetten gaan nestelen is effectief gebleken afgelopen jaren. We willen die aanpak,

vanaf broedseizoen 2024, intensiveren om de vrije zone tussen woningen en roeken te

vergroten. Naast het uithalen van nestbeginnen zullen we kleinere nestbomen kappen,

voor zover dit binnen onderhoud van het bos en ontheffing past. De grote eiken blijven

staan maar door een deel van de nestbomen daaromheen te kappen zijn er minder

geschikte bomen. Het voordeel daarbij is dat de eiken beter bereikbaar zijn om

nestbeginnen te verwijderen. Door deze aanpak verjagen we de roeken naar de oostzijde

van het bos, ter hoogte van de ijsbaan. Door ook de komende jaren te verjagen hopen

we dat de roeken kolonie geleidelijk meer richting ijsbaan en groenstrook langs de

Weinmakker trekt.

Deze aanpak communiceren we via o.a. een bewonersbrief aan de omwonenden.

Politieke vragen – HL – Roekenoverlast HepkemabosDownloaden